HANDLEIDING FZS600 YAMAHA MOTOR CO., LTD. GEDRUKT OP KRINGLOOPPAPIER PRINTED IN JAPAN 2002.06-0.
Shiro.
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM INLEIDING DAU04575 Welkom in de wereld van Yamaha rijders! Als eigenaar van de FZS600 profiteert u van Yamaha’s ervaring en technische kennis in het ontwerpen en fabriceren van producten van topkwaliteit, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven. Neem de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u alle voordelen van uw FZS600 optimaal kunt benutten.
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen: Het Safety Alert symbool betekent ATTENTIE! LET OP! HET GAAT OM UW VEILIGHEID! WAARSCHUWING Wanneer instructies vermeld in een WAARSCHUWING niet worden opgevolgd, kan dit leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel voor de motorrijder of omstanders of degene die de motorfiets inspecteert of repareert.
U5RTD1.book Page 2 Friday, June 21, 2002 3:39 PM BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DW000002 WAARSCHUWING _ LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG HELEMAAL DOOR VOORDAT U DEZE MOTORFIETS GAAT GEBRUIKEN.
U5RTD1.book Page 3 Friday, June 21, 2002 3:39 PM BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAU04229 FZS600 HANDLEIDING ©2002 door Yamaha Motor Co., Ltd. 1e uitgave, april 2002 Alle rechten voorbehouden. Elke vorm van herdruk of onbevoegd gebruik zonder schriftelijke toestemming van Yamaha Motor Co., Ltd. is uitdrukkelijk verboden. Printed in Japan.
U5RTD1.
U5RTD1.
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM GEEF VOORRANG AAN VEILIGHEID GEEF VOORRANG AAN VEILIGHEID .............................................
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM GEEF VOORRANG AAN VEILIGHEID DAU00021 1- Motorfietsen zijn schitterende machines die de motorrijder een onovertroffen gevoel van vrijheid kunnen geven. Er zijn echter wel bepaalde spelregels en beperkingen, waar u niet omheen kunt; ook de beste motorfiets kan niet meer dan de natuurwetten toestaan. 1 Regelmatige verzorging en onderhoud is van groot belang om de waarde en de goede conditie van uw motor te behouden.
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM BESCHRIJVING Aanzicht linkerzijde ........................................................................... 2-1 Aanzicht rechterzijde ......................................................................... 2-2 Schakelaars en instrumenten ............................................................
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM BESCHRIJVING DAU00026 2- Aanzicht linkerzijde 2 1. Stelbout veervoorspanning voorvork 2. Chokehendel 3. Luchtfilterelement 4. Zekeringen 5. Opbergcompartiment 6. Handgreep 7. Bagageriembevestiging 8. Zadelslot 9. Stelring veervoorspanning schokdemperunit 10. Schakelpedaal 11. Gasklepstelschroef 12.
U5RTD1.book Page 2 Friday, June 21, 2002 3:39 PM BESCHRIJVING Aanzicht rechterzijde 2 13. Bagageriembevestiging 14. Boordgereedschapsset 15. Handgreep 16. Remvloeistofreservoir achterrem 17. Radiatordop 18. Hoofdremcilinder voorrem 19. Kijkglas motorolieniveau 20. Vuldop motorolie 21. Rempedaal 22.
U5RTD1.book Page 3 Friday, June 21, 2002 3:39 PM BESCHRIJVING Schakelaars en instrumenten 2 1. Koppelingshendel 2. Schakelaargroep linkerstuurgreep 3. Snelheidsmeterunit 4. Contactslot/stuurslot-unit 5. Toerentellerunit 6. Brandstofniveaumeter 7. Schakelaargroep rechterstuurgreep 8. Remhendel 9.
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Contactslot/stuurslot-unit ................................................................... 3-1 Controlelampjes en waarschuwingslampjes ..................................... 3-3 Snelheidsmeterunit ........................................................................... 3-4 Toerentellerunit .................................................................................. 3-5 Zelfdiagnosesysteem .................
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU00027 3- 3 DAU00029 Contactslot/stuurslot-unit Via het contactslot/stuurslot worden het ontstekingssysteem en de verlichtingssystemen bediend en wordt het stuur vergrendeld. De diverse standen worden hierna beschreven. DAU00036 ON Alle elektrische systemen worden elektrisch gevoed en de motor kan worden gestart. De sleutel kan niet worden uitgenomen. DAU00038 OFF Alle elektrische systemen zijn uitgeschakeld.
U5RTD1.book Page 2 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU01574 (Parkeren) Het stuur is vergrendeld en de achterlichten en parkeerlichten branden, maar alle overige elektrische systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan worden uitgenomen. Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleutel naar “ ” te kunnen draaien. DCA00043 3 LET OP: _ Gebruik de parkeerverlichting niet gedurende langere tijd, anders kan de accu ontladen raken.
