User Manual
Table Of Contents
- VOORZICHTIG
- Meegeleverde accessoires
- Over de handleidingen
- Belangrijkste eigenschappen
- Inhoudsopgave
- Genos gebruiken—Algemeen overzicht
- Algemene functies
- Bedieningspaneel en aansluitingen
- Beginnen
- Displaystructuur
- Basishandelingen
- Beknopte handleiding—Voor het bespelen van de Genos
- Spelen met stijlen—Configuraties
- Stijlen configureren
- Optimale paneelinstellingen voor de huidige stijl (One Touch Setting)
- Keyboardgedeelten configureren
- Een voice selecteren voor de verschillende keyboardgedeelten
- Eigen Organ Flutes-voices maken
- Ensemblevoices gebruiken
- Keyboard Harmony/Arpeggio configureren op het keyboard
- Multi Pads configureren
- Oorspronkelijke instellingen opslaan in One Touch Setting
- De toonhoogte van het keyboard wijzigen
- Toewijsbare regelaars configureren
- Spelen met stijlen—Handelingen tijdens het spelen
- Meezingen met een afgespeelde song—Configureren
- Meezingen met een afgespeelde song— Handelingen tijdens het spelen
- De parameters van elk gedeelte aanpassen—Mixer
- Songopname
- Zelfgemaakte paneelsetups registreren en terughalen—Registratiegeheugen, playlist
- Aanpassen voor optimale prestaties
- Systeeminstellingen
- Aansluitingen—Het instrument gebruiken met andere apparaten
- Een microfoon aansluiten ([MIC INPUT]-aansluiting)
- Optionele Yamaha GNS-MS01 luidspreker aansluiten
- Audioapparaten aansluiten (LINE OUT-aansluitingen, AUX IN-aansluitingen, [DIGITAL OUT]-aansluiting)
- Voetschakelaars/voetregelaars aansluiten (ASSIGNABLE FOOT PEDAL- aansluitingen)
- USB-apparaten aansluiten ([USB TO DEVICE]-aansluiting)
- Aansluiten op een iPhone/iPad (functie Wireless LAN, [USB TO HOST]- of MIDI-aansluiting)
- Aansluiten op een computer ([USB TO HOST]-aansluiting)
- Externe MIDI-apparaten aansluiten ([MIDI]-aansluitingen)
- De display van het instrument weergeven op een externe monitor
- Functielijst
- Appendix
Genos Gebruikershandleiding 91
6
Songopname
2
Start de opname.
U kunt het opnemen starten door het keyboard te bespelen, de stijl te starten, een
Multi Pad te spelen of op [Play/Pause] te tikken.
3
Als u klaar bent met uw performance, tikt u op [Stop] om de
opname te stoppen.
4
Tik op [Save] om de display voor songselectie te openen en sla
opgeslagen perfomance op als een bestand (pagina 37).
Geef vóór de opname de benodigde instellingen op, zoals de selectie van voice/stijl en de microfoonaansluiting (als u uw
zang wilt opnemen).
1
Roep de display Audio Quick Recording op via [RECORDING]
Audio [Quick Recording].
De display wordt weergegeven en er wordt een nieuw audiobestand gemaakt,
in de stand-bystatus voor opname. Anders dan bij MIDI Quick Recording start de
opname echter niet automatisch tegelijk met het keyboardspel, het afspelen van
een stijl of het afspelen van een Multi Pad.
2
Controleer voor de opname de opnameniveaus op de Rec
Monitor-meter door het keyboard, de stijl enzovoort te
bespelen, en deze aan te passen met de overeenkomstige
schuifregelaar.
Pas de regelaar zo aan dat het volume niet constant het 'rood' ingaat en of de
indicator niet oplicht.
3
Tik op [Play/Pause] om het opnemen te starten.
Direct na deze handeling kunt u beginnen met spelen en uw spel opnemen.
4
Als u klaar bent met uw performance, tikt u op [Stop] om de
opname te stoppen.
Opgenomen gegevens worden automatisch naar het gebruikersstation opgeslagen
als een bestand waarvan de naam automatisch wordt ingesteld. De opgenomen
audiosong wordt weergegeven in de categorie User in de display voor
songselectie.
De opgenomen song gaat
verloren als de display sluit of als
u het instrument uitzet zonder de
opslagbewerking uit te voeren.
LET OP
Audio Quick Recording
Als u de opname wit stoppen, tikt u op
[Stop] op de display en drukt
u vervolgens op de knop [EXIT] voordat
u verdergaat met stap 2.
OPMERKING
2