DIGITAL WORKSTATION Gebruikershandleiding Yamaha Downloads https://download.yamaha.com/ Manual Development Group © 2017 Yamaha Corporation Published 02/2022 LB-H0 Gebruikershandleiding Yamaha Global Site https://www.yamaha.com/ Lees 'VOORZICHTIG' op pagina 5 voordat u het instrument gebruikt. v2.
Informatie over ophalen en weggooien van oude apparatuur Dit symbool op de apparaten, verpakking en/of meegeleverde documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische apparaten niet met het gewone huishoudelijke afval mogen worden gemengd. Voor juist behandelen, hergebruik of recyclen van oude apparatuur brengt u deze naar de desbetreffende ophaalpunten in overeenstemming met de nationale wetgeving.
Het modelnummer, het serienummer, de stroomvereisten, enz. worden vermeld op of in de nabijheid van het naamplaatje, dat zich aan de onderzijde van het toestel bevindt. Het is raadzaam dit serienummer in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook deze handleiding als permanent aankoopbewijs om identificatie in geval van diefstal te vergemakkelijken.
VOORZICHTIG LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige en handige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging. WAARSCHUWING Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen.
Kennisgevingen en informatie LET OP Houd u aan onderstaande waarschuwingen om storingen/schade aan het apparaat en schade aan de gegevens of andere eigendommen te voorkomen. Behandeling • Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Het instrument, de tv of de radio kunnen bijgeluid genereren.
Informatie Auteursrechten • Het kopiëren van commercieel verkrijgbare muziekgegevens, inclusief maar niet beperkt tot MIDI-gegevens en/of audiogegevens, is strikt verboden, uitgezonderd voor persoonlijk gebruik. • Dit product bevat en gaat vergezeld van inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvoor Yamaha over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden.
Kennisgeving over auteursrechten Hier volgen de titels, verantwoordelijken en auteursrechtvermeldingen voor de songs die vooraf in dit instrument zijn geïnstalleerd. Eye Of The Tiger Theme from ROCKY III Words and Music by Frank Sullivan and Jim Peterik Copyright (c) 1982 Sony/ATV Music Publishing LLC, Rude Music, Three Wise Boys LLC, WB Music Corp.
Gefeliciteerd! Meegeleverde accessoires U bent de trotse bezitter van een zeer bijzonder elektronisch keyboard. Naast het stijlvolle gebogen design combineert de Yamaha Genos de meest geavanceerde klankopwekkingstechnologie met de nieuwste digitale elektronica, met verbluffend geluid met maximale muzikale veelzijdigheid als resultaat – in elk opzicht een prachtig instrument.
Over de handleidingen Voor dit instrument bestaan de volgende documenten en instructiehandleidingen. Meegeleverde documenten Gebruikershandleiding (dit boek) Biedt een algemene beschrijving van de basisfuncties van de Genos.
Belangrijkste eigenschappen Genos is de vervanger van de uiterst succesvolle Tyros en is de nieuwste benchmark voor geluid, design en gebruikerservaring voor Digital Workstations. Of u nu professioneel muzikant bent of een hobbyist: Genos inspireert u en maakt uw muziekspel en plezier intenser. Uitermate expressieve en realistische voices Belangrijkste eigenschappen De geluidskwaliteit van elke voice van de Genos is beter dan die van elk ander Digital Workstation waar u ooit op hebt gespeeld.
Inhoudsopgave VOORZICHTIG ........................................................................................................................................ 5 Meegeleverde accessoires ...................................................................................................................... 9 Over de handleidingen........................................................................................................................... 10 Belangrijkste eigenschappen .........................
Bedieningshandleiding 4 Meezingen met een afgespeelde song—Handelingen tijdens het spelen 78 Afspelen van songs regelen................................................................................................................... 78 Songpositiemarkeringen gebruiken (alleen MIDI-songs) ....................................................................... 81 Muzieknotatie, songteksten en tekstbestanden weergeven tijdens het afspelen ..................................
Genos gebruiken—Algemeen overzicht In dit gedeelte vindt u een handig overzicht van de uitgebreide reeks functies van de Genos en van de plekken waar u de benodigde informatie over die onderwerpen kunt vinden. Als u hulp nodig hebt bij een kenmerk, functie of handeling of als u in het algemeen wilt weten wat de Genos allemaal kan en hoe u het instrument goed kunt gebruiken, neemt u dit gedeelte door. GH * : Genos Gebruikershandleiding (dit boek).
De Genos met een computer gebruiken Een computer aansluiten op het instrument GH Aansluitingen Bestanden overbrengen (songs, stijlen, back-upbestanden enz.) Genos gebruiken—Algemeen overzicht Songs afspelen op een computer via de instrumentgeluiden Computergerelateerde handelingen (*) Uw keyboardspel opnemen naar een computer De door Yamaha gemaakte uitbreidingspakketten ('Premium Packs') downloaden De Yamaha MusicSoft-website https://www.yamahamusicsoft.
Algemene functies In dit gedeelte worden in het kort de algemene functies van de Genos uitgelegd, om u een beter inzicht te geven in de algemene mogelijkheden van het instrument. Stijlen—Ritme en automatische begeleiding— De Genos beschikt over een groot aantal ritmische en andere begeleidingspatronen ('stijlen' genoemd) in een bonte mengeling van verschillende muzikale genres zoals pop, jazz en vele andere.
Registratiegeheugen—Eigen paneelsetups opslaan en oproepen— Met de registratiegeheugenfunctie kunt u nagenoeg alle paneelinstellingen opslaan (of 'registreren') in een registratiegeheugenknop en vervolgens uw eigen paneelinstellingen met één druk op de knop terughalen. De geregistreerde instellingen voor tien registratiegeheugenknoppen worden opgeslagen als één registratiebank (bestand).
Bedieningspaneel en aansluitingen Bedieningspaneel !6 r e w q !0 t !1 y u !4 !3 !2 !5 @0 i o q [ ] (Standby/On)-schakelaar ......................... Pagina 23 Hiermee schakelt u het instrument in of zet u het op stand-by. w [MASTER VOLUME]-draaiknop................... Pagina 23 Hiermee regelt u het totaalvolume. e [MIC GAIN]-knop.......................................... Pagina 106 Hiermee regelt u de ingangsgevoeligheid van de MIC INPUT-aansluiting. r MIC-knoppen................................
!8 Bedieningspaneel en aansluitingen !7 @8 @6 @7 !9 @4 @1 @2 @3 @5 !7 Touch-LCD en verwante besturingselementen ......................................... Pagina 30 !8 Gatewayknoppen .............................................. Pagina 28 Voor het rechtstreeks oproepen van de Home-display en andere specifieke displays. !9 ASSIGNABLE-knoppen ................................ Pagina 100 Hiermee wijst u sneltoetsen toe aan vaak gebruikte functies. @0 DIRECT ACCESS-knop ..........................
Achterpaneel en onderkant @9 #0 @9 #1 #3 #2 #4 #5 $3 @9 Sleuven ....................................................... Pagina 20, 118 De vier slots die zich het dichtst bij het displaypaneel bevinden, dienen om de beugels van de muziekstandaard te bevestigen. De andere slots dienen om de beugels van de optionele GNS-MS01-luidsprekers te bevestigen. #0 [TO RIGHT SPEAKER]-aansluiting ........... Pagina 118 Voor het aansluiten van een optionele set luidsprekers. #1 [TO SUB WOOFER]-aansluiting......
@9 #7 #6 #8 $0 #9 $1 $2 OPMERKING Als de fantoomvoedingschakelaar aan en uit wordt gezet, wordt de invoer van de MIC INPUT-aansluiting enkele seconden gedempt. LET OP Neem bij het gebruik van fantoomvoeding het volgende in acht om ruis en mogelijke schade aan de Genos en aangesloten apparatuur te voorkomen. • Sluit geen apparaten aan en koppel ze niet los als de fantoomvoedingschakelaar op ON staat.
