Operation Manual

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-3
6
7 * Achterrem
Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.
√√√√√√
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
8 * Remslangen
Controleer op scheurtjes en be-
schadigingen.
√√√√√
Vervangen. Elke 4 jaar
9 * Wielen
Controleer de speling en contro-
leer op beschadigingen.
√√√√
10 * Banden
Controleer op slijtage en bescha-
digingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.
√√√√√
11 * Wiellagers
Controleer op speling of bescha-
digingen.
√√√√
12 * Achterbrug
Controleer op een correcte wer-
king en overmatige speling.
√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
13 Aandrijfketting
Controleer de spanning, uitlijning
en conditie van de aandrijfketting.
Stel de ketting af en smeer deze
grondig met een speciale smering
voor o-ringkettingen.
Elke 800 km (500 mi) en na elke wasbeurt of rit in de regen
14 * Balhoofdlagers
Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid.
√√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURT
KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE
1000 km
(600 mi)
10000 km
(6000 mi)
20000 km
(12000 mi)
30000 km
(18000 mi)
40000 km
(24000 mi)
U4S8D2D0.book Page 3 Wednesday, July 30, 2008 9:40 AM