U5RTD1.book Page 3 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU00063 DAU04302 Controlelampje grootlicht “ ” Dit controlelampje gaat branden wanneer het grootlicht van de koplamp is ingeschakeld. Controlelampje koelvloeistoftemperatuur “ ” Dit controlelampje gaat branden als de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval de motor onmiddellijk af en geef deze de tijd om af te koelen. Het elektrisch circuit van het waarschuwingslampje kan via de volgende procedure worden getest.
U5RTD1.book Page 4 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN kan worden afgelegd. Deze informatie stelt u in staat de volgende tankstops te plannen. DAU04303 Controlelampje “ ” voor brandstofniveau Dit controlelampje gaat branden wanneer het brandstofniveau daalt tot beneden ca. 3,6 L. Vul in dat geval zo snel mogelijk brandstof bij. Het elektrisch circuit van het waarschuwingslampje kan via de volgende procedure worden getest. 1. Draai de sleutel naar “ON”. 2.
U5RTD1.book Page 5 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3 1. Toerenteller 2. Rode toerentellerzone 3. Klok DAU03954 Toerentellerunit Met de elektrische toerenteller kan de motorrijder het motortoerental controleren en dit binnen het ideale bereik houden. DC000003 LET OP: _ Laat de motor niet draaien terwijl de toerenteller aanwijst in de rode zone. Rode zone: 12.500 tpm en hoger Deze toerenteller is tevens voorzien van een klok. Om de klok op tijd te zetten: 1.
U5RTD1.book Page 6 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU01322 Zelfdiagnosesysteem DAU00109 OPMERKING: _ Dit model is uitgerust met een zelfdiagnosesysteem voor het circuit van de gasklepsensor. Als dit circuit defect is, zal de toerenteller herhaalde malen de volgende foutcode weergeven: Als de toerenteller 4.000 tpm aangeeft i.p.v. 3.000 tpm, is de rijsnelheidssensor mogelijk niet aangesloten of kortgesloten.
U5RTD1.book Page 7 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU03889 Richtingaanwijzerschakelaar “ / ” Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan naar rechts aan te geven. Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan naar links aan te geven. Na loslaten keert de schakelaar terug naar de middenstand. Om de richtingaanwijzers uit te schakelen wordt de schakelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in de middenstand. 3 1.
U5RTD1.book Page 8 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DC000006 DAU00143 Startknop “ ” Druk deze knop in om de motor door middel van de startmotor te starten. LET OP: _ Gebruik de alarmverlichting niet gedurende langere tijd, anders kan de accu ontladen raken. DC000005 LET OP: _ _ Zie pagina 5-1 voor startinstructies voordat u de motor start. _ 3 1. Noodstopschakelaar “ 2. Lichtschakelaar “ / 3.
U5RTD1.book Page 9 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3 1. Koppelingshendel 1. Schakelpedaal DAU00152 DAU00157 Koppelingshendel Schakelpedaal De koppelingshendel bevindt zich aan de linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het stuur toe om de koppeling te ontkoppelen. Laat de hendel los om de koppeling te laten aangrijpen. Voor een soepele werking van de koppeling moet de hendel snel ingetrokken worden en langzaam worden losgelaten.
U5RTD1.book Page 10 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 2. Draai de sleutel linksom naar de oorspronkelijke positie, neem hem uit en sluit dan het slotplaatje. OPMERKING: _ De tankdop kan alleen worden gesloten met de sleutel in het slot. Bovendien kan de sleutel niet worden uitgenomen als de tankdop niet correct gesloten en vergrendeld is. _ 1. Rempedaal DAU00162 Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechterzijde van de motorfiets.
U5RTD1.book Page 11 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DCA00104 DAU00185 LET OP: LET OP: _ _ Veeg gemorste brandstof direct af met een schone, droge en zachte doek, de brandstof kan immers schade toebrengen aan de lak of aan kunststof onderdelen. Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Loodhoudende benzine veroorzaakt ernstige schade aan inwendige motoronderdelen als kleppen en zuigerveren en ook aan het uitlaatsysteem. _ _ DAU04284* 3 1.
U5RTD1.book Page 12 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3 1. Chokehendel “ ” DAU03839 Chokehendel “ ” Voor het starten van een koude motor is een rijker lucht/brandstof mengsel nodig; via de choke wordt dit mengsel geleverd. Beweeg de chokehendel richting a om de choke aan te zetten. Beweeg de chokehendel richting b om de choke uit te zetten. 1. Zadelslot 2. Ontgrendelen. 1. Uitsteeksel 2. Zadelbevestiging DAU01319 Zadel Verwijderen van het zadel 1.
U5RTD1.book Page 13 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3 1. Opbergcompartiment DAU04292 Opbergcompartiment Dit opbergcompartiment is bedoeld voor het opbergen van een origineel Yamaha U-LOCK-slot. (Andere typen sloten passen mogelijk niet.) Bij het opbergen van een U-slot in het opbergcompartiment, moet dit stevig met de riemen worden bevestigd. Als het U-slot niet in het opbergcompartiment is opgeborgen, maak dan de riemen vast om deze niet te verliezen. 1. U-slot 2.