Beginnen Audio-aansluitingen Een hoofdtelefoon of luidsprekersysteem aansluiten Omdat het instrument geen ingebouwde luidsprekers heeft, moet u voor het beluisteren van het geluid van het instrument gebruikmaken van externe apparatuur, bijvoorbeeld een hoofdtelefoon of luidsprekersysteem. Een hoofdtelefoon gebruiken Sluit een hoofdtelefoon aan op de [PHONES]-aansluiting.
Voeding 1 Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de [AC IN]-aansluiting op het achterpaneel van het instrument. WAARSCHUWING Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer. VOORZICHTIG 2 Sluit het andere eind van het netsnoer aan op een stopcontact. Beginnen Zorg er bij het opstellen van het product voor dat het gebruikte stopcontact makkelijk toegankelijk is. Schakel de aan/uit-schakelaar bij storingen of een slechte werking onmiddellijk uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Functies voor automatisch uitschakelen en automatische spaarstand Om onnodig stroomverbruik te voorkomen, heeft dit instrument een functie voor automatisch uitschakelen waarmee de stroom automatisch wordt uitgeschakeld als het instrument gedurende een opgegeven tijd niet is gebruikt. De tijd die verstrijkt voordat het instrument automatisch wordt uitgezet, is standaard ongeveer 30 minuten. U kunt deze instelling echter wijzigen (pagina 25).
Hiermee kunt u instellen hoeveel tijd er moet verstrijken voordat de helderheid van de LIVE CONTROL-weergave automatisch wordt verminderd in de automatische spaarstand. Tik hier om de lijst van instellingen op te roepen en selecteer vervolgens de gewenste instelling. Als u de automatische spaarstand wilt uitschakelen, selecteert u hier 'Disabled'.
Displaystructuur De Genos heeft twee displays (het LCD-aanraakscherm en de LIVE CONTROL-weergave) en Lightingknoppen waarmee u de huidige status kunt zien. LIVE CONTROL-weergave (subdisplay) In de LIVE CONTROL-weergave worden de parameters aangegeven die worden gebruikt als u de zes LIVE CONTROL-knoppen en negen LIVE CONTROL-schuifregelaars gebruikt. Zie pagina 27 voor meer informatie over de displaystructuur.
LIVE CONTROL-weergave (subdisplay), structuur In de LIVE CONTROL-weergave kunt u de parameterstatus zien die wordt geregeld met de LIVE CONTROL-knoppen en de LIVE CONTROL-schuifregelaars. Er zijn twee displays: knoppen en schuifregelaars, en u kunt tussen die twee displays schakelen terwijl u het instrument gebruikt. Als u tussen de displays wilt schakelen zonder parameterwaarden te wijzigen, drukt u op de knop [KNOB ASSIGN]/[SLIDER ASSIGN].
Structuur van hoofddisplay—de gatewayknoppen gebruiken De gatewayknoppen zijn bedoeld als een handige, eenvoudig te begrijpen 'toegang' tot de Genos. Als het instrument wordt ingeschakeld, wordt de Home-display opgeroepen. Tijdens het gebruik van het instrument kunt u de Home-display en andere gewenste displays ook rechtstreeks oproepen door op de gatewayknoppen op het voorpaneel te drukken.
Displaystructuur Menu-display Als u op de pictogrammen tikt, kunt u verschillende functies, zoals muzieknotatie, volumebalans en andere gedetailleerde instellingen, oproepen. (pagina 33) Voice Part Setup (display) Dit is de display voor gedetailleerde instellingen, zoals Voice Edit en effectinstellingen van de keyboardgedeelten. Zie de Naslaggids op de website voor meer informatie over de display Voice Part Setup.
Basishandelingen Displays configureren In deze sectie gaan we in op de meest gebruikte displays: Home, display voor bestandsselectie en Menu. Als het instrument wordt aangezet verschijnt de Home-display. De term 'display voor bestandsselectie' verwijst naar alle verschillende displays die op het instrument worden opgeroepen van waaruit u bestanden kunt selecteren. De Menudisplay is een startdisplay voor verschillende functies en kan worden opgeroepen met de knop [MENU].
Informatiegebied in de Home-display q r w t y e u Basishandelingen q Bar/Beat/Tempo Hier wordt de huidige positie (maat/tel/tempo) bij het afspelen van een stijl of MIDI-song weergegeven. Door aan de datadraaiknop te draaien, kunt u de pop-updisplay Tempo oproepen en het tempo aanpassen. w Upper Octave/Transpose Hier wordt weergegeven met hoeveel de waarde van Upper Octave wordt verschoven, en hoeveel de totaaltransponering is in stappen van een halve toon (pagina 61).
Display voor bestandsselectie In de display voor bestandsselectie selecteert u een voice, stijl, song Multi Pads en andere items. U kunt deze display oproepen door in de Home-display op de naam van de voice, stijl of song te tikken of door op een van de VOICE SELECT- of [STYLE]-knoppen enzovoort te drukken. De displays verschillen afhankelijk van het geselecteerde bestandstype. Als Voice is geselecteerd, wordt bijvoorbeeld de display voor voiceselectie geopend.
Menu-display Dit is de startdisplay voor verschillende functies, die kan worden opgeroepen met de knop [MENU]. Basishandelingen Verschillende handige functies worden weergegeven door pictogrammen. Als u op een pictogram tikt, wordt de overeenkomstige functie opgeroepen. Deze lijst bestaat uit twee pagina's, die u kunt selecteren door op [Menu 1] of [Menu 2] te drukken. Raadpleeg de 'Functielijst' (pagina 116) voor korte informatie over elke functie.
Displaygerelateerde regelaars De display van dit instrument is een speciaal aanraakscherm waarmee u de gewenste parameter kunt selecteren of wijzigen door gewoon op de overeenkomende instelling in de display te tikken. U kunt de waarde ook in kleine stappen verlagen/verhogen door aan de draaiknop Data te draaien of op de knop [DEC]/[INC] te drukken. De display (het aanraakscherm) gebruiken LET OP Gebruik geen scherpe of harde voorwerpen om het aanraakscherm te bedienen.
De draaiknop Data, de knop [ENTER] en de [DEC]/[INC]-knoppen gebruiken Afhankelijk van de display kunnen de datadraaiknop en de knoppen op de volgende twee manieren worden gebruikt. Parameterwaarden aanpassen Nadat u de gewenste parameter hebt geselecteerd, past u met de draaiknop Data of de [DEC]/[INC]-knoppen de waarde aan. Dit is handig als u het aanpassen door tikken in de display moeilijk vindt of de aanpassing nauwkeuriger wilt regelen.
De gewenste display direct oproepen—Rechtstreekse toegang Met de handige functie Direct Access (directe toegang) kunt u ogenblikkelijk de gewenste display oproepen door slechts op één extra knop te drukken. Zie de 'Direct Access-overzicht' op pagina 120 voor een overzicht van de displays die kunnen worden opgeroepen met de Direct Access-functie. 1 Druk op de knop [DIRECT ACCESS]. Er verschijnt een bericht in de display waarin u wordt gevraagd op de overeenkomstige knop te drukken.
Bestandsbeheer U kunt gegevens die u hebt gemaakt, zoals een opgenomen song en bewerkte voice, als bestanden opslaan op het instrument ('gebruikersstation' genoemd) en een USBflashstation. Als u een groot aantal bestanden hebt opgeslagen, kan het moeilijk zijn om snel het gewenste bestand te vinden. U kunt dit vergemakkelijken door uw bestanden in mappen te verdelen, bestanden te hernoemen, onnodige bestanden te verwijderen enzovoort. Deze handelingen voert u uit in de display voor bestandsselectie.
6 Tik in het tekeninvoervenster op [OK] om het bestand daadwerkelijk op te slaan. Het opgeslagen bestand wordt automatisch op de desbetreffende positie in alfabetische volgorde tussen de bestanden geplaatst. Een nieuwe map maken Mappen kunnen naar wens worden gemaakt, benoemd en geordend, waardoor het makkelijker wordt uw originele gegevens te vinden en te selecteren. 1 Tik in de display voor bestandsselectie op de User-tab (pagina 32) en selecteer de locatie waar u een nieuwe map wilt maken.
