User Manual

MONTAGE Gebruikershandleiding
6
Bovenpaneel
1 Keyboard
De MONTAGE6 beschikt over een keyboard met 61 toetsen.
De MONTAGE7 heeft 76 toetsen en MONTAGE8 heeft 88
toetsen. Alle keyboards zijn voorzien van
aanslaggevoeligheid (zowel initial touch als aftertouch). Via
initial touch wordt door het instrument gedetecteerd hoe
hard of zacht uw aanslag is, waarna deze speelsterkte wordt
gebruikt om het geluid op diverse manieren te veranderen,
afhankelijk van de geselecteerde performance. Met
aftertouch kunt u het geluid veranderen met de hoeveelheid
druk die op een noot uitoefent na het spelen ervan.
Daarnaast kunt u aan aftertouch een groot aantal
verschillende functies toewijzen voor elke partij.
2 Pitchbendwiel
Hiermee regelt u het pitchbendeffect. U kunt ook andere
functies toewijzen aan deze regelaar.
3 Modulatiewiel
Hiermee regelt u het modulatie-effect. U kunt ook andere
functies toewijzen aan deze regelaar.
4 Lintregelaar
Deze controller is aanslaggevoelig en wordt bediend door
de vinger zijwaarts licht over het oppervlak te laten gaan.
U kunt naar wens verschillende functies toewijzen aan deze
regelaar.
5 [ASSIGN 1]- en [ASSIGN 2]-knoppen
(toewijsbare schakelaars 1 en 2)
U kunt het specifieke element/de specifieke operator van de
geselecteerde performance oproepen door op elk van deze
knoppen te drukken tijdens het keyboardspel. U kunt ook
andere functies toewijzen aan deze schakelaars. Als een
van deze effecten is ingeschakeld, gaat het lampje van de
bijbehorende knop branden, en omgekeerd.
6 Knop [MOTION SEQ HOLD] (Motion
Sequencer hold)
Als u op deze knop drukt terwijl de Motion Sequencer wordt
afgespeeld, wordt het geluid vastgehouden of bevroren op
exact het punt in de sequence waarop op de knop is
gedrukt. Als het vasthoudeffect is ingeschakeld, gaat het
lampje van de knop branden.
7 Knop [MOTION SEQ TRIGGER] (Motion
Sequencer trigger)
Als u op deze knop drukt, begint de Motion Sequence weer
vanaf het begin. Het lampje van de knop gaat branden als
de knop wordt ingedrukt.
8 [MASTER VOLUME]-schuif (pagina 15)
Verplaats de schuif omhoog of omlaag om het
uitgangsniveau van de OUTPUT (BALANCED) [L/MONO]/
[R]-aansluitingen en de [PHONES]-aansluiting te regelen.
Regelaars en functies
C1E0 F0 G0 A0 B0C0 D0A-1 B-1 C2
C3
1
23
4
7
6
C
B
%
8
9
)
D
^
!(
#$
A
@
*
&
5
E