U5RTD1.book Page 14 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Stel de veervoorspanning als volgt af. Om de veervoorspanning te verhogen en zo de vering stugger te maken, wordt de stelring gedraaid richting a. Om de veervoorspanning te verlagen voor een zachtere vering wordt de stelring gedraaid in de richting b. OPMERKING: _ 1. Huidige instelling 2. Voorvorkplugbout 1. Stelring veervoorspanning 2.
U5RTD1.book Page 15 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU00315 DAU00330 Zijstandaard WAARSCHUWING De zijstandaard bevindt zich aan de linkerzijde van het frame. Trek of druk de zijstandaard met uw voet omhoog of omlaag terwijl u de motorfiets verticaal houdt. _ 3 Deze schokdemper is gevuld met stikstofgas onder hoge druk. Lees en begrijp de volgende informatie alvorens de schokdemper te gebruiken.
U5RTD1.book Page 16 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DW000044 WAARSCHUWING _ Met de motorfiets mag nooit worden gereden terwijl de zijstandaard omlaag staat of niet behoorlijk kan worden opgetrokken (of niet omhoog blijft), anders kan de zijstandaard de grond raken en zo de motorrijder afleiden, waardoor u de macht over het stuur verliest.
U5RTD1.book Page 17 Friday, June 21, 2002 3:39 PM FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN CD-01D OPMERKING: Deze controle is het meest betrouwbaar bij een warme motor. Met afgezette motor: 1. Klap de zijstandaard omlaag. 2. Controleer of de noodstopschakelaar in “ ” staat. 3. Draai de sleutel naar “ON”. 4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand. 5. Druk op de startknop. Slaat de motor aan? 3 JA Er is mogelijk iets mis met de vrijstandschakelaar.
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM CONTROLES VOOR HET STARTEN Controlelijst voor gebruik ...................................................................
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM CONTROLES VOOR HET STARTEN DAU01114 4- De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van de machine. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en wind vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het wegvallen van de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben.
U5RTD1.book Page 2 Friday, June 21, 2002 3:39 PM CONTROLES VOOR HET STARTEN ONDERDEEL CONTROLES PAGINA Gasgreep • Controleer of de werking soepel is. • Controleer de vrije slag van de kabel. • Vraag zo nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stellen, en de kabel en het kabelhuis te smeren. 6-20, 6-30 Bedieningskabels • Controleer of de werking soepel is. • Smeer als dat nodig is. Aandrijfketting • • • • Controleer of de ketting correct is aangespannen. Stel zo nodig bij.
U5RTD1.book Page 3 Friday, June 21, 2002 3:39 PM CONTROLES VOOR HET STARTEN OPMERKING: _ Voordat de motorfiets wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt maar weinig tijd in beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard. _ DWA00033 WAARSCHUWING _ Wanneer functies vermeld in de Controlelijst voor Gebruik niet naar behoren werken, laat dan een inspectie uitvoeren en eventueel repareren voordat u de machine gebruikt.
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE Starten van een koude motor ............................................................ 5-1 Starten van een warme motor ........................................................... 5-3 Schakelen van versnellingen ............................................................. 5-3 Tips voor een zuinig brandstofverbruik ............................................. 5-4 Inrijperiode ...........................................
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU00372 5- DAU00373 WAARSCHUWING _ ● Zorg dat u volkomen vertrouwd bent met alle bedieningsfuncties en hun werking voordat u gaat rijden. Informeer bij een Yamaha dealer als u de werking van een schakelaar of functie niet volkomen begrijpt. ● Start de motor nooit in een afgesloten ruimte en laat deze hierin ook niet lange tijd aaneen draaien.
U5RTD1.book Page 2 Friday, June 21, 2002 3:39 PM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE OPMERKING: ● Als het controlelampje voor koel- Als de motor niet wil starten, laat dan de startknop los, wacht een paar seconden en probeer het dan opnieuw. Iedere startpoging moet zo kort mogelijk duren om de accu te sparen. Laat de startmotor nooit langer dan 10 seconden aaaneen draaien.
U5RTD1.book Page 3 Friday, June 21, 2002 3:39 PM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU01258 DC000048 Starten van een warme motor LET OP: Volg dezelfde procedure als bij starten van een koude motor, alleen is het gebruik van de choke niet nodig als de motor warm is. _ ● Rijd niet lange tijd met afgezette motor, ook niet met de versnellingsbak in de vrijstand, en sleep de motorfiets niet over lange afstanden. De versnellingsbak wordt alleen afdoende gesmeerd terwijl de motor draait.
U5RTD1.book Page 4 Friday, June 21, 2002 3:39 PM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU04577 Tips voor een zuinig brandstofverbruik Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om het brandstofverbruik te verlagen: ● Zet de choke zo snel mogelijk uit. ● Schakel snel en soepel door en vermijd hoge toerentallen terwijl u accelereert. ● Geef geen gas tijdens het terugschakelen en voorkom dat de motor onbelast met een hoog toerental draait.
