Operation Manual
WEERGAVE ➤ Weergave-instellingen configureren voor verschillende weergavebronnen (menu Option) Nl 74
■ Extended Surround (EXTD Surround)
Selecteert hoe 5.1- tot 7.1-kanaalsbronnen moeten worden weergegeven als de
achterste surroundluidsprekers worden gebruikt.
Instellingen
• Sommige vroege Dolby Digital Surround EX- of DTS-ES-bronnen bevatten geen signaal voor het
reproduceren van een achterste surroundkanaal. Wij raden u aan om “Extended Surround” in te stellen
op “bPLIIx Movie” of “EX/ES” als u deze bronnen afspeelt.
■ Volume Trim (Volume Trim)
Past volumeverschillen tussen signaalbronnen of subwoofervolume nauwkeurig aan.
❑ Input Trim (In.Trim)
Corrigeert volumeverschillen tussen signaalbronnen. Als u hinder ondervindt van
volumeverschillen bij het schakelen tussen signaalbronnen, gebruikt u deze functie
om dat te corrigeren.
• Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
Instelbereik
-6,0 dB tot +6,0 dB (stappen van 0,5 dB)
Standaard
0,0 dB
❑ Subwoofer Trim (SW.Trim)
Stelt het volume van de subwoofer nauwkeurig in.
Instelbereik
-6,0 dB tot +6,0 dB (stappen van 0,5 dB)
Standaard
0,0 dB
■ Enhancer (Enhancer)
Schakelt Compressed Music Enhancer (p. 47) in of uit.
• Deze instelling wordt afzonderlijk op elke signaalbron toegepast.
• U kunt ook ENHANCER op de afstandsbediening gebruiken om Compressed Music Enhancer in- of uit te
schakelen (p. 47).
Instellingen
Standaard
TUNER, USB, (netwerkbronnen): On (On)
Overige: Off (Off)
■ Video Mode (Video Mode)
Schakelt de instellingen voor videosignaalverwerking (resolutie en aspectverhouding)
in of uit die zijn ingeschakeld in “Processing” (p. 89) in het menu “Setup”.
Instellingen
■ FM Mode (FM Mode)
Hiermee schakelt u tussen stereo en mono voor FM-ontvangst.
Instellingen
Auto (Auto)
(standaard)
Selecteert automatisch de meest geschikte decoder als signalen
worden ingevoerd die signalen voor het achterste surroundkanaal
bevatten en reproduceert de signalen in 6.1- of 7.1-kanalen. Als er
twee achterste surroundluidsprekers zijn aangesloten, reproduceert
het toestel de 5.1-kanaalsignalen in 7.1-kanalen.
bPLIIx Movie
(bPLIIxMo)
Reproduceert altijd signalen in 7.1-kanaal met de Dolby Pro Logic IIx
Movie decoder. Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer twee
grote surround achterluidsprekers zijn aangesloten.
bPLIIx Music
(bPLIIxMu)
Reproduceert altijd signalen in 6.1- of 7.1-kanalen met de Dolby
Pro Logic IIx Music decoder. Deze instelling is alleen beschikbaar
wanneer er een of twee grote achterste surroundluidsprekers zijn
aangesloten.
EX/ES (EX/ES)
Selecteert automatisch de Dolby EX- of DTS-ES-decoder en
reproduceert signalen in 6.1- of 7.1-kanalen.
Off (Off)
Reproduceert altijd signalen in hun originele kanalen. (Zelfs als een
DTS-ES- of Dolby Digital Surround EX-signaal wordt ingevoerd,
reproduceert het toestel het signaal in 5.1-kanaal.)
Off (Off) Schakelt Compressed Music Enhancer uit.
On (On) Schakelt Compressed Music Enhancer in.
Processing
(Processing)
Schakelt videosignaalverwerking in.
Direct (Direct)
(standaard)
Schakelt videosignaalverwerking uit.
Stereo (Stereo)
(standaard)
Ontvangt FM-radio in stereogeluid.
Mono (Mono) Ontvangt FM-radio in monogeluid.