User Manual

MONTAGE Gebruikershandleiding
41
Opnemen en afspelen
Een song afspelen
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u tijdens het afspelen van
een opgenomen song handige mute/solo-functies kunt
gebruiken.
Songs afspelen
1
Druk op de knop [
R
] (Play) om de song te starten.
OPMERKING
Gebruik de schuifregelaar [MASTER VOLUME] om het
volumeniveau van de songs aan te passen.
2 Druk op de knop [J] (Stop) om de song te
stoppen.
Het volume van elke partij aanpassen
Met de paneelregelaars kunt u het volume voor elk van de
acht partijen aanpassen.
Als een van de tracks 1-8 is geselecteerd, worden de acht
schuifregelaars gebruikt voor het aanpassen van het volume
voor partij 1-8. Als een van de tracks 9-16 is geselecteerd,
worden de schuifregelaars gebruikt voor het aanpassen van
het volume voor partij 9-16. De track kan worden geselecteerd
door de knop [PART CONTROL] in te schakelen en op de
gewenste nummerknop van de Number A-knoppen [9] – [16] te
drukken.
Naast de schuifregelaars kunt u knop 1-8 gebruiken om
partij-instelling van de afgespeelde song in realtime te
beïnvloeden. Raadpleeg voor meer informatie het PDF-
document Naslaggids.
Uw spel opnemen als audio
U kunt uw spel op de MONTAGE als geluidsbestanden met
de WAV-indeling (44,1 kHz, 24-bits stereo) opnemen naar
een USB-flashgeheugenapparaat. Het opnameniveau is vast
en het is mogelijk om continu maximaal 74 minuten op te
nemen (aangenomen dat het USB-opslagapparaat
voldoende beschikbaar geheugen heeft).
LET OP
Schakel de MONTAGE of het geselecteerde opslagapparaat
nooit uit tijdens het opnemen of afspelen of terwijl het
opgenomen audiobestand wordt opgeslagen. Als u deze
apparaten op dat moment uitschakelt, hebt u vervolgens
mogelijk geen toegang meer tot het opslagapparaat.
1 Sluit een USB-flashgeheugenapparaat aan op
de [USB TO DEVICE]-aansluiting van de
MONTAGE.
2 Tik op de tab [Play/Rec] aan de linkerkant van
de display Performance Play.
De opnamedisplay wordt weergegeven.
3 Tik op de tab [Audio] in het menu aan de
linkerkant van het scherm.
4 Druk op de knop [I] (Record) om de
geluidsopname in te stellen.
De display Record Setup wordt weergegeven.
1 Afspeelpositie
2
Huidige afspeelpositie in de volledige audiogegevens
3 Beschikbare opnametijd
4 Niveaumeter
5 Triggerniveau
5 Stel het gewenste triggerniveau in (5).
Als u het triggerniveau instelt op 'manual', begint de
opname zodra u op de knop [E] (Play) drukt. U kunt ook
een waarde tussen 1 en 127 instellen. In dat geval begint
de opname automatisch zodra het afspeelvolume dat
niveau overschrijdt. Het niveau dat u hier instelt, wordt
met blauwe driehoekjes weergegeven op de
niveaumeter (4). Voor optimale resultaten stelt u deze
parameter zo laag mogelijk in om het volledige signaal
vast te leggen, maar niet zo laag dat ongewenste ruis
wordt opgenomen.
Stop Play
De knop [PART CONTROL]
Number A-knoppen [9] – [16]
2
4
3
5
1