User Manual
Table Of Contents
- VOORZICHTIG
- Meegeleverde accessoires
- Over de handleidingen
- Belangrijkste eigenschappen
- Inhoudsopgave
- Genos gebruiken—Algemeen overzicht
- Algemene functies
- Bedieningspaneel en aansluitingen
- Beginnen
- Displaystructuur
- Basishandelingen
- Beknopte handleiding—Voor het bespelen van de Genos
- Spelen met stijlen—Configuraties
- Stijlen configureren
- Optimale paneelinstellingen voor de huidige stijl (One Touch Setting)
- Keyboardgedeelten configureren
- Een voice selecteren voor de verschillende keyboardgedeelten
- Eigen Organ Flutes-voices maken
- Ensemblevoices gebruiken
- Keyboard Harmony/Arpeggio configureren op het keyboard
- Multi Pads configureren
- Oorspronkelijke instellingen opslaan in One Touch Setting
- De toonhoogte van het keyboard wijzigen
- Toewijsbare regelaars configureren
- Spelen met stijlen—Handelingen tijdens het spelen
- Meezingen met een afgespeelde song—Configureren
- Meezingen met een afgespeelde song— Handelingen tijdens het spelen
- De parameters van elk gedeelte aanpassen—Mixer
- Songopname
- Zelfgemaakte paneelsetups registreren en terughalen—Registratiegeheugen, playlist
- Aanpassen voor optimale prestaties
- Systeeminstellingen
- Aansluitingen—Het instrument gebruiken met andere apparaten
- Een microfoon aansluiten ([MIC INPUT]-aansluiting)
- Optionele Yamaha GNS-MS01 luidspreker aansluiten
- Audioapparaten aansluiten (LINE OUT-aansluitingen, AUX IN-aansluitingen, [DIGITAL OUT]-aansluiting)
- Voetschakelaars/voetregelaars aansluiten (ASSIGNABLE FOOT PEDAL- aansluitingen)
- USB-apparaten aansluiten ([USB TO DEVICE]-aansluiting)
- Aansluiten op een iPhone/iPad (functie Wireless LAN, [USB TO HOST]- of MIDI-aansluiting)
- Aansluiten op een computer ([USB TO HOST]-aansluiting)
- Externe MIDI-apparaten aansluiten ([MIDI]-aansluitingen)
- De display van het instrument weergeven op een externe monitor
- Functielijst
- Appendix
1
1
44 Genos Gebruikershandleiding
Bedieningshandleiding
Spelen met stijlen—Configuraties
In dit gedeelte vindt u basisstappen om uw keyboardspel te verbeteren met stijlen (ritme en automatische
begeleiding). Volg de verschillende instructies hieronder om uw spel van één song volledig te configureren: stijl,
keyboardgedeelte (voice), Multi Pad en verschillende soorten regelaars.
De instellingen uit dit gedeelte kunnen samen als één songconfiguratie (pagina 92) worden opgeslagen in het
registratiegeheugen.
De gewenste stijl selecteren en automatische begeleiding (ACMP)
inschakelen
1
Druk op de knop [STYLE] om de display voor stijlselectie op te
roepen.
2
Tik op de gewenste stijl.
Tik bijvoorbeeld op de categorie [Country] en vervolgens op [Country Folk 8beat].
3
Zorg dat de STYLE CONTROL-knop [ACMP] is ingeschakeld.
Als de knop is ingeschakeld, kunnen zowel de ritmepartij als de automatische
begeleiding worden afgespeeld tijdens het afspelen van een stijl.
Tegelijkertijd kan de specifieke linkerhandsectie van het keyboard worden
gebruikt als de akkoordsectie, en worden akkoorden die in dit gedeelte worden
gespeeld, automatisch gedetecteerd en gebruikt als basis voor een volledig
automatische begeleiding met de geselecteerde stijl.
4
Probeer de geselecteerde stijl indien nodig uit.
Druk op de STYLE CONTROL [ ] (SYNC START)-knop en speel akkoorden
met uw linkerhand.
Als u het afspelen van de stijl wilt stoppen, drukt u op de knop STYLE
CONTROL [ ] (START/STOP).
Stijlen configureren
U kunt de display voor stijlselectie ook
oproepen via de Home-display
(pagina 30).
OPMERKING
Raadpleeg 'Display voor
bestandsselectie' (pagina 32) voor
basishandelingen in de display voor
stijlselectie.
OPMERKING
U kunt het splitpunt naar wens wijzigen
(pagina 49).
OPMERKING
Akkoordsectie
Splitpunt (standaard F#2)
Zie pagina 64 voor meer informatie over
het afspelen van stijlen.
OPMERKING