User Manual
CLP-F01 Selecteren & bespelen van voices
28
Twee voices combineren (dualmode)
U kunt tegelijkertijd twee voices over het hele toetsenbord bespelen. Op deze manier kunt u een melo-
disch duet simuleren of twee gelijksoortige voices combineren om zo een voller geluid te creëren.
1. De dualmode activeren.
Druk op twee voice knoppen tegelijkertijd (of druk op één voice knop terwijl u
een andere ingedrukt houdt). De voice indicators van beide geselecteerde voices
lichten op als de dualmode actief is.
• Overeenkomstig de voicenum-
merprioriteit, zoals te zien in het
diagram rechts, worden lagere
voicenummers als 1e voice gezien
(de andere voice zal als 2e voice
worden gezien).
De CLP-F01 functiemode geeft toegang tot een aantal andere dualmode func-
ties, zoals volume balans instelling of octaaf instelling (blz. 44). (Als u de dual-
mode functies niet instelt, zullen de geschikte instellingen standaard door de elk
van de voices worden ingesteld.)
2. De dualmode verlaten en terugkeren naar de nor-
male speelmode.
Om terug te keren naar de normaal enkelvoudige voice speelmode, drukt u op
een willekeurige voice knop.
MASTER VOLUME
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
MIN MAX
DEMO METRONOME
START/STOP
TEMPO
/
FUNCTION
TEMPO
FUNCTION
TEMPO/OTHER VALUE
-
NO YES
+
PRESET
USER 1
USER 2
TRACK
1
TRACK
2
START/STOP
REC
USER 3
SONG
GRAND
PIANO 1
CHURCH
ORGAN
STRINGS
E.PIANO
2
E.PIANO
1
VIBRA-
PHONE
HARPSI-
CHORD
CHOIR E.BASS SPLIT
VARIATION
GRAND
PIANO 2
GRAND
PIANO 3
JAZZ
ORGAN
WOOD
BASS
VOICE
GUITAR/
CLAVI.
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
CHORUS
PHASER
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
ON
REVERB EFFECT TOUCH TRANSPOSE
12
Procedure
OPMERKING
De dual en split (blz. 29) modes
kunnen niet gelijktijdig actief zijn.
TIP
[VARIATION] in de dualmode
De indicator van de [VARIA-
TION] knop zal oplichten als de
variatie is geactiveerd voor één
of beide voices van de dualmode
voices. Terwijl de dualmode
actief is, kan de [VARIATION]
knop worden gebruikt om de
variatie voor beide voices aan of
uit te zetten.
Om de variatie alleen voor één
van de voices aan of uit te zetten,
houdt u de voice knop van de
andere voice ingedrukt en drukt
u op de knop van de voice waar-
van u de variatie wilt wijzigen.
TIP
[REVERB] in de dual mode
Het reverb type dat is toegewe-
zen aan de 1e voice zal voor-
rang krijgen op de andere. (Als
reverb is ingesteld op uit, zal het
reverb type van de 2e voice wor-
den gebruikt.) De reverb-diepte
instelling die via de paneel rege-
laars wordt gemaakt, d.w.z. de
[–/NO] of [+/YES] knoppen
gebruiken terwijl de [REVERB]
knop ingedrukt is — zie blz. 24),
zal alleen op de 1e voice worden
toegepast.
TIP
[EFFECT] in de dualmode
Afhankelijk van de omstandig-
heden zal één effect type voor-
rang krijgen op de andere. De
diepte zal worden bepaald aan
de hand van de standaard diep-
tewaarde van de voice combi-
natie. Door echter de functie F3
(zie blz. 44) te gebruiken kunt u
de dieptewaarde van elke voice
naar wens wijzigen.
De effecte diepte instelling die
via de paneel regelaars wordt
gemaakt, dat wil zeggen de
[–/NO] of [+/YES] knoppen
gebruiken terwijl de [EFFECT]
knop ingedrukt gehouden wordt
— zie blz. 25), zal alleen op de
1e voice worden toegepast.
GRAND
PIANO 1
CHURCH
ORGAN
STRINGS
E.PIANO
2
E.PIANO
1
VIBRA-
PHONE
HARPSI-
CHORD
CHOIR E.BASS
GRAND
PIANO 2
GRAND
PIANO 3
JAZZ
ORGAN
WOOD
BASS
VOICE
GUITAR/
CLAVI.
12
12 13 14
34567
8 9 10 11
Voicenummerprioreit