User Manual
Table Of Contents
- VOORZICHTIG
- Meegeleverde accessoires
- Over de handleidingen
- Belangrijkste eigenschappen
- Inhoudsopgave
- Genos gebruiken—Algemeen overzicht
- Algemene functies
- Bedieningspaneel en aansluitingen
- Beginnen
- Displaystructuur
- Basishandelingen
- Beknopte handleiding—Voor het bespelen van de Genos
- Spelen met stijlen—Configuraties
- Stijlen configureren
- Optimale paneelinstellingen voor de huidige stijl (One Touch Setting)
- Keyboardgedeelten configureren
- Een voice selecteren voor de verschillende keyboardgedeelten
- Eigen Organ Flutes-voices maken
- Ensemblevoices gebruiken
- Keyboard Harmony/Arpeggio configureren op het keyboard
- Multi Pads configureren
- Oorspronkelijke instellingen opslaan in One Touch Setting
- De toonhoogte van het keyboard wijzigen
- Toewijsbare regelaars configureren
- Spelen met stijlen—Handelingen tijdens het spelen
- Meezingen met een afgespeelde song—Configureren
- Meezingen met een afgespeelde song— Handelingen tijdens het spelen
- De parameters van elk gedeelte aanpassen—Mixer
- Songopname
- Zelfgemaakte paneelsetups registreren en terughalen—Registratiegeheugen, playlist
- Aanpassen voor optimale prestaties
- Systeeminstellingen
- Aansluitingen—Het instrument gebruiken met andere apparaten
- Een microfoon aansluiten ([MIC INPUT]-aansluiting)
- Optionele Yamaha GNS-MS01 luidspreker aansluiten
- Audioapparaten aansluiten (LINE OUT-aansluitingen, AUX IN-aansluitingen, [DIGITAL OUT]-aansluiting)
- Voetschakelaars/voetregelaars aansluiten (ASSIGNABLE FOOT PEDAL- aansluitingen)
- USB-apparaten aansluiten ([USB TO DEVICE]-aansluiting)
- Aansluiten op een iPhone/iPad (functie Wireless LAN, [USB TO HOST]- of MIDI-aansluiting)
- Aansluiten op een computer ([USB TO HOST]-aansluiting)
- Externe MIDI-apparaten aansluiten ([MIDI]-aansluitingen)
- De display van het instrument weergeven op een externe monitor
- Functielijst
- Appendix
6 Genos Gebruikershandleiding
Kennisgevingen en informatie
LET OP
Houd u aan onderstaande waarschuwingen om storingen/schade aan het apparaat en schade aan de gegevens of andere eigendommen te
voorkomen.
Behandeling
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Het
instrument, de tv of de radio kunnen bijgeluid genereren. Als u het instrument samen met een toepassing op uw iPad, iPhone of iPod touch
gebruikt, adviseren we u om de vliegtuigmodus op dat apparaat aan te zetten, om bijgeluiden als gevolg van communicatie te vermijden.
• Stel het instrument niet bloot aan grote hoeveelheden stof of trillingen of aan extreme koude of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een
verwarming of overdag in een auto), om eventuele vervorming van het bedieningspaneel, beschadiging van de interne componenten of
instabiele werking te voorkomen. (Gecontroleerd bedrijfstemperatuurbereik: 5–40 °C (41–104 °F).)
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel of het keyboard tot gevolg kan
hebben.
Onderhoud
• Reinig het instrument altijd met een zachte doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, alcohol, schoonmaakmiddelen of chemisch
geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
Gegevens opslaan
• Gegevens van bewerkte songs/stijlen/voices/MIDI-setup enzovoort gaan verloren als u het instrument uitschakelt zonder eerst op te slaan.
Dit gebeurt ook wanneer de spanning wordt uitgeschakeld met de functie Automatisch uitschakelen (pagina 24). Sla de gegevens op in het
instrument of op een USB-flashstation/een extern apparaat zoals een computer (pagina 37). Opslag van de gegevens naar een USB-
flashstation/een extern apparaat is nog veiliger, omdat de gegevens in het instrument verloren kunnen gaan ten gevolge van een technisch
probleem, bedieningsfout enzovoort. Raadpleeg pagina 111 voordat u een USB-flashstation gebruikt.
• Om te voorkomen dat u gegevens kwijtraakt als gevolg van een beschadigd USB-flashstation, adviseren wij u een back-up van belangrijke
gegevens op te slaan op een extra USB-flashstation of een extern apparaat, bijvoorbeeld een computer.
• Systeemset-upgegevens (andere gegevens dan bewerkte songs/stijlen/voices/MIDI-instellingen enz.) worden automatisch opgeslagen als
u de instellingen wijzigt op een displaypagina en vervolgens die pagina afsluit. De gegevens gaan echter verloren als u het instrument uitzet
zonder op correcte wijze de desbetreffende displaypagina te verlaten. Voor informatie over de systeemset-upgegevens raadpleegt u de
Parameter Chart in de Datalijst op de website.
• Als het instrument langer dan een week niet wordt ingeschakeld met de aan/uit-schakelaar, kan de tijdinstelling (klok) verloren gaan.