4 Selecteer de gewenste bestanden/mappen door erop te tikken. U kunt een of meer bestanden/mappen selecteren (markeren). Als u de selectie wilt opheffen, tikt u nogmaals op hetzelfde item. Tik op [Select All] om alle items te selecteren die worden weergegeven in de huidige display (inclusief de overige pagina's). Als u de selectie wilt opheffen, tikt u op [All Off]. 5 7 Selecteer de gewenste bestemming (pad) waar u de bestanden/ mappen wilt plakken.
Tekens invoeren In dit gedeelte wordt beschreven hoe u tekens invoert om uw bestanden/mappen een naam te geven, trefwoorden in te voeren om te zoeken naar bestanden enz. U voert tekens in in de onderstaande display. 2, 3 1 1 Tik op het tekensoort. Als u op [Symbol] (Symbool) (of [abc]) tikt, schakelt u tussen het invoeren van symbolen en romeinse letters (en cijfers). Als u tussen hoofdletters en kleine letters wilt schakelen, tikt u op (Shift).
De paneelinstellingen vergrendelen (paneelvergrendeling) Als de paneelinstellingen zijn vergrendeld, gebeurt er niets wanneer u op paneelknoppen drukt. Wanneer u bijvoorbeeld even pauze neemt tijdens een performance en het instrument onbemand achterlaat, kunt u met deze functie voorkomen dat paneelinstellingen door anderen worden gewijzigd. 1 Roep de display Panel Lock op via [MENU] [Panel Lock]. Het numerieke toetsenbord voor de invoer van de pincode wordt opgeroepen.
Beknopte handleiding—Voor het bespelen van de Genos Handmatige paneelinstellingen en één song uitvoeren Het keyboard bespelen met stijlen (automatische begeleiding) Optimale paneelinstellingen voor de huidige stijl (One Touch Setting) ... p. 47 De stijl configureren De meest geschikte paneelinstellingen (keyboardgedeelten, harmonie/ arpeggio of Multi Pads) oproepen voor de geselecteerde stijl. of ... p. 44 De voices configureren ... p.
Vocal Harmony configureren ... p. 62 p. 76 Functies toewijzen aan regelaars ... Vocal Harmony configureren ... p. 62 p. 76 Beknopte handleiding—Voor het bespelen van de Genos Functies toewijzen aan regelaars ... Spelen met stijlen Handelingen tijdens het spelen: p. 64 Multi Pads configureren ... p. 59 Meezingen met een afgespeelde song Handelingen tijdens het spelen: p. 78 Het registratiegeheugen in een playlist registeren ... p. 96 De playlist voor de setlijst voor uw live optreden bewerken ..
1 Bedieningshandleiding Spelen met stijlen—Configuraties In dit gedeelte vindt u basisstappen om uw keyboardspel te verbeteren met stijlen (ritme en automatische begeleiding). Volg de verschillende instructies hieronder om uw spel van één song volledig te configureren: stijl, keyboardgedeelte (voice), Multi Pad en verschillende soorten regelaars. De instellingen uit dit gedeelte kunnen samen als één songconfiguratie (pagina 92) worden opgeslagen in het registratiegeheugen.
Stijlkenmerken Het desbetreffende type stijl wordt links boven de stijlnaam in de display voor stijlselectie weergegeven. De kenmerkende eigenschappen van deze stijlen en hun voordelen worden hieronder beschreven. 1 Spelen met stijlen—Configuraties • Session: Deze stijlen voorzien in een nog groter realisme en authentieke begeleiding doordat originele akkoordsoorten en -wijzigingen en speciale riffs met akkoordwijzigingen worden ingemengd bij de MAINsecties.
Het tempo aanpassen Met de TEMPO-knoppen [-] en [+] kunt u het tempo wijzigen waarin metronoom, stijl en MIDI-song worden afgespeeld. U kunt het tempo van de stijl en MIDI-song ook instellen met de knop [TAP TEMPO]. OPMERKING Gebruik de functie Time Stretch op pagina 80 als u het tempo van een audiosong wilt aanpassen. TEMPO [-]/[+]-knoppen Druk op de knop TEMPO [-] of [+] om de pop-updisplay Tempo op te roepen.
Optimale paneelinstellingen voor de huidige stijl (One Touch Setting) One Touch Setting is een krachtige en handige functie, die automatisch de meest geschikte paneelinstellingen (voices, effecten enz.) oproept voor de momenteel geselecteerde stijl, met één druk op een knop. Als u al weet welke stijl u wenst te gebruiken, kunt u One Touch Setting automatisch de passende voice voor u laten selecteren. 1 Selecteer de gewenste stijl (stap 1–2 op pagina 44).
Keyboardgedeelten configureren Er zijn vier keyboardgedeelten voor handmatig spelen: LEFT, RIGHT 1, RIGHT 2 en RIGHT 3, en elk gedeelte heeft één voice. U kunt deze gedeelten combineren met de PART ON/OFF-knoppen en zo rijke instrumentale motieven en handige performancecombinaties maken.
De voice van het LEFT-gedeelte vasthouden (Left Hold) Als u de knop PART ON/OFF [LEFT HOLD] inschakelt wanneer het LEFT-gedeelte is ingeschakeld, wordt de voice van het LEFT-gedeelte ook vastgehouden als de toetsen worden losgelaten, wat wenselijk is in sommige speelstijlen. Niet-wegstervende klanken, zoals strings, klinken dan zonder ophouden, terwijl voices met een bepaalde wegsterftijd, zoals piano, langzaam wegsterven (alsof het sustainpedaal is ingedrukt).
q Split Point (Style + Left) Hiermee stelt u Split Point (Style) en Split Point (Left) in op dezelfde noot. In dit geval nemen de akkoordsectie en de sectie voor het LEFT-gedeelte hetzelfde gebied in beslag. U kunt het splitpunt rechtstreeks vanaf het keyboard opgeven door [Style + Left] op de display ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de gewenste toets op het keyboard te drukken.
Akkoorden opgeven met uw rechterhand voor het afspelen van een stijl Als u het gebied voor akkoorddetectie van de sectie voor de linkerhand verandert in de sectie voor de rechterhand, kunt u met uw linkerhand een baslijn spelen terwijl u met uw rechterhand akkoorden speelt om het afspelen van de stijl te regelen. 1 Roep het venster Split Point/Fingering op. [MENU] [Split & Fingering] 2 Geef de nodige instellingen op door op de display te tikken.
Een voice selecteren voor de verschillende keyboardgedeelten 1 Druk op de VOICE SELECT-knop die overeenkomt met het gewenste gedeelte. De display voor voiceselectie (voor het gewenste gedeelte) wordt weergegeven. 2 Tik op de gewenste voice. De kenmerken van de voices beluisteren: Tik op (Demo) om het afspelen van de demo van de geselecteerde voice te starten. Tik nogmaals op (Demo) om het afspelen te stoppen.
Eigen Organ Flutes-voices maken De Genos gebruikt geavanceerde digitale technologie om de legendarische klank van 'vintage' orgels te imiteren. Net als bij een traditioneel elektronisch orgel kunt u uw eigen orgelklanken samenstellen door het volume van de verschillende voetmaten te verhogen of te verlagen. U kunt de voice die u hebt gemaakt opslaan zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken.
Ensemblevoices gebruiken Dit zijn speciale instellingen van de keyboardgedeelten met meerdere voices, die worden gebruikt in realistische ensemblecombinaties, zoals een koperblaassectie en strijkkwartet. Eén voice kan maximaal vier speciale parts of instrumenten bevatten.
