User Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Functielijst
- Stijlen
- Stijltypen (kenmerken)
- De functie Akkoordleraar gebruiken
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Het vingerzettingstype voor akkoorden wijzigen
- De kanalen van de stijl in- of uitschakelen
- Stijl Afspelen van bijbehorende instellingen
- Het tempo aanpassen
- Een akkoordsequence opnemen en afspelen—Chord Looper
- Een akkoordsequence opnemen wanneer het afspelen van de stijl is gestopt (Chord Looper)
- Uw aangepaste akkoordsequences opslaan en oproepen (Chord Looper)
- Stijlen maken/bewerken (Style Creator)
- Voices
- Display Voice Part Setup
- Displaygerelateerde instellingen voor voiceselectie
- Voicetypen (kenmerken)
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Metronoominstellingen
- Instellingen die betrekking hebben op toetsenbord/joystick
- Instellingen die betrekking hebben op een toetsenpartij (Voice Setting)
- De toonhoogte transponeren in halve tonen
- De toonhoogte van het gehele instrument fijnregelen (Master Tune)
- Een temperament selecteren of maken (Scale Tune)
- Gedetailleerde instellingen voor Harmony/Arpeggio opgeven
- Voices bewerken (Voice Edit)
- Organ Flutes-voices bewerken (Voice Edit)
- Ensemblevoices bewerken (Voice Edit)
- Multi Pads
- Song afspelen
- Een songlijst voor het afspelen maken
- De modus voor herhaaldelijk afspelen gebruiken
- Muzieknotatie-instellingen (Score) bewerken
- Songteksten weergeven en de display opstellen
- Tekst weergeven en de display opstellen
- De eigenschappen van de automatische begeleiding gebruiken bij het afspelen van de MIDI-song
- Elk kanaal van een MIDI-song in- of uitschakelen
- Instellingen betreffende het afspelen van een song
- MIDI-songopname/-bewerking
- Audio Multi Recording
- Registratiegeheugen
- Playlist
- Microfoon
- Mixer
- Instellingen besturingsfunctie
- MIDI-instellingen
- Basisprocedure voor MIDI-instellingen
- System – MIDI-systeeminstellingen
- Transmit – MIDI-zendkanaalinstellingen
- Receive – MIDI-ontvangstkanaalinstellingen
- On Bass Note – De basnoot instellen voor het afspelen van een stijl via MIDI
- Chord Detect – Instellingen van het akkoord voor het afspelen van een stijl via MIDI
- External Controller – MIDI-besturingsinstellingen
- Netwerkinstellingen
- Utility
- Handelingen in verband met het uitbreidingspakket
- Aansluitingen
- Index
128 Genos Naslaggids
De effectinstellingen bewerken en opslaan
U kunt de instellingen van de systeemeffecten (Chorus, Reverb), invoegeffecten en variatie-effecten bewerken.
De bewerkingen kunnen als een User Effect-type worden opgeslagen.
1
Tik vanuit de display Mixer op de naam van het effecttype om de instellingendisplay
Effect op te roepen.
2
Selecteer de effectcategorie en het effecttype en pas de parameterwaarde aan door de
regelaars op de display te gebruiken.
3
Tik indien nodig op [Detail] om de display Effect Parameter op
te roepen en extra instellingen op te geven.
De beschikbare parameters verschillen afhankelijk van het effecttype.
4
Tik op (Opslaan) om de instelling als een User Effect-type
op te slaan.
Er kunnen maximaal drie effecttypen voor elk van de Reverb-, Chorus- en
Variation Effect-blokken worden opgeslagen terwijl er maximaal dertig
effecttypen voor de Insertion Effect-blokken kunnen worden opgeslagen.
Parameters die grijs worden
weergegeven, kunnen niet worden
bewerkt.
OPMERKING
De instellingen gaan verloren als
u het instrument uitzet zonder dat
u de opslagbewerking hebt
uitgevoerd.
Als u de effectinstellingen naar een
USB-flashstation wilt opslaan, slaat
u deze als een User-effectbestand op. U
tikt hiervoor vanaf de display die via
[MENU] [Utility] [Factory Reset/
Backup] pagina 2/2 is opgeroepen
op [Save] van User Effect om de
opslagbewerking (pagina 159) uit te
voeren.
LET OP
OPMERKING