Operation Manual

MOTIF XF Gebruikershandleiding
28
Net zoals in de modus Voice Play kunt u in de modus Performance Play de instrumentgeluiden van de synthesizer selecteren
en afspelen. In de modus Performance kunt u echter verschillende voices mengen in een laag of ze over het keyboard splitsen.
U kunt ook een gecombineerde laag/splitsing maken. Elke performance kan maximaal vier partijen bevatten.
Druk op de knop [PERFORM] om de modus Performance Play te activeren.
Performance selecteren
Het selecteren van een performance gebeurt in principe
op dezelfde manier als het selecteren van een voice.
De functie Category Search is ook beschikbaar in de modus
Performance Play. Houd er rekening mee dat de MOTIF XF
niet wordt geleverd met presetperformances en over slechts
drie gebruikersbanken beschikt. Druk daarom nadat u op
de knop [PROGRAM] hebt gedrukt op een van de knoppen
[USER 1]–[USER 4] om een performance te selecteren.
Indicatoren in de modus
Performance Play
In de display Performance Play worden in de
rechterbenedenhoek de voicenamen aangegeven voor
elk van de vier partijen waaruit de performance bestaat.
Met uitzondering hiervan is de display vrijwel hetzelfde als
in de modus Voice Play.
OPMERKING De display hierboven wordt weergegeven als Type is
ingesteld op '1' in de display [F6] Screen van de modus
Utility. U kunt deze parameterinstelling wijzigen door op
een van de cursorknoppen te drukken terwijl u de knop
[EXIT] ingedrukt houdt. Met deze bewerking kunt u een
van de vier displayontwerptypen oproepen die
beschikbaar zijn in de MOTIF XF.
De regelaars en knoppen
gebruiken
Net zoals in de modus Voice Play kunt u in de modus
Performance de tonale eigenschappen wijzigen met de
schuifregelaars en knoppen.
Selecteer een performance en gebruik de regelaars en
knoppen.
Voices toewijzen aan partijen
van een performance
Standaard (wanneer het instrument de fabriek verlaat)
bevatten de gebruikersbanken verschillende typen
performances. Bij sommige van deze performances is het
mogelijk niet meteen duidelijk hoe u ze speelt of gebruikt,
omdat ze ingewikkelder zijn dan normale voices. In deze
sectie leert u hoe performances meestal worden gemaakt
zodat u beter begrijpt hoe u ze speelt en gebruikt.
Elke performance kan maximaal vier partijen bevatten.
Deze sectie bevat de vier voicetypen die meestal aan deze
vier partijen worden toegewezen.
Met deze methode kunt u meerdere (twee of meer) voices
gelijktijdig bespelen door op willekeurige toetsen te drukken.
In de modus Performance kunt u een voller geluid creëren
door twee gelijksoortige voices (bijvoorbeeld twee
verschillende Strings-voices met elk een andere
attacksnelheid) te combineren.
Met deze methode kunt u met uw linkerhand en rechterhand
verschillende voices bespelen. Door Strings toe te wijzen
aan het laagste bereik en Flute aan het hoogste bereik zoals
hieronder wordt aangegeven, kunt u met uw linkerhand
Strings bespelen als begeleiding en met uw rechterhand
de Flute-melodie.
Met deze methode kunt u verschillende voices activeren
afhankelijk van uw speelkracht (aanslagsnelheid). In het
voorbeeld hieronder worden Strings-geluiden met een trage
attacksnelheid geactiveerd als u een noot met een lage
Het keyboard bespelen in de modus Performance
Bank
Performance-
nummer
Categorie
Performance-
naam
Functies
die zijn
toegewe-
zen aan
knoppen
Het arpeggiotype
wijzigen
Vier voices waaruit
de performance
bestaat
Status van vier schuifregelaars
voor het aanpassen van het
volume voor elke partij
Performancestructuur Layer
Performancestructuur
Splitsen volgens
notenbereik
Performancestructuur
Splitsen volgens
aanslagsnelheidsbereik
C1 C2 C3 C4 C5 C6
Strings met een snelle attacksnelheid
Strings met een trage attacksnelheid
Partij 2
Partij 1
C1 C2 C3 C4 C5 C6
Strings
Partij 1
Flute
Partij 2