Operation Manual

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
6
OPMERKING
Een rubber hamer is handig om de wielas
los te tikken.
6. Druk het wiel naar voren en haal dan
de aandrijfketting van het achtertand-
wiel.
OPMERKING
De aandrijfketting hoeft niet te worden ge-
demonteerd om het achterwiel te verwijde-
ren en aan te brengen.
7. Verwijder het wiel. LET OP: Bekrach-
tig de rem niet nadat het wiel met de
remschijf is verwijderd, hierdoor
worden de remblokken tegen elkaar
geknepen. [DCA11071]
DAU32943
Om het achterwiel aan te brengen
1. Monteer het wiel en de remklauwsteun
door de wielas vanaf de rechterzijde in
te steken.
OPMERKING
Controleer of de sleuf in de remklauw-
steun over de aanslag op de achter-
brug is geplaatst.
Kijk of er voldoende afstand tussen de
remblokken is voordat u het wiel aan-
brengt.
2. Breng de aandrijfketting aan over het
achtertandwiel en stel dan de aandrijf-
ketting strak. (Zie pagina 6-22.)
3. Breng de wielasmoer aan.
4. Laat het achterwiel tot op de grond
zakken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
5. Draai de wielasmoer vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Borgmoer
2. Stelbout spanning aandrijfketting
3. Wielas
4. Remklauwsteun
5. Remklauw
1. Borging
2. Sleuf
Aanhaalmoment:
Wielasmoer:
120 Nm (12.0 m·kgf, 85 ft·lbf)
U5S5D2D0.book Page 36 Monday, August 4, 2008 9:24 AM