U5RTD1.book Page 5 Friday, June 21, 2002 3:39 PM GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU00460 Parkeren Zet de motor af wanneer u gaat parkeren en neem de sleutel uit het contactslot. DW000058 WAARSCHUWING _ ● De motor en het uitlaatsysteem kunnen zeer heet worden, parkeer dus op een plek waar voetgangers of kinderen niet gemakkelijk met deze onderdelen in aanraking kunnen komen. ● Parkeer niet op een helling of op een zachte ondergrond, de motor zou dan kunnen omvallen.
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Boordgereedschapsset ........................................6-1 Periodiek smeer- en onderhoudsschema ............6-2 Stroomlijnpanelen verwijderen en aanbrengen ..........6-5 Controleren van de bougies .................................6-7 Motorolie en oliefilterpatroon ...............................6-9 Koelvloeistof ......................................................6-12 Luchtfilter ............................
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU00462 6- DAU00464 6 Veiligheid is de verantwoordelijkheid van de eigenaar. Door periodiek inspecties, afstellingen en smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u ervoor dat uw machine in zo veilig en efficiënt mogelijke conditie blijft. Op de volgende pagina’s wordt de belangrijkste informatie met betrekking tot inspecties, afstellingen en smeerbeurten gegeven.
U5RTD1.book Page 2 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU03685 Periodiek smeer- en onderhoudsschema OPMERKING: _ ● De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder- houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht. ● Herhaal de intervalperioden vanaf 50.000 km, te beginnen bij 10.000 km.
U5RTD1.book Page 3 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES NR. 10 * INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND (× 1.000 km) 1 10 20 30 40 Wielen • Controleren op slingering en schade. √ √ √ √ √ √ √ √ 11 * Banden • • • • 12 * Wiellagers • Lager controleren op losheid of schade. √ √ √ √ • Controleren op werking en overmatige speling.
U5RTD1.book Page 4 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES NR. 25 26 ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURT • Koelvloeistofniveau controleren en machine inspecteren op koelvloeistoflekkage. * Koelsysteem * Remlichtschakelaars voor- en achterrem • Werking controleren. Bewegende delen en kabels • Smeren. 27 KILOMETERSTAND (× 1.000 km) 1 10 20 30 40 JAARLIJKSE CONTROLE √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ • Verversen.
U5RTD1.book Page 5 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 1. Paneel A 2. Paneel B 1. Paneel C 1. Paneel A 2. Bout DAU01122 DAU00491 Stroomlijnpanelen verwijderen en aanbrengen 6 Paneel A, C Verwijderen van het paneel Verwijder de bout en trek het paneel los zoals getoond. Bij het uitvoeren van sommige onderhoudswerkzaamheden beschreven in dit hoofdstuk moeten de hierboven afgebeelde stroomlijnpanelen worden verwijderd.
U5RTD1.book Page 6 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 1. Paneel C 2. Bout 1. Paneel B 2. Schroef (× 3) DAU01315 Paneel B Verwijderen van het paneel Verwijder de schroeven en neem het paneel af. Aanbrengen van het paneel Plaats het paneel in de oorspronkelijke positie en breng dan de schroeven aan.
U5RTD1.book Page 7 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES OPMERKING: _ De motor is misschien defect als een van de bougies een duidelijk andere kleur heeft. Probeer dergelijke problemen niet zelf vast te stellen. Laat in plaats daarvan uw motorfiets nakijken door een Yamaha dealer. _ 1. Bougiedop 1. Bougiesleutel DAU03329 Controleren van de bougies 6 3. Controleer bij elke bougie of de elektroden zijn afgesleten en let op overmatige koolaanslag of andere neerslag.
U5RTD1.book Page 8 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 3. Breng de bougie aan met behulp van de bougiesleutel en zet vast met het correcte aanhaalmoment. Aanhaalmoment: Bougie: 12,5 Nm (1,25 m·kgf) OPMERKING: _ a. Elektrodenafstand Een bougie aanbrengen 1. Meet de elektrodenafstand met een draadvoelmaat. Stel de afstand indien nodig af volgens de specificatie.
U5RTD1.book Page 9 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de motorfiets op de middenbok. Rechts Rechts OPMERKING: _ Zorg dat de motorfiets rechtop staat bij het controleren van het motorolieniveau. Wanneer de motorfiets iets schuin staat, kan het niveau al foutief worden afgelezen. _ 2. Start de motor, laat hem een paar minuten warmdraaien en zet hem dan uit. 3.
U5RTD1.book Page 10 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Linker 1. Aftapplug motorolie 3. Verwijder de olievuldop en de aftapplug om de olie uit het carter te laten stromen. 1. Oliefiltersleutel 2. Oliefilterpatroon 1. O-ring 2. Oliefilterpatroon 4. Verwijder de oliefilterpatroon met een oliefiltersleutel. 5. Smeer een dun laagje motorolie op de o-ring van de nieuwe oliefilterpatroon.