Terugkeren naar de Home-display Druk op de knop [EXIT] of de knop [HOME]. In het gebied Voice wordt de naam van de ensemblevoice weergegeven. Als u de display voor voiceselectie weer wilt oproepen om andere presets te selecteren, tikt u op het Voice-gebied van de Home-display. 1 Spelen met stijlen—Configuraties De voicemodus Ensemble afsluiten. 1 2 Druk op een van de VOICE SELECT-knoppen om de selectiedisplay voor voices op te roepen. Selecteer een andere voice dan de ensemblevoice.
Keyboard Harmony/Arpeggio configureren op het keyboard U kunt de functies Keyboard Harmony of Arpeggio toepassen om het geluid van de rechterhandgedeelten (RIGHT 1–3) te verbeteren of te wijzigen. Met Keyboard Harmony worden speleffecten zoals harmonie (duo, trio enz.), echo, tremolo en triller toegepast op de noten die in het rechterhandgedeelte worden gespeeld. Met de arpeggiofunctie kunt u arpeggio's (gebroken akkoorden) spelen door gewoon op de noten van het akkoord te drukken.
• Als de knop [ACMP] is uitgeschakeld en het LEFT-gedeelte is ingeschakeld: Split Point (Left) RIGHT 1–3-gedeelten LEFT-gedeelte en akkoordsectie voor Harmony-effect • Als zowel de knop [ACMP] en het LEFT-gedeelte zijn ingeschakeld: Split Point (Style) 1 Split Point (Left) Spelen met stijlen—Configuraties LEFT-gedeelte RIGHT 1–3-gedeelten Akkoordgedeelte voor het afspelen van de stijl en het Harmony-effect Multi Assign Het Multi Assign-effect wijst automatisch de noten van de akkoorden die in het r
5 Speel een of meer noten om het Arpeggio te starten. De arpeggiofrasering is afhankelijk van de gespeelde noten. Draai de knop [HARMONY/ARPEGGIO] uit om het effect uit te schakelen. 58 Genos Gebruikershandleiding OPMERKING • Door gebruik te maken van de Arpeggioquantiseringsfunctie, kunt u het afspelen van arpeggio's synchroniseren met het afspelen van een song of stijl, om kleine onvolkomenheden in de timing te corrigeren. U kunt dit instellen in de display: [MENU] [VoiceSetting] [S.
Multi Pads configureren Multi Pads selecteren 1 Druk op de knop MULTI PAD CONTROL [SELECT] om de display voor Multi Pad-bankselectie op te roepen. OPMERKING U kunt de display voor Multi Padselectie ook oproepen via de Homedisplay (pagina 30). 1 3 Tik op de gewenste Multi Pad-bank. Probeer de geselecteerde Multi Pad(s) indien nodig uit. Druk op de MULTI PAD CONTROL [1]–[4]-knoppen om het afspelen van de overeenkomstige frase te starten. Druk op de knop [STOP] om het afspelen te stoppen.
Oorspronkelijke instellingen opslaan in One Touch Setting U kunt uw oorspronkelijke paneelinstellingen (voornamelijk stijl, voices en Multi Pads) in een One Touch Setting (OTS) opslaan. De nieuwe One Touch Setting wordt als een stijl opgeslagen in het gebruikersstation of op een USB-flashstation en u kunt de One Touch Setting oproepen als onderdeel van de stijl.
De toonhoogte van het keyboard wijzigen De toonhoogte transponeren in stappen van een halve noot (TRANSPOSE [-]/[+]-knoppen) Met de TRANSPOSE-knoppen [-]/[+] kunt u de totale toonhoogte van het instrument (het geluid van het keyboard, het afspelen van een stijl of MIDI-song enzovoort) in stappen van een halve toon (van -12 tot 12) transponeren. Druk tegelijkertijd op de knop [+] en [-] om de transponeerwaarde onmiddellijk terug te zetten naar 0.
Toewijsbare regelaars configureren U kunt parameters en functies toewijzen aan de LIVE CONTROL-knoppen/schuifregelaars, de knop [ROTARY SP/ ASSIGNABLE] of optionele voetschakelaars voor snelle handelingen en expressieve besturing tijdens het keyboardspel. De configuratie van toewijsbare regelaars wordt opgeslagen in/opgeroepen uit het registratiegeheugen, zodat u ze allemaal tegelijk kunt wijzigen.
Functies toewijzen aan de knop [ROTARY SP/ASSIGNABLE] Er kunnen verschillende functies worden toegewezen aan de knop [ROTARY SP/ASSIGNABLE]. 1 Roep de display Edit op door te tikken op [MENU] [Assignable]. 1 2 Spelen met stijlen—Configuraties 2 Dubbeltik (tik twee keer) op het item 'Rotary Sp/Assignable' op de display. Het pop-upvenster voor het selecteren van een functie wordt weergegeven. 3 Tik op de gewenste functie.
2 Bedieningshandleiding Spelen met stijlen—Handelingen tijdens het spelen Als u (in de vorige gedeeltes) alle gewenste instellingen voor één song hebt gemaakt, kunt u nu het keyboard gaan bespelen. In dit gedeelte worden voornamelijk de verschillende handelingen voor stijlen besproken die u tijdens het spelen op het keyboard gaat gebruiken: stijlen afspelen, expressieve effecten toepassen en Multi Pads afspelen.
Fade in/out Met de functie Face In/Out produceert u geleidelijke fade-ins en fade-outs bij het starten of stoppen van het afspelen van een stijl of song. U kunt deze functie toewijzen aan de knop [ROTARY SP./ASSIGNABLE], voetschakelaars of de ASSIGNABLE [A]–[F]-knoppen. OPMERKING Raadpleeg 'Toewijsbare regelaars configureren' (pagina 62) en 'De functies of sneltoetsen voor de ASSIGNABLE-knoppen instellen' (pagina 100) voor informatie over het toewijzen van functies aan de verschillende regelaars.
[BREAK]-knop Hiermee kunt u dynamische breaks aan het ritme van de begeleiding toevoegen. Druk tijdens het afspelen van een stijl op de knop [BREAK]. Nadat het breakpatroon van één maat is afgespeeld, gaat het afspelen van de stijl automatisch door met de Main-sectie. Over de lampstatus van de sectieknoppen (INTRO/MAIN VARIATION/BREAK/ENDING) • Rood: de sectie is momenteel geselecteerd. • Rood (knipperend): de sectie wordt als volgende afgespeeld, na de momenteel geselecteerde sectie.
De modulatiewaarde vasthouden (MODULATION HOLD) Als u de joystick loslaat, gaat deze vanzelf terug naar het midden. U kunt de huidige modulatiewaarde echter vasthouden door op de knop [MODULATION HOLD] te drukken. • Als de knop [MODULATION HOLD] wordt ingeschakeld terwijl de joystick wordt verplaatst, wordt de modulatiewaarde (Y-aswaarde) vastgezet en ook vastgehouden nadat de joystick wordt losgelaten.
S.Art2-voices OPMERKING Sommige blaasinstrument- en strijkersvoices zijn voorzien van een speciale technologie, AEM, waarvoor met gedetailleerde samples van de speciale expressieve technieken die op die specifieke instrumenten worden gebruikt, noten worden gebogen of naar noten wordt gegleden, noten worden 'samengevoegd' en expressieve nuances worden toegevoegd aan het eind van een noot, enz.
Voorbeeld 3 Als een S.Art2-voice is geselecteerd en u op de [ART]-knop drukt en een noot bespeelt of loslaat, kunt u articulatieeffecten toevoegen, bijvoorbeeld toonstijging/-daling, glissando omhoog/omlaag, brass fall, enzovoort. Wanneer u de beschikbare [ART]-knop indrukt, knippert deze rood tot het afspelen van het effect is voltooid. U kunt het effect annuleren door de knop nogmaals in te drukken terwijl deze knippert.
De Multi Pads regelen Multi Pads bespelen 1 Druk op een van de MULTI PAD CONTROL [1]–[4]-knoppen om een Multi Pad-frase af te spelen. De bijbehorende frase voor de knop wordt vanaf het begin afgespeeld volgens het ingestelde tempo. U kunt maximaal vier Multi Pads tegelijk afspelen. 2 Druk op de knop [STOP] om het afspelen van de Multi Pad(s) te stoppen. Als u een bepaalde pad wilt stoppen, houdt u de knop [STOP] ingedrukt en drukt u op de pad(s) die u wilt stoppen.
