Operation Manual
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
21 Motorolie
• Verversen.
• Controleer het olieniveau en controleer de machine op
olielekkage.
√√√√√ √
22 Oliefilterpatroon • Vervangen. √√√
23 * Koelsysteem
• Controleer het koelvloeistofniveau en controleer de ma-
chine op vloeistoflekkage.
√√√√ √
• Verversen. Elke 3 jaar
24 *
Voor- en achterrem-
schakelaar
• Controleer de werking. √√√√√ √
25
Bewegende delen en
kabels
• Smeren. √√√√ √
26 *
Gaskabelhuis en gas-
kabel
• Controleer de werking en speling.
• Stel indien nodig de speling af.
• Smeer het gaskabelhuis en de gaskabel.
√√√√ √
27 * Luchtinlaatsysteem
• Controleer de luchtafsluitklep, de membraanklep en de
slang op beschadiging.
• Vervang indien nodig het volledige luchtinlaatsysteem.
√√√√ √
28 *
Uitlaatdemper en uit-
laatpijp
• Controleer of de schroefklem goed vastzit. √√√√√
29 *
Lampen, richtingaan-
wijzers en schakelaars
• Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.
√√√√√ √
NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT
KILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE
1 10203040
U1B3D3D0.book Page 4 Tuesday, July 18, 2006 9:22 AM