Operation Manual

Naslaginformatie Modus Song
Modus Song Job
226
Gebruikershandleiding
De modus Song Job bevat een uitgebreide set bewerkingshulpmiddelen en dataomzetfuncties die u kunt gebruiken om het geluid van de song
te veranderen.
Het bevat ook een verscheidenheid aan handige handelingen, zoals het kopiëren of wissen van data.
Na het via de geselecteerde display naar wens instellen van de parameters, drukt u op de knop [ENTER] om de job uit te voeren.
Het bericht 'Executing...' wordt getoond als het even duurt om de job uit te voeren. Probeer het instrument nooit uit te zetten terwijl er een 'Executing...'-
bericht wordt getoond. Het instrument uitzetten in deze toestand resulteert in het verloren gaan van alle userdata.
ControlChange Deze events regelen het geluid en bepaalde responskarakteristieken van de voice, en worden gewoonlijk gegene-
reerd/opgenomen door een regelaar (zoals een modulatiewiel, knop, schuif of voetregelaar) te bewegen.
FCTRL NO (besturingsnummer) Bepaalt het besturingswijzigingsnummer.
Instellingen: 000 ~ 127
n Voor details over de specifieke functies die aan elk van de nummers zijn toegewezen, zie blz. 182.
FDATA Zie blz. 182.
Instellingen: 000 ~ 127
Ch.AfterTouch
(kanaalaftertouch)
Dit event wordt gegenereerd als er druk wordt toegepast op een toets nadat de noot is gespeeld.
FDATA Dit vertegenwoordigt de hoeveelheid druk die op de toets wordt toegepast.
Instellingen: 000 ~127
PolyAfterTouch
(polyfone aftertouch)
Dit event wordt gegenereerd als er druk wordt toegepast op een toets nadat de noot is gespeeld. In tegenstelling tot
kanaalaftertouch boven, wordt dit voor elke afzonderlijke ingedrukte toets opgenomen en toegepast.
FNOTE (nootnaam) Bepaalt de toets waarop aftertouch wordt toegepast.
Instellingen: C -2 ~ G8
FDATA Dit vertegenwoordigt de hoeveelheid druk die op de toets wordt toegepast.
Instellingen: 000 ~ 127
RPN
(geregistreerd
parameternummer)
Dit event verandert parameterwaarden voor elke toongeneratorpart. Dit event wordt gebruikt om partinstellingen
zoals pitchbendgevoeligheid of stemming in te stellen.
FMSB-LSB Zie blz. 183.
Instellingen: 000 ~ 127
FDATA (Data-invoer-MSB-LSB) Zie blz. 182.
Instellingen: 000 ~ 127, ***
n Normaal gesproken worden er drie typen besturingswijzigingsdata verzonden: RPN MSB (101), RPN LSB (100) en data-invoer-MSB (6). In deze synthesizer wordt data-
invoer-LSB (38) hieraan toegevoegd en de resulterende groep besturingswijzigingsevents worden er als één in deze display behandeld.
NRPN (niet-geregistreerd
parameternummer)
Deze events worden gebruikt om de parameterwaarden voor elke toongeneratorpart te wijzigen. Ze kunnen worden
gebruikt om geluiden via MIDI te bewerken, waardoor u filter- of EG-instellingen kunt bewerken, of de toonhoogte of
het niveau voor elk van de instrumenten van een drumvoice aan kunt passen.
FMSB-LSB Zie blz. 183.
Instellingen: 000 ~ 127
FDATA (Data-invoer-MSB-LSB) Zie blz. 182.
Instellingen: 000 ~ 127, ***
n Normaal gesproken worden er drie typen besturingswijzigingsdata verzonden: NRPN MSB (99), NRPN LSB (98) en data-invoer-MSB (6). In deze synthesizer wordt
deze groep van besturingswijzigingsevents als één in deze display behandeld. Voor een compleet overzicht van de beschikbaar RPN- en NRPN-nummers en hun
corresponderende regelaars, raadpleegt u het MIDI Data Format in het afzonderlijke boekje Data List.
Exclusief (systeemexclusief)
Een type MIDI-bericht dat wordt gebruikt om data die uniek zijn voor een specifiek model of type apparaat uit te wisselen.
In tegenstelling tot andere MIDI-events, verschillen deze events afhankelijk van de fabrikant/het apparaat, en zijn ze
incompatibel tussen verschillende apparaten.
FDATA (HEX) Zie blz. 184.
Instellingen: 00 ~7F, F7 (Data moeten hier in het hexadecimale formaat worden ingevoerd.)
Modus Song Job
[SONG] Selectie song [JOB]
[F1] UNDO/REDO
De job Undo annuleert de wijzigingen die u in uw meest recente opnamesessie, bewerkingssessie of job heeft gemaakt, waardoor de data naar de voorgaande
staat worden teruggebracht. Hierdoor kunt u per ongeluk gewiste data weer herstellen. Redo is alleen beschikbaar na het gebruik van Undo, en hiermee kunt u
de veranderingen die u heeft gemaakt door Undo te gebruiken, ongedaan maken.
Undo/Redo werkt niet bij samplevoice- en mixvoicehandelingen.
[F2] NOTE (job voor nootdata)
PAS OP
PAS OP
OPM.
OPM.
OPM.