Multi Pad Synchro Start-functie gebruiken U kunt het afspelen van een Multi Pad ook starten door het keyboard te bespelen of het afspelen van een stijl te starten. 1 Houd de knop MULTI PAD CONTROL [SELECT] ingedrukt en druk op de gewenste knop of knoppen ([1]–[4]). OPMERKING De overeenkomstige knoppen knipperen rood om de stand-bystatus aan te geven. 2 Start het afspelen van de Multi Pad. OPMERKING • Als [ACMP] uit is, drukt u op een willekeurige noot of speelt u een stijl af.
3 Bedieningshandleiding Meezingen met een afgespeelde song—Configureren In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het instrument kunt configureren voor meezingen met songs, met songselectie en Vocal Harmony-instellingen. Zoals in Hoofdstuk 1, kunnen de instellingen uit dit gedeelte samen als één songconfiguratie (pagina 92) worden opgeslagen in het registratiegeheugen.
Compatibiliteit van songbestanden U kunt de volgende songtypen afspelen. • Presetsongs (MIDI-songs) • Uw eigen opgenomen songs (zie pagina 90 voor instructies voor het opnemen) • Commercieel verkrijgbare songs: MIDI-bestanden in SMF-indeling (Standard MIDI File), audiobestanden in WAVof MP3-indeling. WAV....... 44,1 kHz samplefrequentie, 16-bits resolutie, stereo MP3 .......
Songs selecteren (modus Dual Player) 1 Druk op de knop [SONG] om de display Song Playback op te roepen. Controleer of de modus Dual Player is geselecteerd. 2 2 Tik op de naam van de song in het gebied Song A of Song B. De display voor songselectie wordt weergegeven. 3 Selecteer de gewenste song voor elk ervan, A en B. Tik voor het selecteren van audiosongs op [Audio]. Tik voor het selecteren van MIDI-songs op [MIDI].
Songs selecteren (modus Song List) 1 Druk op de knop [SONG] om de display Song Playback op te roepen. Controleer of de modus Song List is geselecteerd. 2 2 Een songlijst maken Als u een nieuwe songlijst maakt 3 Meezingen met een afgespeelde song—Configureren Tik op (New) in de display om een nieuwe songlijst te maken. Raadpleeg de Naslaggids op de website voor meer informatie over hoe u de songlijst kunt bewerken.
Effecten toepassen op het microfoongeluid (Vocal Harmony) U kunt terwijl u zingt automatisch diverse Vocal Harmony-effecten op uw stem toepassen en met Synth Vocoder de unieke kenmerken van uw stem overzetten naar synthesizer en andere geluiden. OPMERKING Zorg dat u een microfoon aansluit voordat u Vocal Harmony en Synth Vocoder gebruikt. Zie pagina 106 voor instructies voor het aansluiten van een microfoon en de benodigde instellingen.
5 Voer de volgende stappen uit afhankelijk van welk type (en welke modus) u hebt geselecteerd. Als u het akkoordtype hebt geselecteerd: 5-1 Zorg ervoor dat de knop [ACMP] is ingeschakeld. 5-2 Speel een stijl af terwijl u akkoorden speelt of speel een song af die akkoorden bevat. Vocale harmonieën op basis van de akkoorden worden op uw zangpartij toegepast. Als u het Vocoder- of Vocoder-Mono-type hebt geselecteerd: 5-1 Wijzig zo nodig de instelling 'Keyboard' in 'Off', 'Upper' of 'Lower'.
4 Bedieningshandleiding Meezingen met een afgespeelde song— Handelingen tijdens het spelen In dit gedeelte worden de handelingen besproken die u kunt uitvoeren terwijl u meezingt met songs: songs afspelen, muzieknotatie en songteksten weergeven, het volume aanpassen tussen twee songs en microfoonfuncties schakelen.
De afspeelpositie in de song verplaatsen (pop-upvenster Song Position) Als u de knop [PREV] or [NEXT] ingedrukt houdt, wordt een Voor audiosongs instellingsdisplay weergegeven met daarin de huidige positie van de song. Als het venster in de display wordt weergegeven, kunt u ook de draaiknop Data gebruiken om onafgebroken achterwaarts/voorwaarts door het huidige bestand te scrollen.
Afspeelhandelingen, uitsluitend voor audiosongs Vocal Cancel (stempartij annuleren) OPMERKING Hiermee kunt u de middenpositie van het stereogeluid tijdens het afspelen van audiosongs annuleren of verzwakken. Zo kunt u in karaokestijl meezingen met alleen instrumentale begeleiding of de melodiepartij op het keyboard spelen, omdat het stemgeluid in de meeste opnames in het midden van het stereobeeld zit.
Songpositiemarkeringen gebruiken (alleen MIDI-songs) In MIDI-songgegevens kunnen songpositiemarkeringen (SP1–SP4) worden geplaatst. Hierdoor kunt u niet alleen snel en makkelijk door de MIDI-songgegevens navigeren, maar ook handige afspeellussen instellen, waardoor u 'ter plekke' tijdens het spelen dynamische songarrangementen kunt maken.
Afspelen starten vanaf een specifieke markering Tik eerst op een van de Song Position-knoppen [1]–[4] terwijl het afspelen van songs is gestopt, en start vervolgens het afspelen (pagina 78). Markeringen gebruiken bij het afspelen van een loop In dit gedeelte wordt het afspelen van een loop beschreven aan de hand van het voorbeeld van loopen tussen markeringen [1] en [2]. 1 2 Tik op (Play/Pause) om het afspelen te starten vanaf het begin van de song.
Muzieknotatie, songteksten en tekstbestanden weergeven tijdens het afspelen Muzieknotatie (Score) van de MIDI-song weergeven U kunt de muzieknotatie (score) van de geselecteerde MIDI-song bekijken. We raden u aan om de muzieknotatie door te lezen voordat u begint te oefenen. 1 2 Selecteer een MIDI-song (pagina 74). Tik op (Score) in de display Song Playback om de display Score op te roepen.
Songteksten van de MIDI-song weergeven Als de geselecteerde song tekstgegevens bevat, kunt u deze tijdens het afspelen op de display van het instrument bekijken. 1 2 Selecteer een MIDI-song (pagina 74). Tik op (Lyrics) in de display Song Playback om de display Lyrics op te roepen. Als de songgegevens tekstgegevens bevatten, wordt de tekst weergegeven op de display. U kunt de hele songtekst doorbladeren door op [] of [] te tikken wanneer het afspelen van de song is gestopt.
De volumebalans tussen SONG A en SONG B aanpassen (Cross Fader) In de Dual Player-modus van het afspelen van een song kunt u met de Cross Fader de volumebalans tussen de afgespeelde SONG A en SONG B aanpassen. Door de fader naar links te verplaatsen, verhoogt u het volume waarmee SONG A wordt afgespeeld en door de fader naar rechts te verplaatsen, verhoogt u het volume waarmee SONG B wordt afgespeeld.
5 Bedieningshandleiding De parameters van elk gedeelte aanpassen—Mixer De Mixer (het mengpaneel) geeft u intuïtieve besturing over aspecten van de keyboardgedeelten en song-/ stijlkanalen, met inbegrip van de volumebalans en de klankkleur van het geluid. U kunt er de niveaus en stereopositie (pan) mee aanpassen voor elke voice om een optimale balans en een optimaal stereogeluid te bereiken. Tevens kunt u instellen hoe de effecten worden toegepast.
3 4 5 Tik op een tab om de gewenste parameters te bewerken. Filter Hiermee past u de resonantie, afsnijfrequentie (helderheid van het geluid) aan. EQ Hiermee past u de equalizerparameters aan om de klank of klankkleur van het geluid te corrigeren. Effect Hiermee selecteert u het effecttype en past u de diepte ervan aan voor elke part. Chorus/Reverb Hiermee selecteert u het chorus-/reverbtype en past u de diepte ervan aan voor elke partij.
