User Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Functielijst
- Stijlen
- Stijltypen (kenmerken)
- De functie Akkoordleraar gebruiken
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Het vingerzettingstype voor akkoorden wijzigen
- De kanalen van de stijl in- of uitschakelen
- Stijl Afspelen van bijbehorende instellingen
- Het tempo aanpassen
- Een akkoordsequence opnemen en afspelen—Chord Looper
- Een akkoordsequence opnemen wanneer het afspelen van de stijl is gestopt (Chord Looper)
- Uw aangepaste akkoordsequences opslaan en oproepen (Chord Looper)
- Stijlen maken/bewerken (Style Creator)
- Voices
- Display Voice Part Setup
- Displaygerelateerde instellingen voor voiceselectie
- Voicetypen (kenmerken)
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Metronoominstellingen
- Instellingen die betrekking hebben op toetsenbord/joystick
- Instellingen die betrekking hebben op een toetsenpartij (Voice Setting)
- De toonhoogte transponeren in halve tonen
- De toonhoogte van het gehele instrument fijnregelen (Master Tune)
- Een temperament selecteren of maken (Scale Tune)
- Gedetailleerde instellingen voor Harmony/Arpeggio opgeven
- Voices bewerken (Voice Edit)
- Organ Flutes-voices bewerken (Voice Edit)
- Ensemblevoices bewerken (Voice Edit)
- Multi Pads
- Song afspelen
- Een songlijst voor het afspelen maken
- De modus voor herhaaldelijk afspelen gebruiken
- Muzieknotatie-instellingen (Score) bewerken
- Songteksten weergeven en de display opstellen
- Tekst weergeven en de display opstellen
- De eigenschappen van de automatische begeleiding gebruiken bij het afspelen van de MIDI-song
- Elk kanaal van een MIDI-song in- of uitschakelen
- Instellingen betreffende het afspelen van een song
- MIDI-songopname/-bewerking
- Audio Multi Recording
- Registratiegeheugen
- Playlist
- Microfoon
- Mixer
- Instellingen besturingsfunctie
- MIDI-instellingen
- Basisprocedure voor MIDI-instellingen
- System – MIDI-systeeminstellingen
- Transmit – MIDI-zendkanaalinstellingen
- Receive – MIDI-ontvangstkanaalinstellingen
- On Bass Note – De basnoot instellen voor het afspelen van een stijl via MIDI
- Chord Detect – Instellingen van het akkoord voor het afspelen van een stijl via MIDI
- External Controller – MIDI-besturingsinstellingen
- Netwerkinstellingen
- Utility
- Handelingen in verband met het uitbreidingspakket
- Aansluitingen
- Index
32 Genos Naslaggids
7
Druk op de knop [EXIT] om het venster Drum Setup te sluiten.
Decay 1 Hiermee wordt bepaald hoe snel het geluid het sustainniveau bereikt (een net iets lager
niveau dan het maximum). Hoe hoger de waarde, hoe sneller het wegsterven.
Decay 2 Hiermee wordt bepaald hoe snel het geluid wegsterft tot stilte nadat de toets is losgelaten.
Hoe hoger de waarde, hoe sneller het wegsterven.
Alt Group Hiermee wordt de alternerende groep bepaald. Niet elk instrument binnen hetzelfde
groepsnummer kan tegelijkertijd klinken. Als u een instrument binnen een genummerde
groep afspeelt, stopt dat direct het geluid van een ander instrument in dezelfde groep van
hetzelfde nummer. Als dit op 0 is ingesteld, kunnen de instrumenten tegelijkertijd klinken.
Reverb Hiermee past u de reverbdiepte aan.
Chorus Hiermee past u de chorusdiepte aan.
Variation Hiermee past u de diepte van het variatie-effect (DSP1) aan.
Als de parameter Connection op de display Mixing Console op Insertion is ingesteld en dit
ritmekanaal als de toewijzingspartij is geselecteerd, beïnvloedt deze parameter zoals
hieronder.
• Wanneer Variation Send op 0 is ingesteld: er worden geen effecten op het instrument
toegepast (Insertion Off).
• Wanneer Variation Send op 1–127 is ingesteld: er worden effecten op het instrument
toegepast (Insertion On).
Rcv Note Off Hiermee wordt bepaald of noot-uitberichten worden ontvangen.
Key Assign Hiermee wordt de toetstoewijzingsmodus bepaald. Deze parameter is alleen effectief
wanneer de XG-parameter van de kit SAME NOTE NUMBER KEY ON ASSIGN
(raadpleeg de datalijst op de website) op INST is ingesteld.
• Single: Elk achtereenvolgend afspelen van hetzelfde geluid leidt ertoe dat de vorige wordt
afgekapt of gedempt.
• Multi: Elk geluid gaat door tot het volledig is uitgeklonken, zelfs wanneer dit meerdere
keren achtereenvolgens wordt afgespeeld.
De bewerkte stijl gaat verloren
als u van stijl wijzigt of als u het
instrument uitzet zonder de
opslagbewerking uit te voeren
(stap 7 op pagina 20).
LET OP