User Manual

102 Genos Gebruikershandleiding
U kunt de geluidskwaliteit en het volume op de uiteindelijke uitgang van de Genos aanpassen door de Master
Compressor- en Master EQ-instellingen te wijzigen.
1
Roep de Mixer-display op via [MENU] [Mixer].
2
Tik op de tab 'Master'.
3
Tik op een tab om de gewenste parameters te bewerken.
4
Stel de waarde van elke parameter in.
5
Sla de instellingen op.
U kunt uw oorspronkelijke bewerkingen opslaan als een Master Compressor-type
en Master EQ-type. Als u de instellingen later wilt terughalen, selecteert u het
overeenkomstige type in de rechterbovenhoek van elke display.
5-1
Tik op (Save) in de display 'Compressor' of de display 'EQ'.
5-2
Selecteer een van User1–User30 in de display 'Compressor' of User1–User30
in de display 'EQ' en tik op [Save] om het tekeninvoervenster op te roepen.
5-3
Wijzig zo nodig de naam in het venster Character Entry en tik op [OK] om
de gegevens op te slaan.
Het geluid aanpassen bij de uiteindelijke uitgang (Master Compressor,
Master EQ).
3
2
Raadpleeg de Naslaggids op de website
voor meer informatie over deze
parameters.
OPMERKING
Compressor Hiermee kunt u de Master Compressor (die wordt toegepast op
het totale geluid met uitzondering van afgespeelde audio) in- of
uitschakelen, het Master Compressor-type selecteren en de
bijbehorende parameter bewerken. Uw oorspronkelijke
bewerkingen kunnen worden opgeslagen als het Master
Compressor-type.
EQ Hiermee selecteert u het Master EQ-type dat wordt toegepast op
het totale geluid met uitzondering van afgespeelde audio en kunt
u de bijbehorende parameters bewerken. U kunt uw
oorspronkelijke bewerkingen opslaan als het Master EQ-type.
Als u voor elke parameter de
fabrieksinstellingen wilt terugzetten,
houdt u de numerieke waarde of
instelling ingedrukt.
OPMERKING