Operation Manual
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-41
6
2. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze in de vorige para-
graaf “Ondersteunen van de
motorfiets”.
3. Verwijder aan beide zijden de rem-
slanghouders door de bout en de moer
los te halen.
4. Verwijder aan beide zijden de rem-
klauwen door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachtig de rem niet na-
dat de remklauwen zijn verwijderd,
hierdoor worden de remblokken te-
gen elkaar geknepen.
[DCA11051]
5. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel.
DAU39404
Aanbrengen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Laat het voorwiel tot op de grond zak-
ken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
4. Monteer de remklauwen door de bou-
ten aan te brengen.
OPMERKING
Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd.
5. Monteer de remslanghouders door de
bout en moer aan te brengen.
6. Zet de remklauwbouten en de rem-
slanghouderbouten vast met de voor-
geschreven aanhaalmomenten.
1. Klembout voorwielas
2. Wielas
3. Remklauwbout
3
2
1
1. Remslanghouder
2. Bout en moer
1. Remklauwbout
2. Remklauw
1
2
1
2
Aanhaalmomenten:
Remklauwbout:
40 Nm (4.0 m·kgf, 29 ft·lbf)
Remslanghouderbout:
6 Nm (0.6 m·kgf, 4.3 ft·lbf)
U39PD2D0.book Page 41 Thursday, November 1, 2012 9:53 AM