De kanalen van de stijl of MIDI-song in- of uitschakelen U kunt variaties toevoegen en de manier veranderen waarop de stijl of MIDI-song overkomt door kanalen selectief aan/uit te zetten terwijl de stijl wordt afgespeeld. Stijlkanalen Elke stijl bevat de hieronder genoemde kanalen. • Rhythm 1/2: Dit zijn de basispartijen van de stijl, met de ritmepatronen voor drum en percussie. • Bass: Voor de baspartij worden verschillende instrumentgeluiden gebruikt die passen bij deze stijl.
De voice voor elk kanaal van de stijl of MIDI-song wijzigen U kunt de voice voor elk kanaal wijzigen via de Mixer-display. 1 2 Tik in de Mixer-display op de tab [Style] of de tab [Song]. Tik op het pictogram van het instrument onder de naam van het kanaal om de display voor voiceselectie op te roepen en selecteer de gewenste voice. Voice 3 Geef zo nodig nog andere instellingen op en sla deze vervolgens op als een stijlbestand of songbestand (stap 5 op pagina 87).
6 Bedieningshandleiding Songopname Met dit instrument kunt u op de twee volgende manieren uw spel opnemen: MIDI-opname en audio-opname. Bovendien zijn er twee methoden voor elke manier van opnemen: Quick Recording, de gemakkelijkste en handigste manier om op te nemen, en Multi Recording, waarmee u elk kanaal of elke track afzonderlijk kunt opnemen. in dit gedeelte worden MIDI Quick Recording en Audio Quick Recording besproken.
2 Start de opname. U kunt het opnemen starten door het keyboard te bespelen, de stijl te starten, een Multi Pad te spelen of op [Play/Pause] te tikken. 3 4 Als u klaar bent met uw performance, tikt u op [Stop] om de opname te stoppen. Tik op [Save] om de display voor songselectie te openen en sla opgeslagen perfomance op als een bestand (pagina 37). LET OP De opgenomen song gaat verloren als de display sluit of als u het instrument uitzet zonder de opslagbewerking uit te voeren.
7 Bedieningshandleiding Zelfgemaakte paneelsetups registreren en terughalen—Registratiegeheugen, playlist Met de functies Registration Memory en Playlist kunt u nagenoeg alle paneelinstellingen opslaan (of 'registreren') in een registratiegeheugenknop en vervolgens uw eigen paneelinstellingen met één keer tikken terughalen voor uw spel. Een playlist is vooral nuttig voor het beheren van uw repertoire.
Aangepaste paneelsetups opslaan en terugroepen met registratiegeheugen Paneelsetups registreren 1 2 Geef de gewenste paneelinstellingen op, zoals voor voices, stijlen en effecten. Druk in het gedeelte REGISTRATION MEMORY op de knop [MEMORY] om het venster Registration Memory op te roepen.
Registratiegeheugen opslaan als bankbestand U kunt alle tien geregistreerde paneelsetups opslaan als één Registration Memory-bankbestand. 1 Druk gelijktijdig op de [REGIST BANK]-knoppen [-] en [+] om de display voor Registration Bank-selectie op te roepen. 2 2 Tik op (File Edit) om het pop-upvenster op te roepen en tik vervolgens op [Save] om het bankbestand op te slaan. Raadpleeg 'Bestandsbeheer' (pagina 37) voor instructies voor het opslaan.
Informatie in de Registration Memory-bank controleren U kunt de informatiedisplay oproepen om te controleren welke voices, stijl en songs zijn opgeslagen onder de knoppen [1]–[10] van een Registration Memory-bank. 1 2 Roep de display voor selectie van registratiebank op en selecteer de gewenste Bank. Tik op (Menu) en vervolgens op [Regist Bank Info] om de display Regist Bank Information op te roepen. Deze display bestaat uit twee pagina’s: voicegerelateerd en stijlgerelateerd.
Een groot repertoire beheren met de Playlist De Playlist is handig om meerdere setlijsten voor uw live optredens te beheren. U kunt alleen de gewenste bestanden selecteren uit een groot repertoire (het enorme aantal Registration Memory-bankbestanden) en voor elk optreden een nieuwe setlijst maken. Een record toevoegen aan de playlist Door een record aan de playlist toe te voegen, kunt u het gewenste registergeheugen rechtstreeks oproepen. 1 Druk op de knop [PLAYLIST] om de display Playlist op te roepen.
3-2 Tik om de record te bewerken. Recordnaam Bepaalt de naam van de record. Als u op [Rename] tikt, wordt het tekeninvoervenster opgeroepen. Action (Actie) Extra acties nadat u de record hebt geselecteerd en de bank hebt opgeroepen. • Load Regist Memory: Roept het registratiegeheugen op dat overeenkomt met het geselecteerde nummer. Als er geen item is geselecteerd, wordt er geen registratiegeheugen opgeroepen. • View: Geeft de geselecteerde weergave weer.
Een nieuwe playlist maken 1 Druk op de knop [PLAYLIST] om de display Playlist op te roepen. 2 2 Tik op (New) in de display. Er wordt een nieuw playlistbestand gemaakt. De playlistrecords kopiëren (Append Playlist) Met 'Append Playlist' kunt u het bestaande playlistbestand kopiëren als een nieuw playlistbestand. 1 Druk op de knop [PLAYLIST] om de display Playlist op te roepen. 2 Tik op [Append Playlist] in de display. De display voor playlistbestandsselectie wordt weergegeven.
De volgorde van de records in de playlist wijzigen 1 2 Druk op de knop [PLAYLIST] om de display Playlist op te roepen. Wijzig de volgorde van de records. 2-1 Tik op de record die u wilt verplaatsen. 2-2 Tik op (Up)/ (Down) om de in stap 2-1 geselecteerde record te verplaatsen. 3 Tik op (Opslaan) om het bewerkte playlistbestand op te slaan. De playlistrecord uit de playlist verwijderen 1 2 Selecteer in de display Playlist de gewenste record door erop te tikken. Tik op [Delete] in de display.
8 Bedieningshandleiding Aanpassen voor optimale prestaties U kunt dit instrument aanpassen aan uw eigen persoonlijke voorkeuren en voor optimale prestaties. In dit gedeelte wordt het volgende besproken: sneltoetsen bewerken op de Home-display, ASSIGNABLE-knoppen instellen, algemene instellingen, het geluid van de definitieve uitvoer aanpassen en uitbreidingsinhoud toevoegen, zoals voices en stijlen.
Algemene instellingen (Utility) De functie Utility biedt diverse handige tools en instellingen voor de Genos. Het betreft zowel algemene instellingen voor het hele instrument als gedetailleerde instellingen voor specifieke functies. De sectie biedt ook toegang tot functies voor het resetten van gegevens en het beheer van opslagmedia, zoals schijfformattering. Basisprocedure 1 Roep de bedieningsdisplay op.
Het geluid aanpassen bij de uiteindelijke uitgang (Master Compressor, Master EQ). U kunt de geluidskwaliteit en het volume op de uiteindelijke uitgang van de Genos aanpassen door de Master Compressor- en Master EQ-instellingen te wijzigen. 1 Roep de Mixer-display op via [MENU] [Mixer]. 2 Tik op de tab 'Master'. 2 3 3 4 5 Tik op een tab om de gewenste parameters te bewerken.
Nieuwe inhoud toevoegen—Uitbreidingspakketten Door een uitbreidingspakket te installeren, kunt u diverse optionele voices en stijlen toevoegen aan de map 'Expansion' in het gebruikersstation. U kunt de geïnstalleerde voices en stijlen selecteren via de tab User in de displays voor voice- of stijlselectie, zodat u uw muzikale prestaties en creatieve mogelijkheden kunt uitbreiden.
