User Manual
Table Of Contents
- VOORZICHTIG
- Meegeleverde accessoires
- Over de handleidingen
- Belangrijkste eigenschappen
- Inhoudsopgave
- Genos gebruiken—Algemeen overzicht
- Algemene functies
- Bedieningspaneel en aansluitingen
- Beginnen
- Displaystructuur
- Basishandelingen
- Beknopte handleiding—Voor het bespelen van de Genos
- Spelen met stijlen—Configuraties
- Stijlen configureren
- Optimale paneelinstellingen voor de huidige stijl (One Touch Setting)
- Keyboardgedeelten configureren
- Een voice selecteren voor de verschillende keyboardgedeelten
- Eigen Organ Flutes-voices maken
- Ensemblevoices gebruiken
- Keyboard Harmony/Arpeggio configureren op het keyboard
- Multi Pads configureren
- Oorspronkelijke instellingen opslaan in One Touch Setting
- De toonhoogte van het keyboard wijzigen
- Toewijsbare regelaars configureren
- Spelen met stijlen—Handelingen tijdens het spelen
- Meezingen met een afgespeelde song—Configureren
- Meezingen met een afgespeelde song— Handelingen tijdens het spelen
- De parameters van elk gedeelte aanpassen—Mixer
- Songopname
- Zelfgemaakte paneelsetups registreren en terughalen—Registratiegeheugen, playlist
- Aanpassen voor optimale prestaties
- Systeeminstellingen
- Aansluitingen—Het instrument gebruiken met andere apparaten
- Een microfoon aansluiten ([MIC INPUT]-aansluiting)
- Optionele Yamaha GNS-MS01 luidspreker aansluiten
- Audioapparaten aansluiten (LINE OUT-aansluitingen, AUX IN-aansluitingen, [DIGITAL OUT]-aansluiting)
- Voetschakelaars/voetregelaars aansluiten (ASSIGNABLE FOOT PEDAL- aansluitingen)
- USB-apparaten aansluiten ([USB TO DEVICE]-aansluiting)
- Aansluiten op een iPhone/iPad (functie Wireless LAN, [USB TO HOST]- of MIDI-aansluiting)
- Aansluiten op een computer ([USB TO HOST]-aansluiting)
- Externe MIDI-apparaten aansluiten ([MIDI]-aansluitingen)
- De display van het instrument weergeven op een externe monitor
- Functielijst
- Appendix
24 Genos Gebruikershandleiding
Functies voor automatisch uitschakelen en automatische spaarstand
Om onnodig stroomverbruik te voorkomen, heeft dit instrument een functie voor
automatisch uitschakelen waarmee de stroom automatisch wordt uitgeschakeld als het
instrument gedurende een opgegeven tijd niet is gebruikt. De tijd die verstrijkt voordat het
instrument automatisch wordt uitgezet, is standaard ongeveer 30 minuten. U kunt deze
instelling echter wijzigen (pagina 25).
Dit instrument beschikt ook over een automatische energiestandfunctie waarmee de
helderheid van de LIVE CONTROL-weergave automatisch wordt verminderd als het
instrument gedurende een bepaalde duur niet is gebruikt. De tijd waarna de helderheid
wordt verminderd is standaard ongeveer 5 minuten, maar u kunt deze instelling wijzigen
(pagina 25).
Geef zo nodig basisinstellingen voor het instrument op, zoals de taal voor de display.
1
Roep de bedieningsdisplay Utility op.
Druk eerst op de knop [MENU] om de Menu-display op te roepen. Tik vervolgens
op [Menu 2] om naar pagina 2 op de display te gaan (indien nodig) en tik op
[Utility].
2
Tik op [System] in de display.
3
Geef de nodige instellingen op door op de display te tikken.
Alle gegevens die niet met Save
(Opslaan) zijn opgeslagen, gaan
verloren als het instrument
automatisch wordt uitgezet.
Sla uw gegevens op voordat dit
gebeurt (pagina 37).
Als een USB-flashstation met een groot
aantal bestanden erop wordt
aangesloten op het instrument, kan de
automatische uitschakelfunctie of de
automatische spaarstand worden
uitgesteld, omdat de zoekindex van de
bestanden automatisch wordt
bijgewerkt.
LET OP
OPMERKING
Automatisch uitschakelen en de automatische spaarstand uitzetten
(eenvoudige methode)
Zet het instrument aan terwijl u de laagste toets op het keyboard ingedrukt houdt.
Er wordt kort een bericht weergegeven, waarna automatisch uitschakelen en de
automatische spaarstand worden uitgezet.
De laagste toets
Basisinstellingen opgeven
Language Hiermee bepaalt u de taal die in de display wordt gebruikt voor
menunamen en berichten. Tik op deze instelling om de lijst van
talen op te roepen en selecteer vervolgens de gewenste taal.
Owner Name Hiermee kunt u uw naam invoeren die in de openingsdisplay
verschijnt (de display die wordt weergegeven als het instrument
wordt ingeschakeld). Tik op deze instelling om het
tekeninvoervenster op te roepen en voer uw naam in (pagina 40).