User Manual

Table Of Contents
MODX+ Gebruikershandleiding
17
Regelaars en functies
Linkerkant van achterpaneel
1
Aansluiting [USB TO HOST]
Wordt gebruikt om een instrument via een USB-kabel aan te
sluiten op een computer, zodat u MIDI- en audiogegevens
kunt verzenden tussen de apparaten. In tegenstelling tot
MIDI kunnen met USB meerdere poorten worden
aangestuurd via één kabel (pagina 56). Voor meer informatie
over hoe de MODX+ poorten aanstuurt, raadpleegt
upagina56.
OPMERKING
De capaciteit voor het verzenden van audiogegevens voor dit
instrument is maximaal 10 kanalen (5 stereokanalen). De capaciteit
voor het ontvangen van audiogegevens is maximaal 4 kanalen
(2 stereokanalen).
2
Aansluiting [USB TO DEVICE]
Wordt gebruikt om dit instrument aan te sluiten op een USB-
flashstation (pagina 61) of een extern MIDI-apparaat
(pagina 54).
Als u een USB-flashstation aansluit, kunt u op dit instrument
gemaakte gegevens op het station opslaan en gegevens
van het station naar het instrument laden. Er kunnen opslag-
/laadhandelingen worden uitgevoerd: [UTILITY]
[Contents]
[Store/Save] of [Load].
OPMERKING
Geen andere USB-opslagapparaten (zoals een vaste schijf, cd-
romstation en USB-hub) kunnen worden gebruikt.
Dit instrument ondersteunt de USB-standaard 1.1 t/m 3.0. Houd er
echter rekening mee dat de overdrachtssnelheid varieert afhankelijk
van het gegevenstype en de toestand van dit instrument.
Rechterkant van achterpaneel
3
Aansluitingen MIDI [IN], [OUT]
Via MIDI [IN] worden alle besturings- of
performancegegevens van een ander MIDI-apparaat
ontvangen, zoals een externe sequencer. Hierdoor kunt u dit
instrument bedienen van een afzonderlijk MIDI-apparaat dat
u op het instrument hebt aangesloten.
Via MIDI [OUT] worden alle besturings-, performance- en
afspeelgegevens van dit instrument verzonden naar een
ander MIDI-apparaat, zoals een externe sequencer.
Als 'MIDI IN/OUT' (pagina 54) is ingesteld op 'USB', kunnen
deze aansluitingen worden gebruikt voor het aansluiten van
een extern MIDI-apparaat op uw computer (pagina 56).
4
Aansluitingen FOOT SWITCH [ASSIGNABLE]/
[SUSTAIN]
Voor het aansluiten van een apart verkrijgbare
voetschakelaar FC3-/FC4-/FC5 op de aansluiting [SUSTAIN]
en een optionele voetschakelaar FC4-/FC5 op de aansluiting
[ASSIGNABLE]. Als de voetschakelaar met de aansluiting
[SUSTAIN] is verbonden, wordt de sustain geregeld via de
schakelaar. Als de voetschakelaar met [ASSIGNABLE] is
verbonden, kan met de schakelaar een van de diverse toe te
wijzen functies worden geregeld.
OPMERKING
In deze gebruikershandleiding wordt met de term FC3 verwezen
naar de FC3 en andere voetschakelaars die compatibel zijn met
de FC3, zoals de FC3A.
In deze gebruikershandleiding wordt met de term FC4 verwezen
naar de FC4 en andere voetschakelaars die compatibel zijn met
de FC4, zoals de FC4A.
5
Aansluitingen FOOT CONTROLLER [1]/[2]
Voor het aansluiten van een apart verkrijgbare voetregelaar
(FC7, enzovoort). Met deze aansluiting kunt u continu een van
de diverse toe te wijzen functies voor het bewerken van
partijen regelen, zoals volume, toon, toonhoogte en andere
aspecten van het geluid (zie het PDF-document Naslaggids).
6
Aansluitingen OUTPUT [L/MONO] en [R]
Via deze standaard steekplugaansluitingen worden de
lijnniveau-audiosignalen uitgevoerd. Voor monofone uitvoer
gebruikt u alleen de aansluiting [L/MONO].
7
Aansluiting [PHONES] (hoofdtelefoon)
Met deze standaard stereohoofdtelefoonaansluiting kan een
stereohoofdtelefoon worden aangesloten. Deze aansluiting
zorgt voor het digitaal verzenden van stereoaudiosignalen
identiek met die van de aansluitingen OUTPUT [L/MONO]
en [R].
8
Aansluitingen A/D INPUT [L/MONO]/[R]
Via deze hoofdtelefoonaansluitingen kunnen externe
audiosignalen worden ingevoerd
(6,3-mm monojackplug). U kunt diverse apparatuur, zoals
een microfoon, cd-speler of synthesizer verbinden met deze
aansluitingen en de bijbehorende audio-invoersignalen laten
klinken als de audiopartij.
Daarnaast kunt u de speciale Vocoder-functie gebruiken
door een microfoon op deze aansluiting [L/MONO] aan te
sluiten en uw voice naar de microfoon in te voeren.
U kunt ook de functies Envelope Follower en ABS (Audio
Beat Sync) gebruiken. Envelope Follower is een functie voor
het detecteren van de volume-envelop van de golfvorm van
het ingangssignaal en het dynamisch aanpassen van
geluiden.
OPMERKING
Een gitaar of bas met active pick-ups kan rechtstreeks worden
aangesloten. Als u passieve pick-ups gebruikt, moet u het
instrument echter aansluiten via een effectapparaat.
De Vocoder/Envelope Follower kan vanuit alle partij-uitgangen
worden aangestuurd en niet alleen vanuit de aansluitingen A/D
INPUT [L/MONO]/[R].
ABS (Audio Beat Sync) is een functie voor het verwijderen
van de tel van de audiosignaalingang van deze
aansluitingen en het synchroniseren van de tel met de
Motion Sequencer of het arpeggio.
Gebruik 1/4 inch monotelefoonaansluitingen. Voor
stereosignalen (zoals van audioapparatuur) gebruikt u de
aansluitingen [L/MONO]/[R]. Voor monosignalen (zoals
van een microfoon of gitaar) gebruikt u alleen de aansluiting
[L/MONO].
Raadpleeg het PDF-document Naslaggids voor meer
informatie over de functies Envelope Follower en ABS.
9
Schakelaar [P] (Standby/On)
Druk hierop om het instrument aan (On) of op stand-by
(Standby) te zetten.
)
[DC IN]
Sluit de netadapter aan dat bij dit instrument wordt geleverd.