U5RTD1.book Page 11 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 8. Vul bij met de voorgeschreven hoeveelheid van de aanbevolen motorolie, monteer dan de olievuldop en zet deze vast. 1. Momentsleutel 6. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met een filtersleutel en zet hem dan met een momentsleutel vast met het voorgeschreven aanhaalmoment. 6 Aanbevolen motorolie: Zie pagina 8-1.
U5RTD1.book Page 12 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DC000067 LET OP: OPMERKING: Rechts _ ● Het koelvloeistofniveau moet worden _ gecontroleerd terwijl de motor koud is, temperatuurverschillen zijn namelijk van invloed op het niveau. ● Zorg dat de motorfiets rechtop staat bij het controleren van het koelvloeistofniveau. Wanneer de motorfiets iets schuin staat, kan het koelvloeistofniveau al foutief worden afgelezen.
U5RTD1.book Page 13 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DC000080 OPMERKING: _ ● De radiatorkoelvin schakelt automa- LET OP: _ tisch aan of uit, afhankelijk van de temperatuur van de koelvloeistof in de koelvloeistofradiator. ● Als de motor oververhit raakt, staan op pagina 6-45 nadere instructies vermeld. ● Als er geen koelvloeistof voorhan- den is, gebruik in plaats daarvan dan gedistilleerd water of zacht leidingwater.
U5RTD1.book Page 14 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 1. Slang 2. Brandstofkraan 3. Kabelstekker van tankvlotter 4. Licht de brandstoftank op en draai de hendel van de brandstofkraan naar “OFF”. 5. Maak de kabelstekker van de tankvlotter los. 6. Trek de slangen aan de brandstoftank en de brandstofkraan los en verwijder dan de tank. 1. 2. 3. 4. Waterpompaftapplug Kabel zijstandaardschakelaar Kabelhouder Trechter 7.
U5RTD1.book Page 15 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES OPMERKING: _ Controleer of de ring beschadigd is en vervang hem zo nodig. _ Aanhaalmoment: Aftapplug koelvloeistof: 10 Nm (1,0 m·kgf) 1. Slanghouder 13. Trek de slanghouder los van het frame. 14. Trek de slang omlaag en naar buiten maar houd daarbij het uiteinde omhoog; buig dan de slang naar beneden in de opvangbak om het koelvloeistofreservoir leeg te maken.
U5RTD1.book Page 16 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DC000080 DW000072 LET OP: WAARSCHUWING _ _ ● Als er geen koelvloeistof voorhan- ● Controleer voor de installatie van den is, gebruik in plaats daarvan dan gedistilleerd water of zacht leidingwater. Gebruik geen hard water of zout water, hierdoor kan de motor worden beschadigd.
U5RTD1.book Page 17 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU03559* Luchtfilter Het luchtfilterelement moet volgens de voorgeschreven intervalperioden worden gereinigd. Reinig het luchtfilterelement vaker als u in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt. 1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-12 voor instructies over verwijderen en aanbrengen van het zadel.) 2. Verwijder de brandstoftank.
U5RTD1.book Page 18 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 1. Luchtfilterdeksel 2. Schroef (× 4) 1. Luchtfilterelement 1. Luchtfilterelement 6. Trek het luchtfilterelement los. 7. Tik licht tegen het luchtfilterelement om het meeste stof en vuil te verwijderen. Blaas de nog achtergebleven verontreinigingen uit door perslucht te zetten op de gaaszijde van het filterelement. Vervang het filter als dit beschadigd is. 8.
U5RTD1.book Page 19 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DW000072 WAARSCHUWING _ ● Controleer voor de installatie van de brandstoftank of de brandstofslangen niet zijn beschadigd. Start de motor niet als een brandstofslang beschadigd is, maar vraag een Yamaha dealer de beschadigde slangen te vervangen om zo brandstoflekkage te voorkomen. ● Controleer of de brandstofslangen stevig zijn aangesloten en de juiste ligging hebben en niet worden afgekneld.
U5RTD1.book Page 20 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU00637 Afstellen van de klepspeling De klepspeling kan tijdens gebruik gaan afwijken, waardoor de lucht/brandstof-verhouding kan veranderen en/of het motorgeluid toeneemt. Om dit te voorkomen moet de klepspeling door een Yamaha dealer worden afgesteld volgens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. 1.
U5RTD1.book Page 21 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU00658 CE-01D Banden Let ten aanzien van de voorgeschreven banden op het volgende voor een optimale prestatie, levensduur en veilige werking van uw motorfiets. Bandspanning De bandspanning moet voor elke rit worden gecontroleerd en eventueel worden bijgesteld.
U5RTD1.book Page 22 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES ● Pas de luchtdruk in de wielophan- DW000079 ging en de bandspanning aan op het te vervoeren gewicht. ● Controleer vóór iedere rit de conditie en spanning van de banden. WAARSCHUWING _ ● Laat sterk versleten banden door een Yamaha dealer vervangen.