9 Bedieningshandleiding Systeeminstellingen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u belangrijke, algemene systeeminstellingen instelt, inclusief back-up/ terugzetten van instellingen en bestandsgegevens. De firmwareversie en hardware-ID bevestigen U kunt de firmwareversie en de hardware-ID van dit instrument controleren. 1 Roep de bedieningsdisplay op via [MENU] [Utility]. 2 Tik op [System]. De programmaversie en de hardware-ID worden op de display weergegeven.
Back-up/terugzetten van gegevens Gegevensback-up U kunt van alle gegevens in het gebruikersstation van dit instrument (met uitzondering van uitbreidingsvoices/-stijlen) en van alle instellingen één back-upbestand maken op een USB-flashstation. Deze procedure wordt aanbevolen voor gegevensbeveiliging en back-up in geval van schade. 1 2 Sluit het USB-flashstation aan op de [USB TO DEVICE]aansluiting als back-upbestemming.
Aansluitingen—Het instrument gebruiken met andere apparaten In dit hoofdstuk worden de aansluitingen van dit instrument op andere apparaten besproken. Zie pagina 18–21 voor informatie over waar de aansluitingen zich op het instrument bevinden. VOORZICHTIG Zet alle componenten uit voordat u het instrument op andere elektronische componenten aansluit. Zorg er tevens voor dat u alle volumeniveaus op het minimum (0) instelt, voordat u componenten aan- of uitzet.
3 Sluit een microfoon aan op de [MIC INPUT]-aansluiting. Gebruik voor het aansluiten van een dynamische microfoon de XLR-aansluiting of een standaard 1/4-inch steekplugaansluiting. Voor een condensatormicrofoon gebruikt u de XLR-aansluiting. De comboaansluiting is geschikt voor zowel XLR- als 1/4-inch telefoonstekkers. 4 Draai de draaiknop [MASTER VOLUME] terug naar het oorspronkelijke niveau. LET OP • Sluit geen kabels aan en koppel ze niet los terwijl u aan de [+48V]-schakelaar draait.
Microfoon loskoppelen 1 2 3 4 Zet de knop [MASTER VOLUME] en de knop [MIC GAIN] in de laagste stand. Zet de [+48V]-schakelaar op Off. Wacht meer dan 10 seconden als u een condensatormicrofoon gebruikt. Koppel de microfoon los van de [MIC INPUT]-aansluiting. LET OP Onmiddellijk loskoppelen kan de condensatormicrofoon of het instrument zelf beschadigen. Optionele Yamaha GNS-MS01 luidspreker aansluiten Gebruik de aansluitingen [TO RIGHT SPEAKER], [TO LEFT SPEAKER] en [TO SUB WOOFER]. Zie pagina 118.
De LINE OUT SUB [3]–[4]-aansluitingen gebruiken als AUX OUT-aansluitingen U kunt de functie van de LINE OUT SUB-aansluitingen [3]–[4] veranderen in AUX OUT-aansluitingen vanuit de display van het instrument die u oproept via [MENU] [Line Out]. Raadpleeg de Naslaggids op de website voor meer informatie. LET OP Sluit nooit de AUX OUT-aansluitingen aan op de AUX IN-aansluitingen.
Voetschakelaars/voetregelaars aansluiten (ASSIGNABLE FOOT PEDALaansluitingen) Eén of twee optionele Yamaha FC4A- of FC5-voetschakelaars en een optionele Yamaha FC7voetregelaar kunnen worden aangesloten op deze ASSIGNABLE FOOT PEDALaansluitingen. Een voetschakelaar kan worden gebruikt om functies in en uit te schakelen, terwijl via een voetregelaar continue parameters, zoals het volume, kunnen worden bestuurd. FC7 FC5 OPMERKING Sluit de pedalen niet aan en koppel ze niet los als het instrument aan staat.
USB-apparaten aansluiten ([USB TO DEVICE]-aansluiting) U kunt een USB-flashstation aansluiten op de [USB TO DEVICE]-aansluiting en de gegevens die u op het instrument hebt gemaakt, opslaan naar het station (pagina 37). Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik van de [USB TO DEVICE]-aansluiting Dit instrument heeft een ingebouwde [USB TO DEVICE]-aansluiting. Ga voorzichtig om met het USB-apparaat tijdens het aansluiten op deze aansluiting. Volg de onderstaande belangrijke voorzorgsmaatregelen.
Een USB-flashstation of het interne gebruikersstation formatteren Voor het formatteren van een USB-flashstation of het interne gebruikersstation voert u de handeling Format uit. Als u een USB-flashstation wilt formatteren, moet u eerst controleren of er een USB-flashstation op de juiste manier is aangesloten op de [USB TO DEVICE]-aansluiting. 1 2 Sluit het USB-flashstation dat u wilt formatteren aan op de [USB TO DEVICE]-aansluiting.
Aansluiten op een computer ([USB TO HOST]-aansluiting) Als u een computer op de [USB TO HOST]-aansluiting aansluit, kunt u via MIDI gegevens uitwisselen tussen het instrument en de computer. Zie 'Computer-related Operations (Computergerelateerde handelingen)' op de website voor meer informatie over het gebruik van een computer met dit instrument. LET OP Gebruik een USB-kabel van het type AB die niet langer is dan 3 meter. U kunt geen USB 3.0kabels gebruiken.
De display van het instrument weergeven op een externe monitor Door het instrument aan te sluiten op een externe monitor, zoals een televisie, kunt u de display van het instrument dupliceren (mirroring) of de songtekst apart weergeven op een externe monitor. Gebruik een USB-displayadapter een displaykabel die compatibel zijn met zowel dit instrument als de monitor voor de aansluiting op de [USB TO DEVICE]aansluiting van dit instrument.
Notities Aansluitingen—Het instrument gebruiken met andere apparaten 115 Genos Gebruikershandleiding
Functielijst In deze sectie wordt eenvoudig en kort uitgelegd wat u kunt doen in de displays die worden opgeroepen door op de knoppen op het paneel te drukken of door op de pictogrammen in de Menu-display te tikken. Raadpleeg de hieronder aangegeven pagina of de Naslaggids op de website voor meer informatie. De indicatie '' geeft aan dat de gedetailleerde informatie wordt beschreven in de Naslaggids.
Menu Assignable Panel Lock Demo Voice Edit Style Creator Song Recording M.Pad Creator Voice Setting Style Setting Song Setting Chord Tutor Scale Tune Master Tune Transpose Keyboard/Joystick MIDI Utility Wireless LAN* Time Expansion Omschrijving Bepaalt de functies die zijn toegewezen aan de pedalen, toewijsbare knoppen en de sneltoetsen op de Home-display. Voor het vergrendelen van de paneelinstellingen. Als de paneelinstellingen zijn vergrendeld, gebeurt er niets, ook niet als u op paneelknoppen drukt.
Appendix De optionele luidsprekers installeren Controleer of alle onderstaande onderdelen zijn meegeleverd, inclusief het luidsprekerpakket GNS-MS01. Satellietluidsprekers (2) 1 2 Subwoofer luidspreker (1) Luidsprekerbeugels (2) Telefoonkabel (2) LET OP Gebruik uitsluitend de meegeleverde kabels. 8-pins mini DINkabel (1) Netsnoer (1) Schakel de Genos uit en koppel het netsnoer los. Zorg er ook voor dat het keyboard is losgekoppeld van alle andere externe apparaten.
5 Gebruik de 8-pins mini DIN-kabel om de subwoofer aan te sluiten op de Genos. Genos 6 7 8 Sluit het meegeleverde netsnoer aan op de subwoofer. Sluit stekkers van de Genos en de subwoofer aan op een geschikt stopcontact. Stel eerst de volumeregelaars (MASTER VOLUME op de Genos en MAIN VOLUME op de subwoofer) in op het minimum. Genos Subwoofer (Achterpaneel) Zet de Genos en vervolgens de subwoofer aan. Genos Subwoofer (Voorpaneel) Zet de Genos aan.
