User Manual

Gedetailleerde instellingen
CLP-380 Gebruikershandleiding
78
Gedetailleerde instellingen
Voices [VOICE SETTING]
In de duale modus worden parameters met het ' '-teken afzonderlijk voor Voice 1 en Voice 2 ingesteld.
iAFC [iAFC SETTING]
*
Instellingen Parameternaam Naslagpagina
De octavering instellen* Octave 87
Het volumeniveau instellen* Volume 87
De positie van de rechter- en linkerkanalen instellen* Pan 87
Ontstemmen (alleen in de duale modus)] Detune 87
Een reverbtype selecteren ReverbType 88
De reverbdiepte instellen* ReverbSend 88
Het chorustype selecteren ChorusType 88
De chorusdiepte instellen* ChorusSend 88
De chorus aan-/uitzetten ChorusOnOff 89
Het DSP-type selecteren* DSP Type (DSP) 89
De snelheid van het vibrafoonvibrato-effect instellen* VibeRotorSpeed 89
Het vibrafoonvibrato-effect aan/uitzetten* VibeRotorOnOff
(RotorOnOff)
89
De draaisnelheid van de draaiende luidspreker aanpassen* RotarySpeed
(Rot.Speed)
90
De diepte van het DSP-effect aanpassen* DSPDepth 90
De helderheid van het geluid aanpassen* Brightness (helderheid) 90
Het resonantie-effect aanpassen* HarmonicContent
(Harmonic)
90
Het lage frequentiegebied van de equalizer aanpassen* EQ LowFreq.
(EQ L.Freq)
90
De versterking (hoeveelheid boost/cut) van het laaggedeelte van
de equalizer aanpassen*
EQ LowGain 91
Het hoge frequentiebereik van de equalizer aanpassen* EQ HighFreq.
(EQ H.Freq)
91
De versterking (hoeveelheid boost/cut) van het hooggedeelte van
de equalizer aanpassen*
EQ HighGain 91
De aanslaggevoeligheid instellen* TouchSense 91
Instellingen Parameternaam Naslagpagina
iAFC aan-/uitzetten iAFC 92
De diepte van het dynamische dempereffect aanpassen DynDmpFX Depth 92
De diepte van het ruimtelijke effect instellen SpatialFX Depth 93
Kalibratie (automatische afstelling) Calibration 93
De standaardkalibratie-instelling herstellen iAFC Default 93