U5RTD1.book Page 23 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DW000080 CE-10D VOOR WAARSCHUWING Merk Maat Model _ ● De banden op de voor- en achter- wielen horen van hetzelfde merk en dezelfde constructie te zijn, anders is het weggedrag van de motor mogelijk niet normaal. ● Na uitgebreide testen zijn alleen de hieronder vermelde banden voor dit model goedgekeurd door Yamaha Motor Co., Ltd.
U5RTD1.book Page 24 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU00684 WAARSCHUWING _ Deze motorfiets is uitgerust met speciale banden die geschikt voor zeer hoge rijsnelheden. Let op het volgende om deze banden zo effectief mogelijk te kunnen gebruiken. ● Gebruik bij vervanging uitsluitend het voorgeschreven type banden. Bij andere banden is het risico op een klapband bij zeer hoge rijsnelheden niet denkbeeldig.
U5RTD1.book Page 25 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DW000109 OPMERKING: _ WAARSCHUWING Als de voorgeschreven vrije slag niet kan worden gehaald op de hierboven beschreven wijze, vraag dan een Yamaha dealer het inwendig koppelingsmechanisme te controleren. _ _ a. Afstand tussen rempedaal en voetsteun DAU00712 De stand van het rempedaal afstellen 6 De bovenzijde van het rempedaal moet op een afstand van ca.
U5RTD1.book Page 26 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Achter Voor 1. Remlichtschakelaar achterrem 2. Stelmoer remlichtschakelaar achterrem DAU00713 Afstellen van de remlichtschakelaar achterrem De remlichtschakelaar, die wordt geactiveerd door het rempedaal, is correct afgesteld wanneer het remlicht gaat branden vlak voordat de remwerking intreedt. Stel zo nodig de remlichtschakelaar als volgt af.
U5RTD1.book Page 27 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 1. Merkstreep minimumniveau 1. Merkstreep minimumniveau DAU03294 Controleren van remvloeistofniveau 6 ● Pas op en zorg dat tijdens bijvullen Achterrem Voorrem Bij een tekort aan remvloeistof kan lucht het remsysteem binnendringen, waarna de remwerking mogelijk minder effectief is. Controleer alvorens te gaan rijden of de remvloeistof boven de merkstreep voor minimumniveau staat en vul zo nodig bij.
U5RTD1.book Page 28 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU03985 Verversen van remvloeistof Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof te verversen volgens de intervalperioden voorgeschreven onder OPMERKING in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. Laat bovendien de olie-afdichtingen van de hoofdremcilinder, de remklauwen en de remslang vervangen volgens de intervalperioden of wanneer ze lekken of zijn beschadigd. ● Vloeistof-afdichtingen: Vervang elke twee jaar.
U5RTD1.book Page 29 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU03006 OPMERKING: _ Gebruik voor een goede wieluitlijning de uitlijnmerktekens aan beide zijden van de swingarm, om zeker te zijn dat beide stelmoeren dezelfde positie hebben. _ DC000096 LET OP: _ 1. 2. 3. 4. Wielasmoer Stelmoer van de doorbuiging aandrijfketting Borgmoer Uitlijnmerktekens DAU03752 6 Doorbuiging aandrijfketting bijstellen 1.
U5RTD1.book Page 30 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 2. Wrijf de aandrijfketting droog. 3. Smeer de aandrijfketting grondig met speciale smering voor O-ring kettingen. DCA00052 LET OP: _ Gebruik geen motorolie of andere smeermidelen voor de aandrijfketting, deze bevatten mogelijk toevoegingen die de o-ringen kunnen beschadigen.
U5RTD1.book Page 31 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU03370 6 DAU03164 DAU03371 Controleren en smeren van remen schakelpedalen Controleren en smeren van de rem- en koppelingshendel Controleren en smeren van middenbok en zijstandaard De werking van het rem- en het schakelpedaal moet voorafgaand aan elke rit worden gecontroleerd en de pedaalscharnierpunten moeten zo nodig worden gesmeerd.
U5RTD1.book Page 32 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU04282 Aanbevolen smeermiddel: Lithiumvet (universeel vet) Smeren van de achterwielophanging De scharnierpunten in de achterwielophanging moeten worden gesmeerd volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderhoudsschema.
U5RTD1.book Page 33 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU02939 DAU00794 Controleren van de voorvork Controle van stuursysteem De conditie en de werking van de voorvork moeten als volgt te worden gecontroleerd op de aangegeven tijden in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. Losse of versleten balhoofdlagers kunnen gevaarlijk zijn.
U5RTD1.book Page 34 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU01144 Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten worden gecontroleerd volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeer- en onderhoudsschema. Als de wielnaaf speling vertoont of het wiel niet soepel draait, vraag dan een Yamaha dealer de wiellagers te controleren. 2. Houd de voorvorkpoten beet bij het ondereinde en probeer ze naar voren en achteren te bewegen.
