Operation Manual

Een song creëren op de MOTIF ES
110
Gebruikershandleiding
Beknopte handleiding — Cursus voor gevorderden
Druk op de knop [F1] KEYBANK en verplaats de cursor naar
'12: Slice' en druk vervolgens op de knop [ENTER].
1 Stel de onderstaande parameters in.
Stel indien nodig de overige parameters in, en raadpleeg daarbij blz. 258.
2
Druk op de knop [ENTER] (de display vraagt u om bevestiging)
en druk vervolgens op de knop [INC/YES] om Slice te activeren.
3 Bevestig de resultaten van de handeling.
Speel achtereenvolgens de toegewezen toetsen (vanaf de toets die in
stap 9-1 hierboven is ingesteld), om de afzonderlijke slices van de sam-
ple te horen.
Druk, om te horen hoe het resulterende patroon zou klinken als deze via
MIDI-sequencedata wordt afgespeeld, op de knop [SF1] AUDITION.
4 Als u tevreden bent met de resultaten van de handeling Slice,
druk dan op de knop [F6] OK.
Als u niet tevreden bent met de resultaten en u door wilt gaan met be-
werken, druk dan op de knop [F5] CANCEL en probeer het nog eens
vanaf stap 9-1 hierboven.
Uw toetsenspel opnemen op een patroontrack
U kunt veranderingen in de voice-instellingen maken na het
activeren van de modus Record (in stap 4 hieronder). Als u
echter van plan bent gedetailleerde instellingen voor de mix-
parameters te maken, moet u dat doen voordat u de modus
Record activeert.
8
Roep de display Slice Job op.
9
Voer de Slice Job uit.
Measure Bepaalt welk aantal maten als basis voor de herkenning
van de sample wordt gebruikt.
Meter Bepaalt welke ritmische maatsoort als basis voor de
herkenning van de sample wordt gebruikt.
LowestKey Bepaalt de laagste van de toetsen (de eerste MIDI-noot)
waaraan de sampleslices achtereenvolgens zullen wor-
den toegewezen.
Display Slice (vóór het uitvoeren van Slice)
Geeft de golfvorm en de toetsbank aan die de sample
bevat waarop de Job wordt toegepast. In dit geval is het
niet nodig dat u deze instellingen wijzigt, aangezien ze
zijn ingesteld toen de data werden geladen.
Display Slice (na het uitvoeren van Slice)
Knop [F5] CANCEL
Knop [ENTER]
10
Keer terug naar de modus Pattern Play door op
de knop [PATTERN] of [EXIT] te drukken.
11
Druk op de knop [F] (afspelen) om het gecre-
eerde patroon af te spelen.
12
Schrijf de gecreëerde patroondata weg naar een
SmartMedia/USB-opslagapparaat (blz. 132).
1
Selecteer in de modus Pattern Play een patroon
en een sectie om te worden gecreëerd.
2
Stel de mixparameters (inclusief de voice-instel-
lingen) in door de instructies op blz. 127 - 128 te
volgen.
3
Stel de 'meter' (maatsoort), het tempo en de
lengte van het patroon in.
4
Druk op de knop [] (opnemen) om de modus
Pattern Record te activeren.
Meter (maatsoort) Tempo Lengte van het patroon
SEQ TRANSPORT
LOCATE 1 2