Operation Manual

MG16/6FX
25
Opstellen
(1) Zorg er voor dat, voordat u microfoons en instrumenten aan-
sluit, alle apparaten zijn uitgezet. Let er ook op dat alle kanaal-
faders en masterfaders van de mixer helemaal zijn dichtgezet.
(2) Bij elke aansluiting sluit u het éne eind van de kabel op de be-
treffende microfoon of het betreffende instrument aan, en het
andere eind op de daarvoor geschikte LINE- of MIC-aanslui-
ting op de mixer.
(LINE-aansluitingen: kanalen 1 t/m 8. MIC-aansluitingen:
kanalen 1 t/m 8, 9/10, 11/12.)
Als een ingangskanaal zowel over een MIC-
aansluiting als een LINE-aansluiting beschikt, kunt
u één van deze aansluitingen gebruiken, maar niet
beide tegelijk. Verbind alstublieft slechts één van
deze aansluitingen van elk kanaal.
(3) Zet, om beschadiging van uw luidsprekers te voorkomen, de
apparaten in de volgende volgorde aan: Randapparatuur
mixer eindversterkers (of versterkte luidsprekers).
Als u het systeem uitschakelt, zet u ze in de omge-
keerde volgorde uit: Eindversterkers (versterkte
luidsprekers) mixer randapparatuur.
Homerecording
Opstelprocedure
OPMERKING
OPMERKING
Opstellingsvoorbeelden
Ritmemachine
Effectapparaat
Effectapparaat
Effectapparaat
Synthesizer
Multitrackrecorder
Gitaar
Versterkte
monitorluidsprekers
Masterrecorder
(MD, CD-R, DAT, enz.)
Geluidsbronnen (CD, MD,
DAT, cassette, video, enz.)
Multitrackrecorder
Microfoon
Hoofdtelefoon
Personal Computer