User Manual

MONTAGE Gebruikershandleiding
7
Regelaars en functies
9 Knop A/D INPUT [GAIN] (pagina 44)
Gebruik deze knop om de ingangsversterking van de
audiosignalen op de A/D INPUT [L/MONO]/[R]-aansluitingen
aan te passen. Als u de knop kloksgewijs draait, verhoogt
u het gainniveau.
Detecteert het peakniveau en laat de PEAK LED rood
oplichten als het niveau bijna onder het clipniveau raakt.
Verstel de knop zodanig dat de desbetreffende PEAK LED
alleen nog maar af en toe knippert als het ingangssignaal
het maximumniveau bereikt.
OPMERKING
Afhankelijk van het ingangsniveau van de externe apparatuur die die
op de A/D INPUT [L/MONO]/[R]-aansluitingen is aangesloten, moet
u mogelijk de instelling wijzigen, in de volgende volgorde: [UTILITY]
[Settings] [Audio I/O] [A/D Input]. Als u apparatuur met een
laag uitgangsniveau (bijvoorbeeld een microfoon, gitaar of
basgitaar) aansluit, stelt u deze parameter in op 'Mic'. Als
u apparatuur met een hoog uitgangsniveau (bijvoorbeeld een
synthesizerkeyboard of cd-speler) aansluit, stelt u deze parameter
in op 'Line'.
) Knop A/D INPUT [ON/OFF] (pagina 44)
Hiermee schakelt u de audiosignaalingang via de A/D
INPUT [L/MONO]/[R]-aansluiting naar het instrument in of
uit. Als A/D-invoer is ingeschakeld, gaat het lampje op de
knop branden; als A/D-invoer is uitgeschakeld, gaat het
lampje uit.
! Knopfunctie [TONE]/[EQ/FX]/[ARP/MS]-knop
Selecteer met deze knop de functies die moeten worden
toegewezen aan knop 1 – 8. Het lampje op de knop naast de
momenteel actieve parameters gaat branden.
U kunt met de knop PART [COMMON] functies toepassen
die voor alle partijen gemeenschappelijk moeten worden
geregeld, of met de Number A-knoppen [1] – [16] functie
die alleen voor de geselecteerde partij moeten worden
geregeld. De geselecteerde knop licht op.
@ Knop [MULTI] (Multi Part control)
Selecteer met deze knop de functies die moeten worden
toegewezen aan knop 1 – 8. Als u herhaaldelijk op de knop
drukt, wordt in de volgende volgorde geschakeld: PAN
VARIATION REVERB. Het lampje naast de momenteel
actieve parameters licht op. Alle knoppen komen overeen
met partij 1 – 8 of 9 –16 (afhankelijk van de momenteel
geselecteerde partij).
# Knop [ARP ON/OFF] (Arpeggio on/off)
Druk op deze knop om het afspelen van het arpeggio in of
uit te schakelen. Als de arpeggioschakelaar van de
geselecteerde partij is ingesteld op 'OFF', heeft het
indrukken van deze knop geen invloed. Als arpeggio is
ingeschakeld, gaat het lampje op de knop branden; als
arpeggio is uitgeschakeld, gaat het lampje uit.
$ Knop [MOTION SEQ ON/OFF] (Motion
Sequencer on/off)
Bepaalt of de Motion Sequencer actief is. Als de Motion
Sequencer-schakelaar van de geselecteerde partij of lane is
ingesteld op 'OFF', heeft het indrukken van deze knop geen
invloed. Als de Motion Sequencer is ingeschakeld, gaat het
lampje van de knop branden.
C4 C5 C6 C7
H
G
J
KP
L
M
N
O
c
I
F
Q R S T ad
b
e
f
gh
ij
De afbeelding is van de MONTAGE8, maar de informatie geldt voor alle modellen.