User Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Functielijst
- Stijlen
- Stijltypen (kenmerken)
- De functie Akkoordleraar gebruiken
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Het vingerzettingstype voor akkoorden wijzigen
- De kanalen van de stijl in- of uitschakelen
- Stijl Afspelen van bijbehorende instellingen
- Het tempo aanpassen
- Een akkoordsequence opnemen en afspelen—Chord Looper
- Een akkoordsequence opnemen wanneer het afspelen van de stijl is gestopt (Chord Looper)
- Uw aangepaste akkoordsequences opslaan en oproepen (Chord Looper)
- Stijlen maken/bewerken (Style Creator)
- Voices
- Display Voice Part Setup
- Displaygerelateerde instellingen voor voiceselectie
- Voicetypen (kenmerken)
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Metronoominstellingen
- Instellingen die betrekking hebben op toetsenbord/joystick
- Instellingen die betrekking hebben op een toetsenpartij (Voice Setting)
- De toonhoogte transponeren in halve tonen
- De toonhoogte van het gehele instrument fijnregelen (Master Tune)
- Een temperament selecteren of maken (Scale Tune)
- Gedetailleerde instellingen voor Harmony/Arpeggio opgeven
- Voices bewerken (Voice Edit)
- Organ Flutes-voices bewerken (Voice Edit)
- Ensemblevoices bewerken (Voice Edit)
- Multi Pads
- Song afspelen
- Een songlijst voor het afspelen maken
- De modus voor herhaaldelijk afspelen gebruiken
- Muzieknotatie-instellingen (Score) bewerken
- Songteksten weergeven en de display opstellen
- Tekst weergeven en de display opstellen
- De eigenschappen van de automatische begeleiding gebruiken bij het afspelen van de MIDI-song
- Elk kanaal van een MIDI-song in- of uitschakelen
- Instellingen betreffende het afspelen van een song
- MIDI-songopname/-bewerking
- Audio Multi Recording
- Registratiegeheugen
- Playlist
- Microfoon
- Mixer
- Instellingen besturingsfunctie
- MIDI-instellingen
- Basisprocedure voor MIDI-instellingen
- System – MIDI-systeeminstellingen
- Transmit – MIDI-zendkanaalinstellingen
- Receive – MIDI-ontvangstkanaalinstellingen
- On Bass Note – De basnoot instellen voor het afspelen van een stijl via MIDI
- Chord Detect – Instellingen van het akkoord voor het afspelen van een stijl via MIDI
- External Controller – MIDI-besturingsinstellingen
- Netwerkinstellingen
- Utility
- Handelingen in verband met het uitbreidingspakket
- Aansluitingen
- Index
Genos Naslaggids 23
1
Stijlen
Bas, akkoord 1–2, pad- en frase 1–2 opnemen
1
Tik op de display Rec Channel op het gewenste kanaal en houd dit ingedrukt tot het
rood wordt.
Als het geselecteerde kanaal al gegevens beat, verschijnt een bevestigingsbericht, waarin u wordt gevraagd of u de
bestaande gegevens van het geselecteerde kanaal wel of niet wilt verwijderen. Tik op [Yes] om gegevens te
verwijderen. Het geselecteerde kanaal wordt dan gespecificeerd als opnamekanaal. Let erop dat het overdubben
van de kanaalgegevens anders dan van de ritmekanalen van de vooraf ingestelde stijl niet mogelijk is.
2
Selecteer indien nodig een voice en oefen dan de baslijn, akkoordbegeleiding of frase
die moeten worden opgenomen.
Tik op het pictogram van het instrument (afbeelding) om de display voor voiceselectie op te roepen en selecteer
dan de gewenste voice. Sluit de display voor voiceselectie, nadat u deze hebt geselecteerd, om terug te gaan naar
de display Style Creator. Met de geselecteerde voice oefent u de frase of de akkoordbegeleiding die moeten
worden opgenomen.
• Neem een frase in CM7 op die de juiste noten zal afspelen als wijzigingsakkoorden tijdens de performance
Regels voor het opnemen van een Algemeen of Fill-in
Met de initiële standaardinstellingen is de brongrondtoon/het akkoord ingesteld op CM7. Dit betekent dat u een
bronpatroon moet opnemen dat wordt geactiveerd door het specificeren van CM7 tijdens de normale
performance. Neem een baslijn, frase of akkoordbegeleiding op die u kunt horen wanneer CM7 is
gespecificeerd. Zie met name de onderstaande regels.
• Gebruik tijdens het opnemen van de bas- en frasekanalen alleen noten uit de CM7-stemming (d.w.z. C, D, E,
G, A en B).
• Gebruik tijdens het opnemen van de kanalen Akkoord en Pad alleen de akkoordnoten (d.w.z. C, E, G en B).
Als u deze regels in acht neemt, worden noten bij het afspelen van de stijl op de juiste manier geconverteerd,
afhankelijk van de akkoordwijzigingen die u tijdens uw performance uitvoert.
Regels voor het opnemen van een intro of einde
Deze secties zijn ontworpen in de veronderstelling dat het akkoord tijdens het afspelen niet wordt gewijzigd.
Daarom hoeft u de bovengenoemde regels voor de secties Main en Fill-in niet in acht te nemen en kunt
u akkoordprogressie maken bij het opnemen. Volg echter de onderstaande regels, aangezien de brongrondtoon/
het akkoord standaard op CM7 is ingesteld.
• Wanneer u de intro opneemt, zorg er dan voor dat de opgenomen frase naar behoren een C-stemming volgt.
• Wanneer u het einde opneemt, zorg er dan voor dat de opgenomen frase naar behoren begint met een
C-stemming of deze volgt.
• Stel zo nodig de brongrondtoon/het akkoord in.
Hoewel de standaard brongrondtoon/het akkoord op CM7 is ingesteld, zoals hierboven wordt beschreven, kunt
u het wijzigen in elk ander akkoord waarin u graag speelt. Roep de display SFF Edit op, stel de brongrondtoon
en het akkoord in op het favoriete of gewenste grondtoon- en akkoordtype. Vergeet niet dat als u het
bronakkoord van de standaardwaarde CM7 wijzigt in een ander akkoord, de akkoordnoten en aanbevolen noten
ook worden gewijzigd. Raadpleeg voor meer informatie pagina 28.
3
Begin de opname door op de knop STYLE CONTROL [START/STOP] te drukken.
Schakel elk kanaal in of uit door desgewenst op het kanaal van de display Rec Channel te tikken wanneer reeds
opgenomen gegevens worden afgespeeld. Als u een audiostijl hebt geselecteerd als startgegevens, schakel dan de
audiopartij in of uit door te tikken op het [Audio] kanaal.
Verwijder een kanaal, indien nodig, door te tikken op [Delete] onder het gewenste kanaal.
Beschikbare voices voor opname
Alle, behalve Organ Flutes/Drum kit/SFX kit-voices, kunnen worden gebruikt voor opnemen.
CRC CRC
C = akkoordnoot
C, R = aanbevolen noot
VOLGENDE PAGINA