Operation Manual

MOTIF XF Gebruikershandleiding
20
Basisbediening
Benoemen (tekens invoeren)
U kunt de data die u hebt gemaakt, zoals voices,
performances, songs, patronen en files die op een USB-
opslagapparaat zijn opgeslagen, naar eigen keuze een
naam geven.
Als de cursor zich op een dergelijke benoemingsparameter
bevindt, verschijnt het pictogram [CHAR] in de
rechterbenedenhoek van de LCD-display. Als u bij deze
status op de knop [SF6] drukt, wordt het venster Input
Character geopend zoals hieronder. In het gebied Edit kunt
u met de knoppen [F1] en [F2] de cursor naar de locatie
verplaatsen waar u het teken wilt invoeren. In de lijst met
tekens kunt u met de cursorknoppen, de knoppen [INC/YES]
en [DEC/NO] en de datadraaiknop de cursor verplaatsen om
te bepalen welk teken moet worden ingevoerd. Selecteer
een teken en druk op de knop [F4] om het teken in te voeren
op de locatie die u hebt aangegeven in het gebied Edit.
Druk op de knop [F5] Delete om het teken op de locatie van
de cursor te verwijderen. Druk op de knop [F6] All Clear om
alle tekens in één keer te wissen. Nadat u alle tekens hebt
opgegeven, drukt u op de knop [ENTER] om de bewerkte
naam daadwerkelijk in te voeren.
De lijst oproepen
Afhankelijk van de parameter kunt u een handige pop-uplijst
oproepen door op de knop [SF6] LIST te drukken.
Vervolgens kunt u de gewenste parameterinstelling of het
gewenste item in de lijst kiezen. Als de cursor zich op een
dergelijke parameter bevindt (aangegeven met een naar
beneden wijzend driehoekig pijltje), verschijnt het pictogram
LIST in de rechterbenedenhoek van de LCD-display.
Druk dan op de knop [SF6] om de lijst op te roepen.
Selecteer een item of instelling met de knoppen [INC/YES]
en [DEC/NO] en de datadraaiknop. Nadat u een keuze hebt
gemaakt, drukt u op de knop [ENTER] om de selectie te
bevestigen en de lijst te sluiten.
Noot (toets)- en
aanslagsnelheidsinstellingen
Voor verschillende parameters kunt u een toetsenbereik
of een bereik aanslagsnelheden instellen voor een functie,
bijvoorbeeld voor het splitsen van het keyboard, door
bepaalde nootwaarden op te geven. U kunt de knoppen
[INC/YES] en [DEC/NO] of de datadraaiknop gebruiken om
deze parameters in te stellen of u kunt de waarden direct
invoeren op het keyboard door de gewenste toetsen in
te drukken.
Als de cursor zich op een dergelijke parameter bevindt,
verschijnt het pictogram KBD in de rechterbenedenhoek
van de display. U kunt de noot of aanslagsnelheid ook
rechtstreeks vanaf het keyboard instellen door de knop [SF6]
ingedrukt te houden en op de gewenste toets te drukken.
Bewerkgebied Lijst met tekens
Dit geeft aan dat u de lijst kunt oproepen door op de knop
[SF6] [LIST] te drukken.
De lijst verschijnt. U kunt één waarde in de lijst kiezen.
67890