Operation Manual

Naslaginformatie Modus Sampling
Modus Sampling Edit
255
Gebruikershandleiding
Via deze modus beschikt u over een verscheidenheid aan samplebewerkingshulpmiddelen, waarmee u de samples die u in de modus
Sampling Record heeft opgenomen kunt veranderen en u ze desgewenst zo kunt aanpassen dat ze geschikt zijn voor de toepassingen.
n Voor samples die in stereo (met Stereo Sampling) zijn opgenomen, worden zowel de linker- als rechter-waves (golfvormen) van de sample samen bewerkt.
In de daadwerkelijke bewerking, worden alle bewerkingen die op de wave van het linkerkanaal worden toegepast precies zo op het rechterkanaal toege-
past. De uitzondering hierop is vanzelfsprekend Pan — aangezien de sample reeds in stereo is.
n In tegenstelling tot in de modus Sampling Record, zijn alle parameters en functies van de modus Sampling Edit dezelfde, ongeacht welke modus voorheen
was geselecteerd.
n Alle samplebewerkingshandelingen worden op de waveform (de daadwerkelijke sample) toegepast, niet op de voice.
Measure (maat) Bepaalt het aantal maten in de sample die in plakjes moet worden gesneden.
Als de handeling Slice is uitgevoerd, worden de sequencedata voor het corresponderende aantal aangegeven maten
gecreëerd. De sequencedata worden van het begin van de huidige maat gecreëerd, waar het samplen wordt begonnen.
Instellingen: 1~8
Meter Bepaalt de maatsoort van de sample. De instelling hier vormt de basiseenheid voor het in plakjes snijden.
Instellingen: 1/16 ~ 16/16, 1/8 ~ 16/8, 1/4 ~ 8/4
SubDivide De parameter Meter stelt de basiseenheid voor het in plakjes
snijden in en SubDivide bepaalt een nog fijnere resolutie voor
frasen die gedeelten met kortere noten bevatten. Voor de rechts
getoonde frase bijvoorbeeld, zou de maatsoort (Meter) op 4/4 en
SubDivide op 1/2 moeten worden ingesteld.
Instellingen:
Als Meter is ingesteld op 1 ~ 8/4 ...... kwartnoot (1/1), 1/8-noot (1/2), 1/4-
noottriool (1/3), 1/16-noot (1/4), 1/8-noottriool (1/6), 1/32-noot (1/8), 1/16-noottriool (1/12)
Als Meter is ingesteld op 1 ~ 16/8 .... 1/8-noot (1/1), 1/16-noot (1/2), 1/8-noottriool (1/3), 1/32-noot (1/4), 1/16-noottriool (1/6)
Als Meter is ingesteld op 1 ~ 16/16 .. 1/16-noot (1/1), 1/32-noot (1/2), 1/16-noottriool (1/3)
n Deze parameter heeft geen effect als de parameter Slice Type is ingesteld op beat (tel) 1~3.
n De maximale resolutie voor Slice voor stereosamples is 64 plakjes (slices) en voor monosamples 128.
Sens (envelopegevoeligheid) Past de subdivisies verder aan, zoals aangegeven door de parameter SubDivide. Hogere waarden resulteren in
hogere resolutie, waardoor zelfs kortere noten en kortere geluiden kunnen worden gedetecteerd en in plakjes kun-
nen worden gesneden. Gebruik de functie Audition (druk op [SF1]) om de resultaten te horen en als u er niet tevre-
den mee bent, wijzig dan de instellingen en probeer het nogmaals.
Instellingen: 1 ~ 5
n Deze parameter heeft geen effect als het slice-type 'quick' is geselecteerd.
Modus Sampling Edit
[INTEGRATED SAMPLING] [EDIT]
[F1] KEYBANK
Via deze display kunt u de bestemmingslocatie bepalen waarop de opgenomen sample zal worden opgeslagen.
Waveform (golfvorm) Selecteer een waveform die een sample bevat die u wilt bewerken. Verplaats de cursor naar het waveform-nummer
en selecteer het gewenste nummer met de knop [INC/YES], de knop [DEC/NO] of de datadraaischijf.
Om de gewenste Key Bank (toetsbank) te selecteren, houdt u de knop [INFORMATION] ingedrukt en drukt u daarbij
de betreffende toets op het toetsenbord in. Druk op de knop [SF2] SELECT om de samples die aan de geselecteer-
de Key Bank (toetsbank) zijn toegewezen in volgorde op te roepen.
Keybank (toetsbank) Geeft informatie over de geselecteerde Key Bank (toetsbank) aan. Het toetsbereik en aanslagbereik (die hier niet
kunnen worden bewerkt) kunnen in de display [F4] RANGE worden bewerkt.
[SF1] AUDITION
U kunt de geselecteerde sample beluisteren door op de knop [SF1] te drukken.
[SF2] SELECT
Druk op de knop [SF2] om de samples die aan de geselecteerde Key Bank (toetsbank) zijn toegewezen in volgorde
op te roepen.
n
De knoppen [SF1] AUDITION en [SF2] SELECT kunnen ook met andere displays in de modus Sampling Edit en de modus Sampling Job op dezelfde manier wor den gebruikt.
[F2] TRIM
Deze handeling is gelijk aan die in de modus Sampling Record (als het sampletype op 'slice+seq' is ingesteld). Zie blz. 253.
[F3] PARAM (parameter)
Level (niveau) Bepaalt het uitgangsniveau van de geselecteerde sample.
Instellingen: -94.5 dB ~ -0.0 dB
Pan Bepaalt de stereopositie van de geselecteerde sample. Merk alstublieft op dat dit niet beschikbaar is voor samples
die in stereo zijn opgenomen.
Instellingen: L64 (uiterst links) ~ C (midden) ~ R63 (uiterst rechts)
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.