User Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Functielijst
- Stijlen
- Stijltypen (kenmerken)
- De functie Akkoordleraar gebruiken
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Het vingerzettingstype voor akkoorden wijzigen
- De kanalen van de stijl in- of uitschakelen
- Stijl Afspelen van bijbehorende instellingen
- Het tempo aanpassen
- Een akkoordsequence opnemen en afspelen—Chord Looper
- Een akkoordsequence opnemen wanneer het afspelen van de stijl is gestopt (Chord Looper)
- Uw aangepaste akkoordsequences opslaan en oproepen (Chord Looper)
- Stijlen maken/bewerken (Style Creator)
- Voices
- Display Voice Part Setup
- Displaygerelateerde instellingen voor voiceselectie
- Voicetypen (kenmerken)
- Bestanden registreren op het tabblad Favoriet
- Metronoominstellingen
- Instellingen die betrekking hebben op toetsenbord/joystick
- Instellingen die betrekking hebben op een toetsenpartij (Voice Setting)
- De toonhoogte transponeren in halve tonen
- De toonhoogte van het gehele instrument fijnregelen (Master Tune)
- Een temperament selecteren of maken (Scale Tune)
- Gedetailleerde instellingen voor Harmony/Arpeggio opgeven
- Voices bewerken (Voice Edit)
- Organ Flutes-voices bewerken (Voice Edit)
- Ensemblevoices bewerken (Voice Edit)
- Multi Pads
- Song afspelen
- Een songlijst voor het afspelen maken
- De modus voor herhaaldelijk afspelen gebruiken
- Muzieknotatie-instellingen (Score) bewerken
- Songteksten weergeven en de display opstellen
- Tekst weergeven en de display opstellen
- De eigenschappen van de automatische begeleiding gebruiken bij het afspelen van de MIDI-song
- Elk kanaal van een MIDI-song in- of uitschakelen
- Instellingen betreffende het afspelen van een song
- MIDI-songopname/-bewerking
- Audio Multi Recording
- Registratiegeheugen
- Playlist
- Microfoon
- Mixer
- Instellingen besturingsfunctie
- MIDI-instellingen
- Basisprocedure voor MIDI-instellingen
- System – MIDI-systeeminstellingen
- Transmit – MIDI-zendkanaalinstellingen
- Receive – MIDI-ontvangstkanaalinstellingen
- On Bass Note – De basnoot instellen voor het afspelen van een stijl via MIDI
- Chord Detect – Instellingen van het akkoord voor het afspelen van een stijl via MIDI
- External Controller – MIDI-besturingsinstellingen
- Netwerkinstellingen
- Utility
- Handelingen in verband met het uitbreidingspakket
- Aansluitingen
- Index
Genos Naslaggids 129
10
Mixer
Zoals in de vorige sectie is beschreven, zijn Chorus en Reverb systeemeffecten die op het gehele geluid van het
instrument worden toegepast. Ze zijn niet beschikbaar wanneer het tabblad Master boven aan de display Mixer is
geselecteerd.
De chorus-/reverbinstellingen bewerken en opslaan
De procedure is dezelfde als de bewerking op de display Effect (pagina 127).
U kunt de pan (stereopositie van het geluid) en het volume voor elke partij aanpassen. Deze display is niet beschikbaar
wanneer het tabblad Master boven aan de display Mixer is geselecteerd.
Effectparameters bewerken (Chorus/Reverb)
Chorus Tik op de naam van het chorustype in de rechterbovenhoek van deze regel om het gewenste
chorustype te selecteren. Ga na het selecteren terug naar de display Mixer en gebruik vervolgens
elke knop om de chorusdiepte voor elke partij aan te passen.
Reverb Tik op de naam van het reverbtype in de rechterbovenhoek van deze regel om het gewenste
reverbtype te selecteren. Ga na het selecteren terug naar de display Mixer en gebruik vervolgens
elke knop om de reverbdiepte voor elke partij aan te passen.
Raadpleeg de datalijst (effecttypelijst) op de website voor informatie over de chorus- en reverbtypen.
Pan-/volume-instellingen bewerken (Pan/volume)
q
Pan Hiermee bepaalt u de stereopositie van elke partij (elk kanaal).
w
Volume Hiermee wordt het niveau van elke partij of elk kanaal bepaald, zodat u de balans tussen alle
partijen nauwkeurig kunt regelen.
OPMERKING
q
w