User Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Functielijst
- Stijlen
- Stijltypen (kenmerken)
- De functie Akkoordleraar gebruiken
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Het vingerzettingstype voor akkoorden wijzigen
- De kanalen van de stijl in- of uitschakelen
- Stijl Afspelen van bijbehorende instellingen
- Het tempo aanpassen
- Een akkoordsequence opnemen en afspelen—Chord Looper
- Een akkoordsequence opnemen wanneer het afspelen van de stijl is gestopt (Chord Looper)
- Uw aangepaste akkoordsequences opslaan en oproepen (Chord Looper)
- Stijlen maken/bewerken (Style Creator)
- Voices
- Display Voice Part Setup
- Displaygerelateerde instellingen voor voiceselectie
- Voicetypen (kenmerken)
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Metronoominstellingen
- Instellingen die betrekking hebben op toetsenbord/joystick
- Instellingen die betrekking hebben op een toetsenpartij (Voice Setting)
- De toonhoogte transponeren in halve tonen
- De toonhoogte van het gehele instrument fijnregelen (Master Tune)
- Een temperament selecteren of maken (Scale Tune)
- Gedetailleerde instellingen voor Harmony/Arpeggio opgeven
- Voices bewerken (Voice Edit)
- Organ Flutes-voices bewerken (Voice Edit)
- Ensemblevoices bewerken (Voice Edit)
- Multi Pads
- Song afspelen
- Een songlijst voor het afspelen maken
- De modus voor herhaaldelijk afspelen gebruiken
- Muzieknotatie-instellingen (Score) bewerken
- Songteksten weergeven en de display opstellen
- Tekst weergeven en de display opstellen
- De eigenschappen van de automatische begeleiding gebruiken bij het afspelen van de MIDI-song
- Elk kanaal van een MIDI-song in- of uitschakelen
- Instellingen betreffende het afspelen van een song
- MIDI-songopname/-bewerking
- Audio Multi Recording
- Registratiegeheugen
- Playlist
- Microfoon
- Mixer
- Instellingen besturingsfunctie
- MIDI-instellingen
- Basisprocedure voor MIDI-instellingen
- System – MIDI-systeeminstellingen
- Transmit – MIDI-zendkanaalinstellingen
- Receive – MIDI-ontvangstkanaalinstellingen
- On Bass Note – De basnoot instellen voor het afspelen van een stijl via MIDI
- Chord Detect – Instellingen van het akkoord voor het afspelen van een stijl via MIDI
- External Controller – MIDI-besturingsinstellingen
- Netwerkinstellingen
- Utility
- Handelingen in verband met het uitbreidingspakket
- Aansluitingen
- Index
Genos Naslaggids 123
9
Microfoon
Effect
Hiermee bewerkt u de parameters die betrekking hebben op de effecten die op de Synth Vocoder-noten zijn toegepast.
4
Tik op (Opslaan) en sla vervolgens de bewerkingen op als
een origineel Synth Vocoder-type.
Er kunnen in totaal zestig typen (Synth Vocoder- en Vocal Harmony-typen)
worden opgeslagen. U kunt voor het gemak voor toekomstig gebruik een
beschrijvende naam toekennen die met de instellingen overeenkomt.
u
Formant • Shift: bepaalt hoeveel (in BPF) de afsnijfrequentiewaarde van de BPF's (voor de Inst-ingang)
omhoog of omlaag wordt verschoven. Deze parameter kan worden gebruikt om het karakter
van het Vocoder-geluid te wijzigen.
• Offset: hiermee worden de afsnijfrequenties van alle BPF's (voor de Inst-ingang) nauwkeurig
aangepast. Deze parameter kan worden gebruikt om het karakter van het Vocoder-geluid
nauwkeurig af te stemmen.
i
Detail Setting Carrier • Vo lum e: hiermee bepaalt u het niveau van de drager voor het Synth Vocoder-
geluid.
• Noise: hiermee wordt het bijgeluidniveau bepaald dat wordt ingevoerd naar de
Synth Vocoder. Dit kan worden gebruikt om sissende geluiden en plofklanken
te benadrukken en de spraakeigenschappen meer naar voren te halen.
• Octave: hiermee bepaalt u de octaafinstelling van de drager voor het Synth
Vocoder-geluid.
HPF (High
Pass Filter)
• Freq (Frequency): bepaalt de HPF-afsnijfrequentie voor het
microfooningangsgeluid. Wanneer deze parameter wordt ingesteld op een
lage waarde, wordt een minimaal verwerkt ingangsgeluid geproduceerd, met
andere woorden: dicht bij het origineel. Bij hogere waarden worden de
hoogfrequente consonanten en sissende geluiden benadrukt (waardoor
woorden gemakkelijker te verstaan zijn).
• Level: hiermee wordt het niveau bepaald van het microfoongeluid dat vanuit de
HPF wordt uitgevoerd.
BPF1–10
(Band Pass
Filter)
Hiermee wordt elke uitgangsversterking bepaald van BPF 1–10 voor de Inst-
ingang (geluid van het toetsenspel). BPF 1 komt overeen met de laagste formant
terwijl BPF 10 overeenkomt met de hoogste formant.
o
Effect On/Off Hiermee zet u de effecten die op de Synth Vocoder-noten zijn toegepast aan of uit.
!0
Type Hiermee selecteert u het effecttype dat op de Synth Vocoder-noten wordt toegepast. U kunt
ook de gedetailleerde parameters van het geselecteerde type bewerken. Raadpleeg voor details
de datalijst (Vocal-effecttypelijst voor de Synth Vocoder-effecttypen en Vocal Harmony-
parameterlijst voor de Synth Vocoder-effectparameters) op de website.
!1
Depth Hiermee past u de effectdiepte aan die op het totale Synth Vocoder-geluid wordt toegepast.
!2
Reverb Hiermee past u de reverbdiepte aan die op het microfoongeluid wordt toegepast. Deze
instelling is equivalent aan die op de display Mixer (pagina 129).
!3
Chorus Hiermee past u de chorusdiepte aan die op het microfoongeluid wordt toegepast. Deze
instelling is equivalent aan die op de display Mixer (pagina 129).
Het resultaat kan afhankelijk van de set-upinstellingen feedback (jankend) zijn. Wees vooral
voorzichtig wanneer u waarden verhoogt.
OPMERKING
De instellingen hier gaan verloren
als u het instrument uitschakelt
zonder eerst de opslagbewerking
uit te voeren.
Als u de Synth Vocoder-instellingen
naar een USB-flashstation wilt opslaan,
slaat u deze als een User-effectbestand
op. U tikt hiervoor op de display die via
[MENU] [Utility] [Factory Reset/
Backup] pagina 2/2 is opgeroepen
op [Save] van User Effect om de
opslagbewerking (pagina 159) uit te
voeren.
LET OP
OPMERKING