User Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Functielijst
- Stijlen
- Stijltypen (kenmerken)
- De functie Akkoordleraar gebruiken
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Het vingerzettingstype voor akkoorden wijzigen
- De kanalen van de stijl in- of uitschakelen
- Stijl Afspelen van bijbehorende instellingen
- Het tempo aanpassen
- Een akkoordsequence opnemen en afspelen—Chord Looper
- Een akkoordsequence opnemen wanneer het afspelen van de stijl is gestopt (Chord Looper)
- Uw aangepaste akkoordsequences opslaan en oproepen (Chord Looper)
- Stijlen maken/bewerken (Style Creator)
- Voices
- Display Voice Part Setup
- Displaygerelateerde instellingen voor voiceselectie
- Voicetypen (kenmerken)
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Metronoominstellingen
- Instellingen die betrekking hebben op toetsenbord/joystick
- Instellingen die betrekking hebben op een toetsenpartij (Voice Setting)
- De toonhoogte transponeren in halve tonen
- De toonhoogte van het gehele instrument fijnregelen (Master Tune)
- Een temperament selecteren of maken (Scale Tune)
- Gedetailleerde instellingen voor Harmony/Arpeggio opgeven
- Voices bewerken (Voice Edit)
- Organ Flutes-voices bewerken (Voice Edit)
- Ensemblevoices bewerken (Voice Edit)
- Multi Pads
- Song afspelen
- Een songlijst voor het afspelen maken
- De modus voor herhaaldelijk afspelen gebruiken
- Muzieknotatie-instellingen (Score) bewerken
- Songteksten weergeven en de display opstellen
- Tekst weergeven en de display opstellen
- De eigenschappen van de automatische begeleiding gebruiken bij het afspelen van de MIDI-song
- Elk kanaal van een MIDI-song in- of uitschakelen
- Instellingen betreffende het afspelen van een song
- MIDI-songopname/-bewerking
- Audio Multi Recording
- Registratiegeheugen
- Playlist
- Microfoon
- Mixer
- Instellingen besturingsfunctie
- MIDI-instellingen
- Basisprocedure voor MIDI-instellingen
- System – MIDI-systeeminstellingen
- Transmit – MIDI-zendkanaalinstellingen
- Receive – MIDI-ontvangstkanaalinstellingen
- On Bass Note – De basnoot instellen voor het afspelen van een stijl via MIDI
- Chord Detect – Instellingen van het akkoord voor het afspelen van een stijl via MIDI
- External Controller – MIDI-besturingsinstellingen
- Netwerkinstellingen
- Utility
- Handelingen in verband met het uitbreidingspakket
- Aansluitingen
- Index
Genos Naslaggids 133
11
11
11
Instellingen besturingsfunctie
Instellingen besturingsfunctie
Inhoud
Specifieke functies aan de pedalen en paneelknoppen toewijzen (Assignable)
...................................................................................................................................................133
• Toewijsbare functies...........................................................................................................134
Toewijzingstypen van de Live Control-knoppen en -schuifregelaars bewerken (Live Control)
......139
• Toewijsbare functies...........................................................................................................139
U kunt verschillende functies toewijzen aan voetpedalen die zijn aangesloten op de aansluiting ASSIGNABLE FOOT
PEDAL en aan de ASSIGNABLE-knoppen en de knop [ROTARY SP/ASSIGNABLE].
De bedieningsdisplay kan worden opgeroepen via [MENU]
[Assignable].
1
Tik om het gewenste pedaal of de gewenste knop te selecteren.
Als u er opnieuw op tikt, wordt de functielijst opgeroepen.
2
Selecteer de functie voor het pedaal of de knop.
Raadpleeg voor meer informatie over elke functie de pagina's 134–138.
3
Geef de nodige instellingen op voor de geselecteerde functie
die onder aan de display wordt weergegeven.
U kunt gedetailleerde instellingen van de geselecteerde functie aanbrengen, zoals
welke partijen door de functie worden beïnvloed enz. Als u de functienaam wilt
wijzigen die wordt weergegeven in het pop-upvenster, tikt u op [Rename] en voert
u de gewenste naam in. Er kunnen maximaal 50 tekens worden gebruikt.
4
Stel indien nodig de polariteit van het pedaal in door op
(Menu) te tikken.
Dit kan afhankelijk van het pedaal dat u aan het instrument hebt aangesloten
averechts werken (erop drukken heeft bijvoorbeeld geen effect, maar loslaten wel).
Als zoiets zich voordoet, gebruikt u deze instelling om de polariteit om te draaien.
Specifieke functies aan de pedalen en paneelknoppen toewijzen (Assignable)
3
1
Zoals in de gebruikershandleiding is
beschreven, kunnen sneltoetsen ook
aan de ASSIGNABLE-knoppen worden
toegewezen.
U kunt ook andere functies aan het
pedaal toewijzen—Voice Guide
Controller (pagina 157), Punch In/Out
of Song (pagina 79) en Registration
Sequence (pagina 109). Als u meerdere
functies aan het pedaal toewijst, is de
prioriteit: Voice Guide Controller
Punch In/Out of Song Registration
Sequence Hier toegewezen functies
OPMERKING
OPMERKING
Het pop-upvenster verbergen als de ASSIGNABLE-knoppen worden ingedrukt
Als u op een van de ASSIGNABLE-knoppen drukt, verschijnt het pop-upvenster waarin de status van de toegewezen
functie wordt weergegeven. U kunt ook instellen dat het pop-upvenster moet worden verborgen. Tik hiervoor op
(Menu) in de display Assignable en stel 'Popup Window' in op Off.