User Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Functielijst
- Stijlen
- Stijltypen (kenmerken)
- De functie Akkoordleraar gebruiken
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Het vingerzettingstype voor akkoorden wijzigen
- De kanalen van de stijl in- of uitschakelen
- Stijl Afspelen van bijbehorende instellingen
- Het tempo aanpassen
- Een akkoordsequence opnemen en afspelen—Chord Looper
- Een akkoordsequence opnemen wanneer het afspelen van de stijl is gestopt (Chord Looper)
- Uw aangepaste akkoordsequences opslaan en oproepen (Chord Looper)
- Stijlen maken/bewerken (Style Creator)
- Voices
- Display Voice Part Setup
- Displaygerelateerde instellingen voor voiceselectie
- Voicetypen (kenmerken)
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Metronoominstellingen
- Instellingen die betrekking hebben op toetsenbord/joystick
- Instellingen die betrekking hebben op een toetsenpartij (Voice Setting)
- De toonhoogte transponeren in halve tonen
- De toonhoogte van het gehele instrument fijnregelen (Master Tune)
- Een temperament selecteren of maken (Scale Tune)
- Gedetailleerde instellingen voor Harmony/Arpeggio opgeven
- Voices bewerken (Voice Edit)
- Organ Flutes-voices bewerken (Voice Edit)
- Ensemblevoices bewerken (Voice Edit)
- Multi Pads
- Song afspelen
- Een songlijst voor het afspelen maken
- De modus voor herhaaldelijk afspelen gebruiken
- Muzieknotatie-instellingen (Score) bewerken
- Songteksten weergeven en de display opstellen
- Tekst weergeven en de display opstellen
- De eigenschappen van de automatische begeleiding gebruiken bij het afspelen van de MIDI-song
- Elk kanaal van een MIDI-song in- of uitschakelen
- Instellingen betreffende het afspelen van een song
- MIDI-songopname/-bewerking
- Audio Multi Recording
- Registratiegeheugen
- Playlist
- Microfoon
- Mixer
- Instellingen besturingsfunctie
- MIDI-instellingen
- Basisprocedure voor MIDI-instellingen
- System – MIDI-systeeminstellingen
- Transmit – MIDI-zendkanaalinstellingen
- Receive – MIDI-ontvangstkanaalinstellingen
- On Bass Note – De basnoot instellen voor het afspelen van een stijl via MIDI
- Chord Detect – Instellingen van het akkoord voor het afspelen van een stijl via MIDI
- External Controller – MIDI-besturingsinstellingen
- Netwerkinstellingen
- Utility
- Handelingen in verband met het uitbreidingspakket
- Aansluitingen
- Index
Genos Naslaggids 99
6
Audio Multi Recording
U kunt de gegevens bewerken die zijn opgenomen met Audio Multi Recording.
Een Multi Track Audio File (.aud) selecteren
1
Roep de display Audio Multi Recording op via [RECORDING] Audio [Multi Recording].
2
Tik op het gebied met de bestandsnaam (pagina 95) om de display voor selectie van een
Multi Track-audiobestand op te roepen.
3
Selecteer het gewenste bestand door erop te tikken en druk op de knop [EXIT] om terug
te gaan naar de display Audio Multi Recording.
Een track normaliseren
Normaliseren verhoogt het volume van de opgenomen audio naar het optimale niveau. Gebruik dit om de opgenomen
audio zo luid mogelijk te maken, zonder vervorming. Technisch gezien wordt het opgenomen bestand met deze
bewerking gescand op het hoogst gebruikte niveau en wordt vervolgens het volledige bestand verhoogd, zodat het
hoogst gebruikte niveau op het maximale, niet vervormde niveau wordt gebracht. Normalisatie wordt berekend op
basis van het luidste signaal dat in een van de kanalen van de stereo-opname voorkomt, en op beide kanalen wordt
dezelfde versterking toegepast.
1
Selecteer het gewenste bestand door stappen 1–3 in 'Een Multi Track Audio File (.aud)
selecteren' hierboven uit te voeren.
2
Tik op [Normalize] om het pop-upvenster voor normaliseren op te roepen.
3
Tik op [Main]/[Sub] om de track te selecteren die u wilt normaliseren en tik op [OK].
De geselecteerde track wordt genormaliseerd. Als u de bewerking wilt annuleren en wilt teruggaan naar de track
vóór normalisatie, tikt u op [Undo] voordat u een andere bewerking dan afspelen uitvoert.
Een track verwijderen
1
Selecteer het gewenste bestand door stappen 1–3 in 'Een Multi Track Audio File (.aud)
selecteren' hierboven uit te voeren.
2
Tik op [Delete] om het pop-upvenster voor verwijderen op te roepen.
3
Tik op [Main]/[Sub] om de track te selecteren die u wilt verwijderen en tik op [OK].
De geselecteerde track wordt verwijderd. Als u de bewerking wilt annuleren en de track ongewijzigd wilt laten,
tikt u op [Undo] voordat u een andere bewerking dan afspelen uitvoert.
De opgenomen gegevens bewerken (Multi Track-audiobestand)
De gegevens worden automatisch opgeslagen op het interne User-station, maar misschien wilt u een back-up van uw gegevens maken voordat
u ze bewerkt. U kunt dat het beste doen door ze te kopiëren. Omdat u niet binnen een map op het User-station kunt kopiëren, moet u een nieuwe
map maken. Zie de gebruikershandleiding voor meer informatie over bestandsbeheer.
LET OP