User Manual

MONTAGE Gebruikershandleiding
16
De MONTAGE is uitgerust met een handige display met aanraakscherm. Door het scherm aan te raken kunt u verschillende
instellingen uitvoeren en de gewenste parameters selecteren. Daarnaast kunt u de datadraaiknop en andere knoppen
gebruiken voor bewerkingen in de display.
Configuratie van de display
(het aanraakscherm)
In dit gedeelte worden de navigatiebalk en de selectietabs
uitgelegd die gelden voor alle typen displays. Ter illustratie
worden als voorbeelden de display Live Set, die wordt
weergegeven als de MONTAGE wordt ingeschakeld, en de
display Performance Play (Home) gebruikt.
OPMERKING
U kunt wijzigen welke display eerst wordt weergegeven als het
instrument wordt aangezet (de opstartdisplay). Zie pagina 45 voor
meer informatie over de instelling.
De display Live Set
1 HOME-pictogram
Hiermee gaat u naar de display Performance Play.
2 EXIT-pictogram
Werkt hetzelfde als de knop [EXIT] op het paneel. Druk
op dit pictogram om de huidige display te sluiten en
terug te gaan naar het vorige niveau in de hiƫrarchie.
3 INFORMATION-gebied
Hierin wordt nuttige informatie weergegeven, waaronder
de naam van de momenteel geselecteerde display.
4 EFFECT-pictogram
Tik op het pictogram om de schakeldisplay Effect op te
roepen. Het pictogram is uitgeschakeld als een van de
Effect-blokken (Insertion, System of Master) uit is.
5 QUICK SETUP-pictogram
Hiermee geeft u de instellingen van Local Control ON/OFF
en MIDI IN/OUT weer.
Het pictogram in de vorm van een keyboard brandt als
Local Control is ingesteld op ON en gaat uit als Local
Control wordt ingesteld op OFF.
Als MIDI is ingesteld als de MIDI IN/OUT-instelling, wordt
een pictogram in de vorm van een MIDI-aansluiting
weergegeven. Als USB is ingesteld als de MIDI IN/OUT-
instelling, wordt een pictogram in de vorm van een USB-
aansluiting weergegeven.
Tik op het gewenste pictogram om de desbetreffende
display voor snelle configuratie op te roepen.
6 TEMPO SETTING-pictogram
Hiermee geeft u het tempo van de momenteel
geselecteerde performance weer. Tik op het pictogram
om de instellingsdisplay Tempo op te roepen.
7 UTILITY-pictogram
Tik op het gewenste pictogram om de meest recent
geopende display van de Utility-displays op te roepen.
De display Performance Play
8 LIVE SET-pictogram
Tik op het pictogram om de display Live Set op te roepen.
9 Tabs voor displayselectie
Tik op de gewenste tab om de desbetreffende display
op te roepen.
De cursor bewegen
Gebruik deze vier knoppen om door de display te bladeren,
waarbij u de cursor beweegt door de verschillende
beschikbare items en parameters in het scherm. Als een
item is geselecteerd, wordt dit gemarkeerd (de cursor wordt
weergegeven als een donker blok met tekens in
tegenovergestelde kleur). U kunt de waarde van het item
(de parameter) waarop de cursor zich bevindt, wijzigen met
de datadraaiknop of de [INC/YES]- en [DEC/NO]-knop.
Basisbediening en displays
1 2 76543
Navigatiebalk
9
8