Direct Access-overzicht Druk op de knop [DIRECT ACCESS] en vervolgens op een van de hieronder vermelde knoppen (of beweeg een knop, schuifregelaar of joystick) om de gewenste display op te roepen.
MULTI PAD Besturing MULTI PAD SELECT STOP 1 2 3 4 ENTER EXIT DIAL INC DEC VOICE PART SELECT LEFT PART SELECT R1 PART SELECT R2 PART SELECT R3 PART ON/OFF LEFT PART ON/OFF R1 PART ON/OFF R2 PART ON/OFF R3 Display, opgeroepen met de functie Direct Access (Rechtstreekse toegang) (Multi Pad-selectie) ASSIGNABLE - Multi Pad Edit Menu Home - Scale Tune - - - Voice Setting R1 R2 R3 - R1 R2 R3 - Split Point & Fingering Mixer Keyboard Harmony/ Arpeggio - Menu Assignable Menu Registration Bank E
Problemen oplossen Algemeen Er is een klik of plop te horen als het instrument wordt aan- of uitgezet. Dit is normaal. Het instrument wordt voorzien van elektrische stroom. Het instrument wordt automatisch uitgeschakeld. Dit is normaal en is het gevolg van de automatische uitschakelfunctie. Stel indien nodig de parameter van de automatische uitschakelfunctie in (pagina 24). Er komen vreemde geluiden uit het instrument.
Een bestaand bestand wordt niet weergegeven. Mogelijk is de bestandsextensie (.MID enz.) gewijzigd of gewist. Hernoem het bestand handmatig op een computer, waarbij u ervoor zorgt de juiste extensie te gebruiken. Gegevensbestanden waarvan de naam langer is dan 50 tekens kunnen niet worden gebruikt op het instrument. Hernoem het bestand en zorg ervoor dat de naam 50 tekens of minder bevat. Stijl De stijl wordt niet gestart, zelfs niet nadat op de knop [START/STOP] is gedrukt.
(MIDI) Het maatnummer verschilt van dat van de muzieknotatie in de display Song Position, die wordt weergegeven door de [PREV]/ [NEXT]-knoppen ingedrukt te houden. (MIDI) Bij het afspelen van een song worden sommige kanalen niet weergegeven. (MIDI) Het tempo, de tel, de maat en de muzieknotatie worden niet juist weergegeven. (Audio) Een opgenomen bestand wordt afgespeeld met een ander volume dan het opnamevolume.
Specificaties Productnaam Grootte/gewicht Besturingsinterface Afmetingen (B x D x H) Gewicht Keyboard Andere regelaars Hoofddisplay Subdisplay Voices Paneel Toongeneratie Aantal toetsen Type Touch Response (aanslagrespons) Joystick Knoppen Schuifregelaars Articulatieschakelaars Type Afmetingen Aanraakscherm Taal Type Afmetingen Taal Taal Klankopwekkingstechnologie Polyfonie Preset Aantal voices Beschikbare voices Compatibiliteit Effecten Gedeelten Reverb Chorus DSP Master Compressor Master-EQ Pa
Multi Pads Functies Aantal Multi Pad-banken Audio Link Voices Stijlen Songs Multi Pads Registratiegeheugen Playlist Zoeken Demo Totaalregelaars Overig Overige Opslag en aansluitingen Opslag Aansluitingen Harmony Arpeggio Paneelsustain Mono/Poly Style Creator OTS-informatie Bladmuziekweergavefunctie Songtekstweergavefunctie Les/gids Multi Pad Creator Aantal knoppen Besturing Aantal records Metronoom Tempobereik Transponeren Tuning (stemming) Octave-knop Toonschaaltype Substemminginstelling Rechtstr
Index A E Aanraakscherm ............................... 34 Aansluiting .................................... 106 A-B Repeat ..................................... 80 AC IN .............................................. 23 Accessoires....................................... 9 Action (Actie) (playlist) .................... 97 Afspelen (Multi Pad)........................ 70 Afspelen (Song) .............................. 78 Afspelen (Stijl) ................................. 64 Afspelen/pauzeren .................
R V Rechtstreekse toegang ........... 36, 120 Recordnaam (playlist) ..................... 97 Registratiegeheugen ................. 17, 92 Registratiesequence ....................... 31 Registration Memory-bank ........ 31, 92 Rename (naam wijzigen) ................ 38 Reverb ............................................ 87 Revo Drum, Revo SFX-voice .......... 52 Rotary Sp/Assignable ..................... 63 Verplaatsen..................................... 38 Vingerzettingstype ..........................
GNU GENERAL PUBLIC LICENSE Version 2, June 1991 Copyright © 1989, 1991 Free Software Foundation, Inc., 51 Franklin Street, Fifth Floor, Boston, MA 02110-1301 USA Everyone is permitted to copy and distribute verbatim copies of this license document, but changing it is not allowed. Preamble 2. The licenses for most software are designed to take away your freedom to share and change it.
4. You may not copy, modify, sublicense, or distribute the Program except as expressly provided under this License. Any attempt otherwise to copy, modify, sublicense or distribute the Program is void, and will automatically terminate your rights under this License. However, parties who have received copies, or rights, from you under this License will not have their licenses terminated so long as such parties remain in full compliance. 5.
GNU LESSER GENERAL PUBLIC LICENSE Version 2.1, February 1999 Copyright © 1991, 1999 Free Software Foundation, Inc., 51 Franklin Street, Fifth Floor, Boston, MA 02110-1301 USA Everyone is permitted to copy and distribute verbatim copies of this license document, but changing it is not allowed. [This is the first released version of the Lesser GPL. It also counts as the successor of the GNU Library Public License, version 2, hence the version number 2.1.
d) If a facility in the modified Library refers to a function or a table of data to be supplied by an application program that uses the facility, other than as an argument passed when the facility is invoked, then you must make a good faith effort to ensure that, in the event an application does not supply such function or table, the facility still operates, and performs whatever part of its purpose remains meaningful.
10. Each time you redistribute the Library (or any work based on the Library), the recipient automatically receives a license from the original licensor to copy, distribute, link with or modify the Library subject to these terms and conditions. You may not impose any further restrictions on the recipients’ exercise of the rights granted herein. You are not responsible for enforcing compliance by third parties with this License.
libpng This copy of the libpng notices is provided for your convenience. In case of any discrepancy between this copy and the notices in the file png.h that is included in the libpng distribution, the latter shall prevail. COPYRIGHT NOTICE, DISCLAIMER, and LICENSE: If you modify libpng you may insert additional notices immediately following this sentence. This code is released under the libpng license. libpng versions 1.0.7, July 1, 2000 through 1.6.
FreeType libss2/libcomerr2 Portions of this software are copyright © 2016 The FreeType Project (www.freetype.org). All rights reserved. Copyright 1987, 1988 by the Student Information Processing Board of the Massachusetts Institute of Technology ICU COPYRIGHT AND PERMISSION NOTICE Copyright © 1991-2016 Unicode, Inc. All rights reserved. Distributed under the Terms of Use in http://www.unicode.org/copyright.html.
Genos Gebruikershandleiding
Notities Genos Gebruikershandleiding 137
SIMPLIFIED EU DECLARATION OF CONFORMITY / SIMPLIFIED UK DECLARATION OF CONFORMITY Hereby, Yamaha Music Europe GmbH declares that the radio equipment type [Genos] is in compliance with Directive 2014/53/EU and the radio equipment regulations of UK. The full texts of the EU declaration of conformity and the UK declaration of conformity are available at the following internet address: https://europe.yamaha.com/en/support/compliance/doc.
Neem voor details over producten alstublieft contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-vertegenwoordiging of de geautoriseerde distributeur uit het onderstaande overzicht.
DIGITAL WORKSTATION Gebruikershandleiding Yamaha Downloads https://download.yamaha.com/ Manual Development Group © 2017 Yamaha Corporation Published 02/2022 LB-H0 Gebruikershandleiding Yamaha Global Site https://www.yamaha.com/ Lees 'VOORZICHTIG' op pagina 5 voordat u het instrument gebruikt. v2.