User Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Functielijst
- Stijlen
- Stijltypen (kenmerken)
- De functie Akkoordleraar gebruiken
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Het vingerzettingstype voor akkoorden wijzigen
- De kanalen van de stijl in- of uitschakelen
- Stijl Afspelen van bijbehorende instellingen
- Het tempo aanpassen
- Een akkoordsequence opnemen en afspelen—Chord Looper
- Een akkoordsequence opnemen wanneer het afspelen van de stijl is gestopt (Chord Looper)
- Uw aangepaste akkoordsequences opslaan en oproepen (Chord Looper)
- Stijlen maken/bewerken (Style Creator)
- Voices
- Display Voice Part Setup
- Displaygerelateerde instellingen voor voiceselectie
- Voicetypen (kenmerken)
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Metronoominstellingen
- Instellingen die betrekking hebben op toetsenbord/joystick
- Instellingen die betrekking hebben op een toetsenpartij (Voice Setting)
- De toonhoogte transponeren in halve tonen
- De toonhoogte van het gehele instrument fijnregelen (Master Tune)
- Een temperament selecteren of maken (Scale Tune)
- Gedetailleerde instellingen voor Harmony/Arpeggio opgeven
- Voices bewerken (Voice Edit)
- Organ Flutes-voices bewerken (Voice Edit)
- Ensemblevoices bewerken (Voice Edit)
- Multi Pads
- Song afspelen
- Een songlijst voor het afspelen maken
- De modus voor herhaaldelijk afspelen gebruiken
- Muzieknotatie-instellingen (Score) bewerken
- Songteksten weergeven en de display opstellen
- Tekst weergeven en de display opstellen
- De eigenschappen van de automatische begeleiding gebruiken bij het afspelen van de MIDI-song
- Elk kanaal van een MIDI-song in- of uitschakelen
- Instellingen betreffende het afspelen van een song
- MIDI-songopname/-bewerking
- Audio Multi Recording
- Registratiegeheugen
- Playlist
- Microfoon
- Mixer
- Instellingen besturingsfunctie
- MIDI-instellingen
- Basisprocedure voor MIDI-instellingen
- System – MIDI-systeeminstellingen
- Transmit – MIDI-zendkanaalinstellingen
- Receive – MIDI-ontvangstkanaalinstellingen
- On Bass Note – De basnoot instellen voor het afspelen van een stijl via MIDI
- Chord Detect – Instellingen van het akkoord voor het afspelen van een stijl via MIDI
- External Controller – MIDI-besturingsinstellingen
- Netwerkinstellingen
- Utility
- Handelingen in verband met het uitbreidingspakket
- Aansluitingen
- Index
144 Genos Naslaggids
Deze uitleg is van toepassing als u de display System in stap 2 op pagina 143 oproept.
System – MIDI-systeeminstellingen
Clock Bepaalt of het instrument wordt bestuurd door zijn eigen interne klok (Internal) of door een
MIDI-klok (MIDI A, MIDI B, USB1, USB2 en Wireless LAN) die wordt ontvangen van een
extern apparaat. De normale klokinstelling is Internal als het instrument afzonderlijk wordt
gebruikt of als een masterkeyboard om externe apparaten te besturen. Als u het instrument
gebruikt met een externe sequencer, MIDI-computer of ander MIDI-apparaat en u wilt het
instrument synchroniseren met dat externe apparaat, stelt u voor deze parameter de
betreffende instelling in: MIDI A, MIDI B, USB1, USB2, of Wireless LAN. Zorg er in dit
geval voor dat het externe apparaat correct is aangesloten (bijvoorbeeld op de MIDI IN-
aansluiting van het instrument) en dat het op de juiste manier een MIDI-kloksignaal uitzendt.
Als deze functie voor besturing door een extern apparaat (MIDI A, MIDI B, USB1, USB2, of
Wireless LAN) is ingesteld, wordt het tempo op de hoofddisplay als EXT. aangegeven.
Transmit Clock Hiermee wordt de MIDI-klokverzending (F8) aan- of uitgezet. Als deze functie op Off is
ingesteld, worden er geen MIDI-kloksignalen of Start/Stop-data verzonden, zelfs niet als er
een song of stijl wordt afgespeeld.
Transpose MIDI Input Hiermee wordt bepaald of de transponeerinstelling van het instrument wel of niet wordt
toegepast op de nootevents die van het externe apparaat via MIDI worden ontvangen.
Start/Stop Hiermee wordt bepaald of binnenkomende FA (start)- en FC (stop)-berichten invloed hebben
op het afspelen van songs of stijlen.
Local Control Hiermee zet u de lokale besturing voor elke partij aan of uit. Als Local Control op On is
ingesteld, bestuurt het toetsenbord van het instrument zijn eigen (lokale) interne
toongenerator, waardoor de interne voices direct vanaf het toetsenbord kunnen worden
gespeeld. Als u Local Control op Off instelt, worden het toetsenbord en de regelaars intern
van de toongeneratorsectie van het instrument losgekoppeld, zodat er geen geluid wordt
geproduceerd wanneer u het toetsenbord bespeelt of de regelaars gebruikt. Hierdoor kunt
u bijvoorbeeld een externe MIDI-sequencer gebruiken om de interne voices van het
instrument af te spelen en het toetsenbord te gebruiken om noten in de externe sequencer op
te nemen en/of een externe toongenerator te bespelen.
System
Exclusive
Message
Transmit Hiermee wordt bepaald of MIDI-systeemeigen berichten wel (On) of niet (Off) vanaf dit
instrument worden verzonden.
Receive Hiermee wordt bepaald of MIDI-systeemeigen berichten wel (On) of niet (Off) door dit
instrument worden herkend.
Chord System
Exclusive
Message
Transmit Hiermee wordt bepaald of exclusieve data van het MIDI-akkoord (grondtoon en type
akkoorddetectie) wel (On) of niet (Off) vanaf dit instrument worden verzonden.
Receive Hiermee wordt bepaald of exclusieve data van het MIDI-akkoord (grondtoon en type
akkoorddetectie) wel (On) of niet (Off) door dit instrument worden herkend.
Als de klok op iets anders dan Internal is ingesteld, kunnen de stijl, song, metronoom en het tempo niet via de
knoppen op dit instrument worden bestuurd.
OPMERKING
Wireless LAN wordt alleen weergegeven als de draadloos-netwerkfunctie is opgenomen. Afhankelijk van uw regio is
de draadloos-netwerkfunctie mogelijk niet meegeleverd.
OPMERKING