Operation Manual

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
DAU22760
Spanning aandrijfketting
De spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld.
DAU22794
Aandrijfketting controleren op spanning
1. Zet de motorfiets op de middenbok.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.
3. Meet de spanning van de aandrijfket-
ting zoals getoond.
4. Stel de spanning van de ketting als
volgt bij als deze niet correct is.
DAU49312
Om de spanning van de aandrijfketting
af te stellen
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
de spanning van de aandrijfketting afstelt.
1. Haal de motorfiets van de middenbok
en klap de zijstandaard omlaag.
2. Draai de wielasmoer los en draai dan
de borgmoeren los aan beide zijden
van de achterbrug.
3. Zet de motorfiets op de middenbok.
4. Draai om de aandrijfketting strakker te
stellen de stelbout aan beide uiteinden
van de achterbrug in de richting (a).
Stel de ketting losser door de stelbout
aan beide uiteinden van de achterbrug
in de richting (b) te draaien en dan het
achterwiel naar voren te drukken. LET
OP: Een onjuiste kettingspanning
leidt tot overbelasting van de motor
en andere essentiëIe onderdelen
van de machine en kan resulteren in
overslaan of breken van de ketting.
Houd om dit te voorkomen de ket-
tingspanning binnen de gespecifi-
ceerde waarden.
[DCA10571]
OPMERKING
Gebruik voor een goede wieluitlijning de uit-
lijnmerktekens aan beide zijden van de ach-
terbrug om zeker te zijn dat beide
kettingspanners dezelfde positie hebben.
5. Haal de motorfiets van de middenbok
en klap de zijstandaard omlaag.
6. Trek de asmoer en daarna de borg-
moeren aan met de voorgeschreven
aanhaalmomenten.
1. Spanning aandrijfketting
Spanning aandrijfketting:
20.0–30.0 mm (0.79–1.18 in)
1. Wielasmoer
2. Stelbout spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
4. Kettingspanner
5. Uitlijnmerktekens
1
4
5
2 3
(a)
(b)
U1CAD1D0.book Page 26 Tuesday, September 13, 2011 3:36 PM