User Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Functielijst
- Stijlen
- Stijltypen (kenmerken)
- De functie Akkoordleraar gebruiken
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Het vingerzettingstype voor akkoorden wijzigen
- De kanalen van de stijl in- of uitschakelen
- Stijl Afspelen van bijbehorende instellingen
- Het tempo aanpassen
- Een akkoordsequence opnemen en afspelen—Chord Looper
- Een akkoordsequence opnemen wanneer het afspelen van de stijl is gestopt (Chord Looper)
- Uw aangepaste akkoordsequences opslaan en oproepen (Chord Looper)
- Stijlen maken/bewerken (Style Creator)
- Voices
- Display Voice Part Setup
- Displaygerelateerde instellingen voor voiceselectie
- Voicetypen (kenmerken)
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Metronoominstellingen
- Instellingen die betrekking hebben op toetsenbord/joystick
- Instellingen die betrekking hebben op een toetsenpartij (Voice Setting)
- De toonhoogte transponeren in halve tonen
- De toonhoogte van het gehele instrument fijnregelen (Master Tune)
- Een temperament selecteren of maken (Scale Tune)
- Gedetailleerde instellingen voor Harmony/Arpeggio opgeven
- Voices bewerken (Voice Edit)
- Organ Flutes-voices bewerken (Voice Edit)
- Ensemblevoices bewerken (Voice Edit)
- Multi Pads
- Song afspelen
- Een songlijst voor het afspelen maken
- De modus voor herhaaldelijk afspelen gebruiken
- Muzieknotatie-instellingen (Score) bewerken
- Songteksten weergeven en de display opstellen
- Tekst weergeven en de display opstellen
- De eigenschappen van de automatische begeleiding gebruiken bij het afspelen van de MIDI-song
- Elk kanaal van een MIDI-song in- of uitschakelen
- Instellingen betreffende het afspelen van een song
- MIDI-songopname/-bewerking
- Audio Multi Recording
- Registratiegeheugen
- Playlist
- Microfoon
- Mixer
- Instellingen besturingsfunctie
- MIDI-instellingen
- Basisprocedure voor MIDI-instellingen
- System – MIDI-systeeminstellingen
- Transmit – MIDI-zendkanaalinstellingen
- Receive – MIDI-ontvangstkanaalinstellingen
- On Bass Note – De basnoot instellen voor het afspelen van een stijl via MIDI
- Chord Detect – Instellingen van het akkoord voor het afspelen van een stijl via MIDI
- External Controller – MIDI-besturingsinstellingen
- Netwerkinstellingen
- Utility
- Handelingen in verband met het uitbreidingspakket
- Aansluitingen
- Index
26 Genos Naslaggids
Target Ch Selecteer het gewenste doel dat moet worden bewerkt. Alle items, met uitzondering van Groove dienen te
worden toegepast op het kanaal dat hier is gespecificeerd.
Groove Hiermee kunt u swing toevoegen aan de muziek of de 'feel' (het gevoel) van de beat wijzigen door subtiele
verschuivingen in de timing (kloksignalen) van de stijl te maken. De groove-instellingen worden toegepast op
alle kanalen van de geselecteerde sectie.
Original Beat Geeft de tellen aan waarop de Groove-timing wordt toegepast. Het komt erop neer dat als
'8 Beat' is geselecteerd, Groove-timing wordt toegepast op de achtste noten; als '12 Beat' is
geselecteerd, wordt Groove-timing toegepast op achtstentriolen.
Beat Converter Wijzigt in feite de timing van de tellen (zoals opgegeven in de parameter Original Beat
hiervoor) in de geselecteerde waarde. Als bijvoorbeeld Original Beat op '8 Beat' is ingesteld
en tempo-omzetter op 12 is ingesteld, krijgen alle achtste noten in de sectie de timing van een
1/8-noottriool. De 16A- en 16B-tempo-omzetter die verschijnt wanneer Original Beat op '12
Beat' is ingesteld. Dit zijn variaties op de standaardinstelling voor zestiende noten.
