Operation Manual

Een computer vanaf het instrument besturen
151
Gebruikershandleiding
Beknopte handleiding — computertoepassingen
Hier wordt uitgelegd welke sequencerfuncties aan welke paneelregelaars zijn toegewezen, in de modus Remote Control.
SEQ TRANSPORT-knoppen
Met de modus Remote Control kunt u het afspelen van de
DAW-software op de computer starten/stoppen met de SEQ
TRANSPORT-knoppen en de songpositie in de DAW-software
regelen met de datadraaischijf, de knoppen [INC/YES] en
[DEC/NO].
n Als de cursor bij een track/part in de vakken van twee regels in de
LCD-display wordt aangegeven, fungeren de datadraaischijf, de
knoppen [INC/YES] en [DEC/NO] als de laatste bediende knop en
kunnen ze niet worden gebruikt om de songpositie te regelen. Om ze
weer terug te zetten naar de originele songpositiebesturing, drukt u
verscheidene malen op de cursorknoppen [<]/[>] of op de knop [SF4]
(als het menu [DIAL] wordt getoond) om de cursor te wissen.
KN-knop, datadraaischijf en knoppen [PRE1] - [PRE4]
De functies van acht knoppen van de geëmuleerde hardware-
regelaars (zoals de Yamaha 01X) zijn toegewezen aan de vier
KN-knoppen op de MOTIF ES. Drukken op de knop [SF5]
verandert welke groep functies (1 - 4 of 5 - 8) aan de vier KN-
knoppen zijn toegewezen. Als [<<BANK] en [BANK>>] in de
display worden getoond, kunt u de knoppen [F4] en [F5] ge-
bruiken om de bank van acht tracks/parts (aangegeven in de
display) die moeten worden bestuurd, te wijzigen.
De acht knoppen van de geëmuleerde hardwareregelaars
(zoals de Yamaha 01X) kunnen ook als schakelaars worden
gebruikt. Aangezien de vier knoppen van de MOTIF ES echter
geen schakelmogelijkheid hebben, worden de knoppen
[PRE1] - [PRE4] daarvoor in de plaats gebruikt. Voor uw
gemak is de schakelfunctie die overeenkomt met de laatste
knop die is bediend, ook automatisch toegewezen aan de
knop [ENTER].
Terwijl de acht knoppen van de geëmuleerde apparaten
'eindeloze' draairegelaars hebben, stoppen de vier knoppen
van de MOTIF ES op een zeker punt. Bij enkele parameters
kan dit beteken dat de waarde misschien niet de minimum en
maximum punten kan bereiken. Als dit gebeurt, kunt u de
datadraaischijf gebruiken om de waarde naar wens aan te
passen. Voor uw gemak staat de datadraaischijf ingeschakeld
voor de parameter die overeenkomt met de knop waar het
laatst aan is gedraaid.
n Om de functie van de datadraaischijf, de knoppen [INC/YES] en
[DEC/NO] naar de originele songpositiebesturing terug te zetten,
drukt u op de knop [SF4] (als het menu [DIAL] wordt getoond) om de
cursor te wissen.
CS-schuifregelaars
De functies van de acht faders op de Mackie Control, Logic
Control en 01X zijn toegewezen aan de vier CS-schuiven van
de MOTIF ES. Drukken op de knop [SF5] verandert de func-
ties van de groep (1 - 4 of 5 - 8) die zijn toegewezen aan de
vier schuiven. Als [<<BANK] en [BANK>>] in de display
worden getoond, kunt u de knoppen [F4] en [F5] gebruiken
om de bank van acht tracks/parts (aangegeven in de display)
die moeten worden bestuurd, te wijzigen.
Knoppen [F1] - [F6] en [SF1] - [SF5]
De functies die aan deze knoppen zijn toegewezen, hangen
af van de geselecteerde modus (A of B) en de specifieke soft-
ware die wordt gebruikt (zoals ingesteld in stap 3 in 'Instellen
van de MOTIF ES' op blz. 148).
Als de modus is ingesteld op 'General' zijn deze knoppen zo-
danig toegewezen dat ze dezelfde functies uitvoeren als de
paneelknoppen van de Yamaha 01X, voor het bedienen van
diverse Yamaha muziek-/audiosoftwareprogramma's. De cor-
responderende namen van de 01X paneelknoppen worden
ook onder in de display van de MOTIF ES aangegeven.
Als de modus is ingesteld op 'Logic' zijn deze knoppen zo-
danig toegewezen dat ze dezelfde functies uitvoeren als de
paneelknoppen van de Logic Control, voor het besturen van
Logic Control op de computer. De corresponderende namen
van de paneelknoppen van Logic Control worden ook onder
in de display van de MOTIF ES aangegeven.
Als de modus is ingesteld op 'Cubase' of 'SONAR' of 'D.Perf' zijn
deze knoppen dusdanig toegewezen dat ze dezelfde func-ties
uitvoeren als de paneelknoppen van de Mackie Control, voor
het besturen van de corresponderende software op de
computer. De corresponderende namen van de paneelknoppen
van de Mackie Control worden ook onder in de display van de
MOTIF ES aangegeven.
De functietoewijzing kan worden gewijzigd door op de [KNOB
CONTROL FUNCTION]-knoppen te drukken.
De functietoewijzingstabel van de knoppen [F1] - [F6] en
[SF1] - [SF5] voor elk van DAW-softwareprogramma's kunt u
in het afzonderlijke boekje Data List vinden.
n Onder de functies die aan de knoppen [F1] - [F6] en [SF1] - [SF5] zijn
toegewezen, zijn de functies die met spekhaken zijn aangegeven
(zoals [DIAL]), niet gerelateerd aan de Mackie Control, Logic Control
of 01X, maar deze zijn uniek voor de MOTIF ES.
Datadraaischijf, de knop [INC/YES] en de knop [DEC/NO]
Ofschoon de datadraaischijf en de knoppen [INC/YES]/[DEC/
NO] over het algemeen zijn bedoeld om de songpositie in de
DAW-software te veranderen, wordt, als er aan één van de KN-
knoppen van de MOTIF ES wordt gedraaid, de besturingsfunc-
tie die aan die knop is toegewezen automatisch ook aan deze
paneelregelaars toegewezen, en het menu [DIAL] verschijnt (bij
de knop [SF4]). In dit geval kunnen deze regelaars niet worden
gebruikt om de songpositie te regelen. Om de functie van de
datadraaischijf, de knoppen [INC/YES] en [DEC/NO] naar de
originele songpositiebesturing terug te zetten, drukt u op de
knop [SF4] (als het menu [DIAL] wordt getoond) om het menu
[DIAL] te wissen.
OPM.
OPM.
OPM.