User Manual
Table Of Contents
- VOORZICHTIG
- Meegeleverde accessoires
- Over de handleidingen
- Belangrijkste eigenschappen
- Inhoudsopgave
- Genos gebruiken—Algemeen overzicht
- Algemene functies
- Bedieningspaneel en aansluitingen
- Beginnen
- Displaystructuur
- Basishandelingen
- Beknopte handleiding—Voor het bespelen van de Genos
- Spelen met stijlen—Configuraties
- Stijlen configureren
- Optimale paneelinstellingen voor de huidige stijl (One Touch Setting)
- Keyboardgedeelten configureren
- Een voice selecteren voor de verschillende keyboardgedeelten
- Eigen Organ Flutes-voices maken
- Ensemblevoices gebruiken
- Keyboard Harmony/Arpeggio configureren op het keyboard
- Multi Pads configureren
- Oorspronkelijke instellingen opslaan in One Touch Setting
- De toonhoogte van het keyboard wijzigen
- Toewijsbare regelaars configureren
- Spelen met stijlen—Handelingen tijdens het spelen
- Meezingen met een afgespeelde song—Configureren
- Meezingen met een afgespeelde song— Handelingen tijdens het spelen
- De parameters van elk gedeelte aanpassen—Mixer
- Songopname
- Zelfgemaakte paneelsetups registreren en terughalen—Registratiegeheugen, playlist
- Aanpassen voor optimale prestaties
- Systeeminstellingen
- Aansluitingen—Het instrument gebruiken met andere apparaten
- Een microfoon aansluiten ([MIC INPUT]-aansluiting)
- Optionele Yamaha GNS-MS01 luidspreker aansluiten
- Audioapparaten aansluiten (LINE OUT-aansluitingen, AUX IN-aansluitingen, [DIGITAL OUT]-aansluiting)
- Voetschakelaars/voetregelaars aansluiten (ASSIGNABLE FOOT PEDAL- aansluitingen)
- USB-apparaten aansluiten ([USB TO DEVICE]-aansluiting)
- Aansluiten op een iPhone/iPad (functie Wireless LAN, [USB TO HOST]- of MIDI-aansluiting)
- Aansluiten op een computer ([USB TO HOST]-aansluiting)
- Externe MIDI-apparaten aansluiten ([MIDI]-aansluitingen)
- De display van het instrument weergeven op een externe monitor
- Functielijst
- Appendix
Genos Gebruikershandleiding 85
4
Meezingen met een afgespeelde song—Handelingen tijdens het spelen
In de Dual Player-modus van het afspelen van een song kunt u met de Cross Fader de volumebalans tussen de
afgespeelde SONG A en SONG B aanpassen. Door de fader naar links te verplaatsen, verhoogt u het volume waarmee
SONG A wordt afgespeeld en door de fader naar rechts te verplaatsen, verhoogt u het volume waarmee SONG B wordt
afgespeeld.
Vocal Harmony aan- of uitzetten
Als u op de knop [VOCAL HARMONY] drukt, wordt de functie Vocal Harmony in-/uitgeschakeld. Met deze knop kunt
u snel Vocal Harmony-effecten toepassen op uw stem via een microfoon of juist niet. Zie pagina 76 voor meer informatie
over de functie Vocal Harmony, inclusief het selecteren van een harmonietype.
De functie Talk gebruiken
Als u de Talk-functie inschakelt door op de knop [TALK] te drukken, kunt u de
microfooninstellingen direct aanpassen als u tegen uw publiek wilt praten. Vocal Harmony
is niet beschikbaar als deze functie is ingeschakeld. Dat is handig wanneer u tussen songs
in iets wilt zeggen zonder afleidende reverbeffecten en dergelijke.
De volumebalans tussen SONG A en SONG B aanpassen (Cross Fader)
De microfoonfuncties regelen
U kunt de Talk-instellingen ook aan uw
persoonlijke voorkeuren aanpassen in
de display 'Mic Setting'. Raadpleeg de
Naslaggids op de website voor meer
informatie.
OPMERKING