User Manual
Table Of Contents
- VOORZICHTIG
- Meegeleverde accessoires
- Over de handleidingen
- Belangrijkste eigenschappen
- Inhoudsopgave
- Genos gebruiken—Algemeen overzicht
- Algemene functies
- Bedieningspaneel en aansluitingen
- Beginnen
- Displaystructuur
- Basishandelingen
- Beknopte handleiding—Voor het bespelen van de Genos
- Spelen met stijlen—Configuraties
- Stijlen configureren
- Optimale paneelinstellingen voor de huidige stijl (One Touch Setting)
- Keyboardgedeelten configureren
- Een voice selecteren voor de verschillende keyboardgedeelten
- Eigen Organ Flutes-voices maken
- Ensemblevoices gebruiken
- Keyboard Harmony/Arpeggio configureren op het keyboard
- Multi Pads configureren
- Oorspronkelijke instellingen opslaan in One Touch Setting
- De toonhoogte van het keyboard wijzigen
- Toewijsbare regelaars configureren
- Spelen met stijlen—Handelingen tijdens het spelen
- Meezingen met een afgespeelde song—Configureren
- Meezingen met een afgespeelde song— Handelingen tijdens het spelen
- De parameters van elk gedeelte aanpassen—Mixer
- Songopname
- Zelfgemaakte paneelsetups registreren en terughalen—Registratiegeheugen, playlist
- Aanpassen voor optimale prestaties
- Systeeminstellingen
- Aansluitingen—Het instrument gebruiken met andere apparaten
- Een microfoon aansluiten ([MIC INPUT]-aansluiting)
- Optionele Yamaha GNS-MS01 luidspreker aansluiten
- Audioapparaten aansluiten (LINE OUT-aansluitingen, AUX IN-aansluitingen, [DIGITAL OUT]-aansluiting)
- Voetschakelaars/voetregelaars aansluiten (ASSIGNABLE FOOT PEDAL- aansluitingen)
- USB-apparaten aansluiten ([USB TO DEVICE]-aansluiting)
- Aansluiten op een iPhone/iPad (functie Wireless LAN, [USB TO HOST]- of MIDI-aansluiting)
- Aansluiten op een computer ([USB TO HOST]-aansluiting)
- Externe MIDI-apparaten aansluiten ([MIDI]-aansluitingen)
- De display van het instrument weergeven op een externe monitor
- Functielijst
- Appendix
34 Genos Gebruikershandleiding
De display van dit instrument is een speciaal aanraakscherm waarmee u de gewenste parameter kunt selecteren of
wijzigen door gewoon op de overeenkomende instelling in de display te tikken. U kunt de waarde ook in kleine stappen
verlagen/verhogen door aan de draaiknop Data te draaien of op de knop [DEC]/[INC] te drukken.
De display (het aanraakscherm) gebruiken
Aanslag
Als u een item wilt selecteren, tikt u op de overeenkomstige aanduiding in de display.
Slide
Houd de schuifregelaar van de display ingedrukt en verschuif deze met uw vinger verticaal
of horizontaal om de parameterwaarde te wijzigen.
Rotat
Als u Tik op de displayknop en houd deze vast. Draai uw vinger rond de knop om de
parameterwaarde te wijzigen.
Tikken en vasthouden
Met deze instructie kunt u op het object in de display tikken en het even vasthouden.
Wanneer u waarden instelt met de knop [
]/[
], een schuifregelaar of een knop, kunt u de
standaardwaarde herstellen door op de waarde in de display te tikken en deze vast te houden.
Displaygerelateerde regelaars
Gebruik geen scherpe of harde voorwerpen om het aanraakscherm te bedienen. Als u dat wel doet, kan de display beschadigd raken.
LET OP
Houd er rekening mee dat u niet op twee of meer punten tegelijk kunt tikken in de display.
OPMERKING
Als de systeemgeluiden (die worden
geproduceerd als u op de display tikt)
u afleiden, kunt u ze aan-/uitzetten
vanuit
[MENU] [Utility] [Display/Touch
Screen] Touch Screen [Sound]
OPMERKING
Bij een verticale schuif werkt de
schuifhandeling alleen voor de schuif
als die is geselecteerd. U selecteert een
schuif door er één keer op te tikken. De
geselecteerde status wordt aangegeven
met een oranje kader rondom.
OPMERKING
De draaihandeling werkt alleen voor de
knop als die is geselecteerd. U
selecteert een knop door er één keer op
te tikken. De geselecteerde status wordt
aangegeven met een oranje kader
rondom.
OPMERKING