Owners Manual

202
Gebalanceerde en
ongebalanceerde aansluitingen
Dit toestel heeft gebalanceerde ingangen (BAL) en
ongebalanceerde ingangen (LINE).
LET OP
Gebruik geen gebalanceerde en ongebalanceerde
aansluitingen tegelijkertijd tussen twee componenten. Dit
kan een aardlus veroorzaken die statische elektriciteit en
brom kan genereren.
Gebalanceerd aansluiting
Een gebalanceerde aansluiting heeft grote voordelen
voor wat betreft externe storingen. Gebruik voor een
gebalanceerde aansluiting een kabel met mannelijke
XLR-pluggen. Zorg dat u bij het aansluiten van een kabel
de pinnen van de plug uitlijnt met de openingen van de
ingang, en daarna de plug in de aansluiting steekt tot u
een klik hoort. Verwijder de kabel door het lipje op de
BAL-ingang in te drukken en vast te houden en zo de
mannelijke XLR-connector uit de aansluiting te trekken.
Pin #2
Pin #3
Pin #1
Bij het uitvoeren van een gebalanceerde aansluiting moet
de polariteit correct worden ingesteld. Stel de polariteit
in met behulp van de PHASE-keuzeschakelaar op het
achterpaneel.
B
B
PHASE
NORMAL
INVERTED
Als de PHASE-keuzeschakelaar is ingesteld op NORMAL
is pin #2 HOT.
1: aarde (earth)
3: koud
2: heet
Hendel
Als de PHASE-keuzeschakelaar is ingesteld op
INVERTED is pin #3 HOT.
1: aarde (earth)
3: heet
2: koud
Hendel
Opmerking
Stel voor een Yamaha speler of voorversterker NORMAL (pin
#2 HOT) in.
Ongebalanceerde aansluiting
Gebruik voor ongebalanceerde aansluitingen kabels met
RCA-pluggen. Deze verzenden geen fase-informatie.