User Manual
Table Of Contents
- VOORZICHTIG
- Meegeleverde accessoires
- Over de handleidingen
- Belangrijkste eigenschappen
- Inhoudsopgave
- Genos gebruiken—Algemeen overzicht
- Algemene functies
- Bedieningspaneel en aansluitingen
- Beginnen
- Displaystructuur
- Basishandelingen
- Beknopte handleiding—Voor het bespelen van de Genos
- Spelen met stijlen—Configuraties
- Stijlen configureren
- Optimale paneelinstellingen voor de huidige stijl (One Touch Setting)
- Keyboardgedeelten configureren
- Een voice selecteren voor de verschillende keyboardgedeelten
- Eigen Organ Flutes-voices maken
- Ensemblevoices gebruiken
- Keyboard Harmony/Arpeggio configureren op het keyboard
- Multi Pads configureren
- Oorspronkelijke instellingen opslaan in One Touch Setting
- De toonhoogte van het keyboard wijzigen
- Toewijsbare regelaars configureren
- Spelen met stijlen—Handelingen tijdens het spelen
- Meezingen met een afgespeelde song—Configureren
- Meezingen met een afgespeelde song— Handelingen tijdens het spelen
- De parameters van elk gedeelte aanpassen—Mixer
- Songopname
- Zelfgemaakte paneelsetups registreren en terughalen—Registratiegeheugen, playlist
- Aanpassen voor optimale prestaties
- Systeeminstellingen
- Aansluitingen—Het instrument gebruiken met andere apparaten
- Een microfoon aansluiten ([MIC INPUT]-aansluiting)
- Optionele Yamaha GNS-MS01 luidspreker aansluiten
- Audioapparaten aansluiten (LINE OUT-aansluitingen, AUX IN-aansluitingen, [DIGITAL OUT]-aansluiting)
- Voetschakelaars/voetregelaars aansluiten (ASSIGNABLE FOOT PEDAL- aansluitingen)
- USB-apparaten aansluiten ([USB TO DEVICE]-aansluiting)
- Aansluiten op een iPhone/iPad (functie Wireless LAN, [USB TO HOST]- of MIDI-aansluiting)
- Aansluiten op een computer ([USB TO HOST]-aansluiting)
- Externe MIDI-apparaten aansluiten ([MIDI]-aansluitingen)
- De display van het instrument weergeven op een externe monitor
- Functielijst
- Appendix
88 Genos Gebruikershandleiding
U kunt variaties toevoegen en de manier veranderen waarop de stijl of MIDI-song overkomt door kanalen selectief
aan/uit te zetten terwijl de stijl wordt afgespeeld.
1
Tik in de Mixer-display op de tab [Style] of de tab [Song].
2
Tik op het kanaal dat u wilt in- of uitschakelen.
Als u slechts één bepaald kanaal wilt afspelen (solo afspelen), tikt u op het
gewenste kanaal en houdt u het ingedrukt totdat het nummer paars wordt
gemarkeerd. U kunt 'Solo' annuleren door gewoon nogmaals op het (paarse)
kanaalnummer te tikken.
3
Geef zo nodig nog andere instellingen op en sla deze
vervolgens op als een stijlbestand of songbestand (stap 5 op
pagina 87).
De kanalen van de stijl of MIDI-song in- of uitschakelen
Stijlkanalen
Elke stijl bevat de hieronder genoemde kanalen.
•
Rhythm 1/2:
Dit zijn de basispartijen van de stijl, met de ritmepatronen voor drum en percussie.
•
Bass:
Voor de baspartij worden verschillende instrumentgeluiden gebruikt die passen bij deze stijl.
•
Chord 1/2:
Dit is de ritmische akkoordbegeleiding, in het algemeen bestaand uit piano- of gitaarvoices.
•
Pad:
Deze partij wordt gebruikt voor aangehouden instrumenten, zoals strijkers, orgel, koor enz.
•
Phrase 1/2:
Deze partijen worden gebruikt voor dynamische blazers licks, arpeggio akkoorden en andere extra's die
de begeleiding interessanter maken.
Channel (kanaal)