User Manual
Table Of Contents
- VOORZICHTIG
- Meegeleverde accessoires
- Over de handleidingen
- Belangrijkste eigenschappen
- Inhoudsopgave
- Genos gebruiken—Algemeen overzicht
- Algemene functies
- Bedieningspaneel en aansluitingen
- Beginnen
- Displaystructuur
- Basishandelingen
- Beknopte handleiding—Voor het bespelen van de Genos
- Spelen met stijlen—Configuraties
- Stijlen configureren
- Optimale paneelinstellingen voor de huidige stijl (One Touch Setting)
- Keyboardgedeelten configureren
- Een voice selecteren voor de verschillende keyboardgedeelten
- Eigen Organ Flutes-voices maken
- Ensemblevoices gebruiken
- Keyboard Harmony/Arpeggio configureren op het keyboard
- Multi Pads configureren
- Oorspronkelijke instellingen opslaan in One Touch Setting
- De toonhoogte van het keyboard wijzigen
- Toewijsbare regelaars configureren
- Spelen met stijlen—Handelingen tijdens het spelen
- Meezingen met een afgespeelde song—Configureren
- Meezingen met een afgespeelde song— Handelingen tijdens het spelen
- De parameters van elk gedeelte aanpassen—Mixer
- Songopname
- Zelfgemaakte paneelsetups registreren en terughalen—Registratiegeheugen, playlist
- Aanpassen voor optimale prestaties
- Systeeminstellingen
- Aansluitingen—Het instrument gebruiken met andere apparaten
- Een microfoon aansluiten ([MIC INPUT]-aansluiting)
- Optionele Yamaha GNS-MS01 luidspreker aansluiten
- Audioapparaten aansluiten (LINE OUT-aansluitingen, AUX IN-aansluitingen, [DIGITAL OUT]-aansluiting)
- Voetschakelaars/voetregelaars aansluiten (ASSIGNABLE FOOT PEDAL- aansluitingen)
- USB-apparaten aansluiten ([USB TO DEVICE]-aansluiting)
- Aansluiten op een iPhone/iPad (functie Wireless LAN, [USB TO HOST]- of MIDI-aansluiting)
- Aansluiten op een computer ([USB TO HOST]-aansluiting)
- Externe MIDI-apparaten aansluiten ([MIDI]-aansluitingen)
- De display van het instrument weergeven op een externe monitor
- Functielijst
- Appendix
106 Genos Gebruikershandleiding
Aansluitingen—Het instrument gebruiken
met andere apparaten
In dit hoofdstuk worden de aansluitingen van dit instrument op andere apparaten besproken. Zie pagina 18–21
voor informatie over waar de aansluitingen zich op het instrument bevinden.
Door een microfoon aan te sluiten, kunt u meezingen met uw spel op het keyboard of terwijl een song wordt afgespeeld en
kunt u uw zang opnemen naar een audiosong. Zorg dat u een dynamische microfoon of een condensatormicrofoon hebt.
Een microfoon aansluiten op het instrument
1
Zet de knop [MASTER VOLUME] en de knop [MIC GAIN] in de
laagste stand.
2
Zet de [+48V]-schakelaar op Off.
Zet alle componenten uit voordat u het instrument op andere elektronische componenten aansluit. Zorg er
tevens voor dat u alle volumeniveaus op het minimum (0) instelt, voordat u componenten aan- of uitzet. Anders
kunnen de onderdelen beschadigd raken of kan zich een elektrische schok of zelfs blijvend gehoorverlies
voordoen.
Een microfoon aansluiten ([MIC INPUT]-aansluiting)
VOORZICHTIG
Over dynamische microfoons en condensatormicrofoons
• Een dynamische microfoon vermindert trillingsruis en is daardoor geschikt voor live optredens. Er is geen
stroomaansluiting nodig.
• Een condensatormicrofoon wordt voornamelijk gebruikt voor zang en andere instrumenten in omgevingen als een
opnamestudio, omdat hij gevoeliger is voor zachte geluiden. U moet er daarom beter voor zorgen dat u trillingen tot
een minimum beperkt dan bij een dynamische microfoon. Voor een condensatormicrofoon is fantoomvoeding (+48V)
nodig, die via een XLR-aansluiting wordt geleverd door de Genos.