U5RTD1.book Page 35 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES • UITWENDIG: Spoel met rijkelijk veel water. • INWENDIG: Drink grote hoeveelheden water of melk en roep direct de hulp in van een arts. • OGEN: Spoel gedurende 15 minuten met water en roep direct medische hulp in. ● Accu’s produceren het explosieve waterstofgas. Houd daarom vonken, open vuur, sigaretten e.d. uit de buurt van de accu en zorg voor voldoende ventilatie bij acculaden in een afgesloten ruimte.
U5RTD1.book Page 36 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering aan met de voorgeschreven ampèrewaarde. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
U5RTD1.book Page 37 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 1. Kap van koplampgloeilamp 2. Koplampstekker 1. Gloeilamphouder DAU04160 Koplampgloeilamp vervangen 6 1. Hier niet aanraken. 2. Haak de gloeilamphouder los en verwijder dan de defecte gloeilamp. DW000119 WAARSCHUWING _ Koplampgloeilampen worden zeer heet. Houd daarom brandbare producten uit de buurt van een koplampgloeilamp en raak het lampglas niet aan zolang dit niet is afgekoeld.
U5RTD1.book Page 38 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 6. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze rechtsom te draaien. 7. Breng de boordgereedschapsset aan. 8. Breng het zadel aan.
U5RTD1.book Page 39 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 1. Schroef DAU03497 Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtingaanwijzer door de schroeven los te halen. 2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draaien. 3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de fitting, druk de lamp aan en draai rechtsom tot hij stuit. 4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen.
U5RTD1.book Page 40 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 5. Verwijder de kunststof bevestiging waarmee de kabel van de rijsnelheidssensor en de remslang zijn vastgemaakt. 6. Ondersteun de rijsnelheidssensor, trek de wielas uit en verwijder dan het wiel. 1. Rijsnelheidssensor 1. Houder rijsnelheidssensor 3. Steek de wielas naar binnen. 4. Laat het voorwiel zakken zodat dit op de grond rust. 5.
U5RTD1.book Page 41 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 8. Bind de kabel van de rijsnelheidssensor en de remslang samen op met de kunststof bevestiging. 9. Zet de wielas, de wielasklembout en de remklauwbouten vast met het voorgeschreven aanhaalmoment. Aanhaalmomenten: Wielas: 67 Nm (6,7 m·kgf) Klembout voorwielas: 20 Nm (2,0 m·kgf) Remklauwbout: 40 Nm (4,0 m·kgf) 1. Wielasmoer 2. Stelmoer van de doorbuiging aandrijfketting 3. Borgmoer DAU04378 Achterwiel 6 1. 2. 3.
U5RTD1.book Page 42 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES 5. Draai de borgmoer los en draai de stelmoer voor kettingspanning los aan beide zijden van de swingarm. 6. Druk het wiel naar voren en haal dan de aandrijfketting van het achtertandwiel. OPMERKING: _ Kijk of er voldoende afstand tussen de remblokken is voordat de remklauw over de remschijf wordt gemonteerd. _ 5. Haal de motorfiets van de middenbok zodat het achterwiel op de grond rust. 6.
U5RTD1.book Page 43 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU03087 Storingzoeken 6 Yamaha motorfietsen ondergaan een grondige inspectie voordat ze vanaf de fabriek op transport gaan, maar tijdens gebruik kunnen toch storingen optreden. Problemen in de brandstof-, compressie- of ontstekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak zijn van slecht starten of een afname in motorvermogen.
U5RTD1.book Page 44 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES DAU02990 Storingzoekschema’s Startproblemen of slechte werking van de motor DW000125 WAARSCHUWING _ Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt. _ CT-1AD 1. Brandstof Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank. 2. Compressie Er is voldoende brandstof aanwezig. Controleer de compressie. Er is geen brandstof aanwezig. Vul brandstof bij.
U5RTD1.book Page 45 Friday, June 21, 2002 3:39 PM PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES Oververhitte motor DW000070 WAARSCHUWING _ ● Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS Verzorging ......................................................................................... 7-1 Stalling ..............................................................................................
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS DAU03426 7- Verzorging De open constructie van een motorfiets maakt de fraaie techniek beter zichtbaar, maar de machine is hierdoor ook meer kwetsbaar. Er kan sprake zijn van roestvorming en corrosie, ook al zijn hoogwaardige componenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt bij een auto niet zo op, bij een motorfiets is dit echter nadelig voor de algehele aanblik.
U5RTD1.book Page 2 Friday, June 21, 2002 3:39 PM VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS ● Gebruik geen bijtende chemische ● Bij motorfietsen met een kuipruit: reinigingsmiddelen op kunststof delen. Vermijd het gebruik van doeken of sponzen die in contact zijn geweest met bijtende of schurende reinigingsmiddelen, oplosmiddelen of thinner, brandstof (benzine), roestverwijderingsmiddelen of corrosieremmers, remvloeistof, antivries of elektrolyt.
