User Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Functielijst
- Stijlen
- Stijltypen (kenmerken)
- De functie Akkoordleraar gebruiken
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Het vingerzettingstype voor akkoorden wijzigen
- De kanalen van de stijl in- of uitschakelen
- Stijl Afspelen van bijbehorende instellingen
- Het tempo aanpassen
- Een akkoordsequence opnemen en afspelen—Chord Looper
- Een akkoordsequence opnemen wanneer het afspelen van de stijl is gestopt (Chord Looper)
- Uw aangepaste akkoordsequences opslaan en oproepen (Chord Looper)
- Stijlen maken/bewerken (Style Creator)
- Voices
- Display Voice Part Setup
- Displaygerelateerde instellingen voor voiceselectie
- Voicetypen (kenmerken)
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Metronoominstellingen
- Instellingen die betrekking hebben op toetsenbord/joystick
- Instellingen die betrekking hebben op een toetsenpartij (Voice Setting)
- De toonhoogte transponeren in halve tonen
- De toonhoogte van het gehele instrument fijnregelen (Master Tune)
- Een temperament selecteren of maken (Scale Tune)
- Gedetailleerde instellingen voor Harmony/Arpeggio opgeven
- Voices bewerken (Voice Edit)
- Organ Flutes-voices bewerken (Voice Edit)
- Ensemblevoices bewerken (Voice Edit)
- Multi Pads
- Song afspelen
- Een songlijst voor het afspelen maken
- De modus voor herhaaldelijk afspelen gebruiken
- Muzieknotatie-instellingen (Score) bewerken
- Songteksten weergeven en de display opstellen
- Tekst weergeven en de display opstellen
- De eigenschappen van de automatische begeleiding gebruiken bij het afspelen van de MIDI-song
- Elk kanaal van een MIDI-song in- of uitschakelen
- Instellingen betreffende het afspelen van een song
- MIDI-songopname/-bewerking
- Audio Multi Recording
- Registratiegeheugen
- Playlist
- Microfoon
- Mixer
- Instellingen besturingsfunctie
- MIDI-instellingen
- Basisprocedure voor MIDI-instellingen
- System – MIDI-systeeminstellingen
- Transmit – MIDI-zendkanaalinstellingen
- Receive – MIDI-ontvangstkanaalinstellingen
- On Bass Note – De basnoot instellen voor het afspelen van een stijl via MIDI
- Chord Detect – Instellingen van het akkoord voor het afspelen van een stijl via MIDI
- External Controller – MIDI-besturingsinstellingen
- Netwerkinstellingen
- Utility
- Handelingen in verband met het uitbreidingspakket
- Aansluitingen
- Index
12 Genos Naslaggids
Change Behavior
U kunt het tempo van de stijl, de MIDI-song en de metronoom aanpassen op de display die u oproept via [MENU]
[Tempo], of door aan de datadraaiknop op de Home-display te draaien.
Multi Pad Synchro
Stop (Style Stop)
Bepaalt of het herhaaldelijk afspelen van een Multi Pad stopt als het afspelen van de stijl wordt gestopt.
Multi Pad Synchro
Stop (Style Ending)
Bepaalt of het herhaaldelijk afspelen van een Multi Pad stopt als de Ending-sectie van de stijl wordt afgespeeld.
Section Set Hiermee wordt de standaardsectie bepaald die automatisch wordt opgeroepen bij het selecteren van
andere stijlen (als het afspelen van stijl is gestopt). Wanneer deze parameter op Off is ingesteld en
het afspelen van stijl is gestopt, wordt de actieve sectie gehandhaafd, zelfs wanneer er een andere
stijl wordt geselecteerd. Wanneer één van de secties Main A–D geen deel uitmaakt van de
stijlgegevens, wordt automatisch de dichtstbijzijnde sectie geselecteerd. Als bijvoorbeeld MAIN D
geen deel uitmaakt van de geselecteerde stijl, wordt MAIN C opgeroepen.
Tempo Dit bepaalt of het tempo wordt gewijzigd wanneer u van stijl wijzigt.
• Lock: Ongeacht de afspeelstatus blijft de tempo-instelling van de vorige stijl behouden.
•
Hold:
Terwijl de stijl wordt afgespeeld, blijft de tempo-instelling van de vorige stijl behouden.
Terwijl de stijl wordt gestopt, wijzigt het tempo in het standaardtempo van de geselecteerde stijl.
•
Reset:
Ongeacht de afspeelstatus, wijzigt het tempo in het standaardtempo van de geselecteerde stijl.
Part On/Off Dit bepaalt of de status van Stijlkanaal aan/uit wijzigt wanneer u van stijl wijzigt.
• Lock: Ongeacht de afspeelstatus blijft de status Kanaal aan/uit van de vorige stijl behouden.
• Hold: Terwijl de stijl wordt afgespeeld, blijft de status Kanaal aan/uit van de vorige stijl
behouden. Terwijl de stijl stopt, worden alle kanalen van de geselecteerde stijl op Aan ingesteld.
• Reset: Terwijl de stijl stopt, worden alle kanalen van de geselecteerde stijl op Aan ingesteld.
Het tempo aanpassen
q
Geeft de tempowaarde aan tijdens het afspelen van de metronoom, stijl en MIDI-song. U kunt het tempo wijzigen met de
draaiknop Data, de knoppen [DEC]/[INC] of de knoppen TEMPO [-]/[+].
Wanneer u een audiostijl selecteert (pagina 7), wordt de bovengrens van het tempo op deze manier weergegeven onder de
tempowaarde: Audio: ** max. Als het tempo hoger is dan de bovengrens wordt de audiopartij gedempt.
w
Dit is equivalent aan de knop [TAP TEMPO] op het paneel.
e
Geeft de tempowaarde van de huidige MIDI-song aan. De song wordt op dit tempo gestart.
r
Geeft de tempowaarde van de huidige stijl aan. De stijl wordt op dit tempo gestart.
De tempowaarde van een audiosong wordt ingesteld via de functie Time Stretch (afspeelsnelheid aanpassen). Raadpleeg de gebruikershandleiding.
w
q
e
r
OPMERKING