Operation Manual

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
4. Stel de spanning van de ketting als
volgt bij als deze niet correct is.
DAU34313
Om de spanning van de aandrijfketting
af te stellen
1. Draai de wielasmoer los en draai dan
de borgmoeren los aan beide zijden
van de achterbrug.
2. Draai om de aandrijfketting strakker te
stellen de stelbout aan beide uiteinden
van de achterbrug in de richting (a).
Stel de ketting losser door de stelbout
aan beide uiteinden van de achterbrug
in de richting (b) te draaien en dan het
achterwiel naar voren te drukken. LET
OP: Een onjuiste kettingspanning
leidt tot overbelasting van de motor
en andere essentiëIe onderdelen
van de machine en kan resulteren in
overslaan of breken van de ketting.
Houd om dit te voorkomen de ket-
tingspanning binnen de gespecifi-
ceerde waarden.
[DCA10571]
OPMERKING
Gebruik voor een goede wieluitlijning de uit-
lijnmerktekens aan beide zijden van de ach-
terbrug, om zeker te zijn dat beide
stelmoeren dezelfde positie hebben.
3. Trek de borgmoeren en dan de wielas-
moer aan met de voorgeschreven
aanhaalmomenten.
1. Spanning aandrijfketting
1. Borgmoer
2. Stelbout spanning aandrijfketting
3. Wielasmoer
4. Uitlijnmerktekens
5. Kettingtrekker
Aanhaalmomenten:
Borgmoer:
16 Nm (1.6 m·kgf, 11 ft·lbf)
Wielasmoer:
120 Nm (12.0 m·kgf, 85 ft·lbf)
U5S5D2D0.book Page 23 Monday, August 4, 2008 9:24 AM