Swing Produceert een 'swing'-gevoel door de timing van de backbeats te verschuiven, afhankelijk
van de hiervoor genoemde parameter Original Beat. Als bijvoorbeeld de opgegeven Original
Beat-waarde '8 Beat' is, vertraagt de swing-parameter selectief de 2e, 4e, 6e en 8e tel van elke
maat om een swinggevoel te maken. De instellingen 'A' tot 'E' geven verschillende gradaties
van swing, waarbij 'A' de meest subtiele en 'E' de meest uitgesproken vorm is.
Fine Selecteert een verscheidenheid aan 'Groove-templates' (sjablonen) die op de geselecteerde
sectie worden toegepast. De Push-instellingen zorgen ervoor dat bepaalde tellen eerder
worden gespeeld, terwijl Heavy-instellingen de timing van bepaalde tellen vertragen.
De genummerde instellingen (2, 3, 4, 5) bepalen op welke tellen ze invloed hebben. Alle
tellen tot aan de aangegeven tel (maar niet de eerste tel) wordt eerder of later gespeeld
(bijvoorbeeld de 2e en 3e tel als '3' is geselecteerd). In alle gevallen geven de 'A'-typen een
minimumeffect, 'B'-typen een gemiddeld effect en 'C'-typen een maximumeffect.
Dynamics Hierdoor wordt de aanslagsnelheid/het aanslagvolume (of accent) van bepaalde noten gewijzigd bij het afspelen
van stijl. De instellingen van de dynamische processor kunnen worden toegepast op elk individueel kanaal of op
alle kanalen van de geselecteerde stijl.
Accent Type Hiermee wordt het type accent bepaald dat moet worden toegepast. Met andere woorden,
welke noten moeten worden benadrukt.
Strength Hiermee wordt bepaald hoe sterk het geselecteerde accenttype (hierboven) wordt toegepast.
Des te hoger de waarde, des te sterker het effect
Expand/
Compress
Hiermee wordt het bereik aan aanslagsnelheidswaarden uitgebreid of verminderd. Met
waarden van meer dan 100% wordt het dynamische bereik vergroot, terwijl met waarden van
minder dan 100% het dynamisch bereik wordt verkleind.
Boost/Cut Alle snelheidswaarden worden versneld of vertraagd. Waarden boven 100% versterken de
totale aanslagsnelheid, terwijl waarden onder 100% deze dempen.
Apply To All
Channels
Wanneer deze op Aan zijn ingesteld, worden de instellingen in deze display toegepast op alle
kanalen van de huidige sectie.
Wanneer deze op Uit zijn ingesteld, worden de instellingen in deze display toegepast op het
kanaal dat is gespecificeerd bij Target Ch in de display Channel Edit.
Quantize Hetzelfde als bij MIDI Multi Recording (pagina 83), met uitzondering van de twee hieronder vermelde extra
parameters.
Velocity Hiermee wordt de aanslagsterkte van alle noten in het opgegeven kanaal versterkt of verzwakt, volgens het hier
opgegeven percentage.
Bar Copy Deze functie maakt het mogelijk gegevens te kopiëren van één maat of een groep maten naar een andere locatie
binnen het opgegeven kanaal.
Source Top Geeft de eerste (Bron boven) en laatste (Bron laatste) maten aan van het gedeelte dat
gekopieerd moet worden.
Source Last
Destination Geeft de eerste maat aan van de bestemmingslocatie, waarnaar de gegevens moeten worden
gekopieerd.
Bar Clear Deze functie wist alle gegevens in het opgegeven bereik van maten in het geselecteerde kanaal.
Remove Event Met deze functie kunt u bepaalde gebeurtenissen verwijderen uit het geselecteerde kanaal.
De bewerkte stijl gaat verloren als u van stijl wijzigt of als u het instrument uitzet zonder de opslagbewerking uit te voeren (stap 7 op pagina 20).
Achtste noten met swing
Zestiende noten met swing
LET OP