U5RTD1.book Page 3 Friday, June 21, 2002 3:39 PM VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS DCA00012 LET OP: _ Gebruik geen heet water, dit versterkt de corrosieve werking van het zout. _ 2. Breng met een spuitbus een corrosiewerend middel aan op alle metalen delen, ook op verchroomde en vernikkelde componenten, om zo corrosie te voorkomen. 7 Na reinigen 1. Droog de motorfiets met een zeemleren lap of een vochtabsorberende doek. 2.
U5RTD1.book Page 4 Friday, June 21, 2002 3:39 PM VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS DCA00013 Stalling LET OP: _ ● Breng een geringe hoeveelheid oliespray en was aan en verwijder overtollige hoeveelheden. ● Breng oliespray of was nooit aan op rubber of kunststof delen, behandel deze met een daartoe bestemd verzorgingsmiddel. ● Vermijd het gebruik van schurende poetsmiddelen, deze tasten de lak aan.
U5RTD1.book Page 5 Friday, June 21, 2002 3:39 PM VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS c. Breng de bougiedoppen aan op de bougies en leg dan de bougies zodanig op de cilinderkop dat de elektroden aan massa liggen. (Dit voorkomt vonken tijdens de volgende stap.) d. Laat de motor een paar keer ronddraaien op de startmotor. (De cilinderwanden worden zo geolied.) e. Haal de bougiedoppen los van de bougies en breng dan de bougies en de bougiedoppen weer aan. 7.
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM SPECIFICATIES Specificaties ...................................................................................... 8-1 Omrekentabel ....................................................................................
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM SPECIFICATIES DAU01038 8- Specificaties CS-01D Model FZS600 Motorolie Type Afmetingen Grootste lengte -20 -10 Grootste hoogte Zadelhoogte Wielbasis Grondspeling Minimale draaicirkel Basisgewicht (met olie en volle benzinetank) SAE 10W-40 710 mm SAE 15W-40 1.180 mm 790 mm SAE 20W-40 1.415 mm SAE 20W-50 130 mm Aanbevolen klasse motorolie 2.
U5RTD1.
U5RTD1.
U5RTD1.
U5RTD1.book Page 5 Friday, June 21, 2002 3:39 PM SPECIFICATIES DAU04513 Omrekentabel CS-04D Omrekentabel Alle specificaties in deze handleiding worden vermeld in Internationale (SI) en in Metrische eenheden. METRISCH SYSTEEM NAAR AMERIKAANS SYSTEEM Metrische eenheid Gebruik deze tabel om METRISCHE eenheden om te rekenen naar AMERIKAANSE eenheden.
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM GEBRUIKERSINFORMATIE Identificatienummers ......................................................................... 9-1 Identificatienummer sleutel ............................................................... 9-1 Voertuigidentificatienummer .............................................................. 9-1 Modelinformatiesticker ......................................................................
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM GEBRUIKERSINFORMATIE DAU01039 9- DAU02944 Identificatienummers Noteer het sleutelidentificatienummer, het voertuigidentificatienummer en de modelstickerinformatie in onderstaande ruimtes. Deze nummers heeft u nodig om reserveonderdelen bij een Yamaha dealer te bestellen of wanneer uw machine is gestolen. 1. IDENTIFICATIENUMMER SLEUTEL: CA-02D 1. Identificatienummer sleutel 1. Voertuigidentificatienummer DAU01043 DAU01041 2.
U5RTD1.book Page 2 Friday, June 21, 2002 3:39 PM GEBRUIKERSINFORMATIE 1. Modelinformatiesticker DAU04490 Modelinformatiesticker De modelinformatiesticker is onder het duozadel bevestigd aan het frame. (Zie pagina 3-12. voor de werkwijze bij verwijderen en aanbrengen van het duozadel.) Noteer de informatie op deze sticker in het daartoe bestemde vakje. Deze informatie is nodig om reserve-onderdelen te bestellen bij een Yamaha dealer.
U5RTD1.book Page 1 Friday, June 21, 2002 3:39 PM INDEX A G N Aandrijfketting, smeren ..........................6-29 Accu ......................................................6-35 Antidiefstal-alarm .....................................3-6 Gasgreep en gaskabel, controleren en smeren................................................ 6-30 Gaskabel, afstellen van vrije slag........... 6-20 Gloeilamp remlicht/achterlicht, vervangen ...........................................
U5RTD1.book Page 2 Friday, June 21, 2002 3:39 PM INDEX Starten van een koude motor................... 5-1 Starten van een warme motor.................. 5-3 Startknop................................................. 3-8 Startspersysteem................................... 3-16 Stationair motortoerental ....................... 6-19 Storingzoeken ....................................... 6-43 Storingzoekschema’s ............................ 6-44 Stuurschakelaars.....................................
Shiro.
Shiro.
HANDLEIDING FZS600 YAMAHA MOTOR CO., LTD. GEDRUKT OP KRINGLOOPPAPIER PRINTED IN JAPAN 2002.06-0.
