Operation Manual
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
Achterrem
• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge-
schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
6-25, 6-26
Koppeling
• Controleer de werking.
• Smeer indien nodig de kabel.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.
6-23
Gasgreep
• Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel-
len en de kabel en het kabelhuis te smeren.
6-20, 6-30
Bedieningskabels
• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig.
6-30
Aandrijfketting
• Controleer of de ketting correct is aangespannen.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer de conditie van de ketting.
• Smeer indien nodig.
6-27, 6-29
Wielen en banden
• Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
6-20, 6-23
Rem- en schakelpedalen
• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten.
6-30
Rem- en koppelingshendels
• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
6-31
ITEM CONTROLES PAGINA
U42PD2D0.book Page 2 Friday, November 30, 2012 11:34 AM