Operation Manual

Basisstructuur
Interne structuur (systeemoverzicht)
160
Gebruikershandleiding
Normale voices & drumvoices
Intern zijn er twee voicetypen: normale voices en drumvoices.
Normale voices zijn over het algemeen geluiden van chromatisch
gestemde typen muziekinstrumenten die over het hele toetsen-
bord kunnen worden bespeeld. Drumvoices zijn over het alge-
meen percussie-/drumgeluiden die aan de afzonderlijke toetsen
van het toetsenbord zijn toegewezen. Een verzameling toegewe-
zen percussie-/drumwaves of normale voices worden een drumkit
genoemd.
GM-voices
GM (General MIDI) is een wereldwijde standaard voor voice-
organisatie en MIDI-functies voor synthesizers en toongenerators.
Het was in de eerste plaats ontworpen om ervoor te zorgen dat
alle songdata die waren gecreëerd met een bepaald GM-appa-
raat nagenoeg hetzelfde zouden klinken op elk andere GM-apparaat
– ongeacht de fabrikant of het model. De GM-voicebank van de-
ze synthesizer is ontworpen om op een gepaste manier GM-song-
data terug te spelen. Vergeet echter niet dat het kan zijn dat het
geluid niet exact hetzelfde klinkt als bij de originele toongenerator.
Toongeneratorparameters die het geluid van de voice produceren
Onder de verscheidene parameters die één voice vormen, Oscil-
lator, Pitch, Filter, Amplitude, LFO en drie envelopegeneratoren
(PEG, FEG, AEG) zoals te zien in de illustratie op blz. 160-162 zijn
er de basisparameters voor het creëren van het geluid van de
voice. Parameters voor de oscillator, toonhoogte (pitch), het filter
en de amplitude bepalen de drie basiselementen van het geluid –
de Pitch (hoe laag of hoe hoog het is), de Tone (de totale klank-
kleur) en het Volume (hoe hoog zijn volumeniveau is) van de voice.
Parameters zoals LFO en EG (envelopegenerator) bepalen de
overgang voor deze drie basiselementen van het geluid vanaf het
moment dat het geluid begint tot het moment dat het geluid stopt.
In de secties die volgen zullen we gedetailleerd de geluidgerela-
teerde parameters uitleggen en zorgen we voor een introductie
van de basis van elektronische synthese.
Oscillator
Dit gedeelte voert de wave uit die de basistoonhoogte bepaalt. U
kunt de wave (of het basisgeluidsmateriaal) aan elk van de elemen-
ten van de normale voice, of aan elke toets van de drumvoice toewij-
zen. Bij de normale voice kunt u het nootbereik voor het element in-
stellen (het nootbereik van het toetsenbord waarover het element zal
klinken) alsook de aanslagreactie (het aanslagbereik waarbinnen het
element zal klinken). U zou bijvoorbeeld één element in kunnen stel-
len om te klinken in het bovenste gedeelte van het nootbereik en een
ander element voor in het lagere nootbereik. U kunt dus zelfs met de-
zelfde voice over twee verschillende geluiden voor verschillende ge-
bieden van het toetsenbord beschikken of u kunt twee elementen
elkaar laten overlappen zo dat hun geluiden in een ingesteld gebied
samenklinken (layer). Bovendien kunt u elk van de elementen zo
instellen dat ze in verschillende aanslagbereiken klinken, zodat het
ene element klinkt bij een zachte aanslag en een ander element bij
een hogere aanslag. Zie de illustratie links op deze bladzijde.
n U kunt de wave via de volgende handelingen toewijzen.
[VOICE] Selectie voice [EDIT] Selectie element/Selectie
drumtoets [F1] OSC [SF1] WAVE
Strikt gesproken is wat hier aan een element of toets wordt toegewe-
zen geen 'wave', maar een 'waveform'. Het verschil tussen de twee
termen wordt op blz. 173 verklaard.
Pitch (toonhoogte)
Dit gedeelte regelt de toonhoogte van het geluid (wave) dat door
de oscillator wordt uitgevoerd. Bij de normale voice kunt u de af-
zonderlijke elementen stemmen, Pitch Scaling (toonhoogtescha-
ling) toepassen, enzovoorts. Ook kunt u door het instellen van de
PEG (toonhoogte-envelopegenerator) regelen hoe de toonhoogte
in de loop van de tijd verandert.
PEG (Toonhoogte-envelopegenerator)
Door de PEG te gebruiken kunt u de overgang in de toonhoogte
regelen vanaf het moment dat het geluid begint tot het moment
dat het geluid stopt. U kunt de PEG creëren door de hieronder
geïllustreerde parameters in te stellen. Als u op een noot van het
toetsenbord drukt, zal de toonhoogte van de voice overeenkom-
stig deze envelope-instellingen veranderen. Dit is handig voor het
creëren van automatische toonhoogteveranderingen, wat bijvoor-
beeld heel effectief is bij de Synth Brass. Bovendien kunnen er
verschillende PEG-parameters voor elk van de elementen of voor
elk van de toetsen worden ingesteld.
Key 1 Key 5 Key 10 Key 18 Key 21 Key 73
C0
C1 C6
Waveform (preset 1-1859, user 1-1024)
Normale voice
Afzonderlijke
drumgeluiden
(verschillend
voor elke toets)
Drumvoice
Één voice
Element 4
Element 1
Element 2
Element 3
Aanslag
[VOICE] Selectie voice [EDIT] Selectie element/
selectie drumtoets [F1] OSC
[VOICE]
Selectie voice
[EDIT]
Selectie element/
selectie drumtoets
[F2] PITCH
0
Toon-
hoogte
Hold-
niveau
Attack-
niveau
Decay1-
niveau
Sustain-niveau
(Decay2-niveau)
Release-
niveau
Hold-
tijd
Attack-
tijd
Decay1-
tijd
Decay2-
tijd
Release-
tijd
Tijd
De toets indrukken (toets aan) De toets loslaten (toets uit)
OPM.