Operation Manual

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-39
6
2. Zet de machine op de middenbok.
3. Verwijder aan beide zijden de rem-
slanghouders door de bout en de moer
los te halen.
4. Verwijder aan beide zijden de rem-
klauwen door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachtig de rem niet na-
dat de remklauwen zijn verwijderd,
hierdoor worden de remblokken te-
gen elkaar geknepen.
[DCA11051]
5. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel.
DAU40071
Aanbrengen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Monteer aan beide zijden de remklau-
wen door de bouten aan te brengen.
OPMERKING
Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd.
4. Monteer aan beide zijden de rem-
slanghouders door de bout en de moer
aan te brengen.
5. Haal het voertuig van de middenbok,
zodat het voorwiel op de grond staat
en klap daarna de zijstandaard om-
laag.
6. Zet de wielas, de voorwielasklembout
en de remklauwbouten vast met de
voorgeschreven aanhaalmomenten.
7. Duw het stuur enkele malen stevig op
en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
1. Klembout voorwielas
2. Wielas
3. Remklauwbout
3
2
1
1. Remslanghouder
2. Bout en moer
3. Remklauwbout
4. Remklauw
Aanhaalmomenten:
Wielas:
72 Nm (7.2 m·kgf, 52 ft·lbf)
Klembout voorwielas:
23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
Remklauwbout:
40 Nm (4.0 m·kgf, 29 ft·lbf)
U1CAD1D0.book Page 39 Tuesday, September 13, 2011 3:36 PM