User Manual
CLP-F01 Gedetailleerde instellingen - [FUNCTION]
44
U kunt verscheidene parameters voor de dual-
mode instellen om zo de instellingen voor de
songs die u speelt te optimaliseren, zoals de
volumebalans aanpassen tussen twee voices.
Dualmode functie instellingen worden voor
elke voice combinatie afzonderlijk ingesteld.
1. Selecteer de voices in de dualmode, activeer
de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES] knop om de dualmode
functie’s sub-mode te activeren en gebruik ver-
volgens de [TEMPO/FUNCTION# ▼ ▲] knop-
pen om de gewenste sub-mode te selecteren.
Druk op de [–/NO] [+/YES] knop om de
waarden toe te wijzen.
Sub-mode
F3.1: Dual balans
Instelbereik: 0 – 20 (De instelling “10” produceert
een gelijke balans tussen de twee
dualmode voices. Instellingen onder
de “10” verhogen het volume van de
2e voice ten opzichte van de 1e voice,
en instellingen boven de “10” verho-
gen het volume van de 1e voice ten
opzichte van de 2e voice.)
Normale instelling: Anders voor elke voice combinatie.
U kunt één voice instellen als de algemene voice, en een
andere voice als een zachtere, bijgemengde voice.
F3.2: Dual ontstemmen
Instelbereik: -10 – 0 – 10 (Bij positieve waarden
wordt de toonhoogte van voice 1
verhoogd en de toonhoogte van
voice 2 verlaagd. Bij negatieve
waarden wordt de toonhoogte van
voice 1 verlaagd en de toonhoogte
van voice 2 verhoogd.)
Normale instelling: Anders voor elke voice combinatie.
Ontstem voice 1 en voice 2 in de dualmode om een voller
geluid te creëren.
F3.3: Voice 1 octavering
F3.4: Voice 2 octavering
Instelbereik: –1, 0, 1
Normale instelling: Anders voor elke voice combinatie.
U kunt afzonderlijk voor voice 1 en voice 2 de toon-
hoogte verhogen en verlagen in stappen van een octaaf.
Afhankelijk van welke voices u combineert in de dual-
mode, kan de combinatie beter klinken als één van de
voices een octaaf omhoog of omlaag wordt geschoven.
F3.5: Voice 1 effect diepte
F3.6: Voice 2 effect diepte
Instelbereik: 0 – 20
Normale instelling: Anders voor elke voice combinatie.
Deze functies maken het mogelijk om de diepte van het
effect voor de 1e en de 2e dualmode voices afzonderlijk
in te stellen. (De effectdiepte instellingen kunnen alleen
worden gewijzigd als het
[EFFECT] op AAN staat. De
functiemode moet worden verlaten voordat [EFFECT]
kan worden aangezet.)
• “Voice 1” en “Voice 2” worden uitgelegd op blz. 28.
F3.7: Reset
Deze functie reset alle dual-mode functies naar hun stan-
daard waarden. Druk op de [+/YES] knop om de waar-
den te resetten.
F3. Dualmode functies
OPMERKING
Als de dualmode niet is geactiveerd zal er verschijnen,
in plaats van en de dualmode functies kunnen niet
worden geselecteerd. U kunt van de functiemode naar de
dualmode schakelen.
TIP
Het beschikbare instelbereik is groter in het lagere bereik
(± 60 cents voor A-1), en kleiner in het hoge bereik (± 5 cents
voor C7). (100 cents komt overeen met één halve noot.)
TIP
DIRECT:
U kunt direct naar de dualmode functies springen door
op de [TEMPO/FUNCTION#] knop te drukken terwijl u de
twee dualmode voice knoppen ingedrukt houdt.
Om de functiemode te verlaten is het nog steeds nodig dat u
op de [TEMPO/FUNCTION#] knop drukt, zodat de tempo
indicator oplicht.