Operation Manual

MOTIF XF Gebruikershandleiding
30
Het keyboard bespelen in de modus Performance
1 Verplaats de cursor naar de NOTE LIMIT HI van
Part 1.
2 Stel de hoogste noot van Part 1 door op de
desbetreffende toets te drukken terwijl u de knop
[SF6] KBD ingedrukt houdt.
In de afbeelding van het keyboard hieronder wordt het
opgegeven notenbereik in kleur aangegeven.
3 Verplaats de cursor naar de NOTE LIMIT LO van
Part 2.
4
Stel de laagste noot van Strings-geluiden met Part 2
in door op de desbetreffende toets te drukken
terwijl u de knop [SF6] KBD ingedrukt houdt.
In de afbeelding van het keyboard hieronder wordt het
opgegeven notenbereik in kleur aangegeven.
5 Bespeel het keyboard.
De noten die u met uw linkerhand speelt, worden
afgespeeld met de voice Piano (Part 1), terwijl de noten die
u met uw rechterhand speelt, worden afgespeeld met de
andere voice (Part 2) die u hebt geselecteerd.
De partijniveaus aanpassen
Pas de volume-instellingen van Part 1 en Part 2 aan met
de schuifregelaars.
De Arpeggio-instellingen voor elke
partij wijzigen
Probeer de Arpeggio-instellingen voor elke partij te wijzigen.
U kunt het ritme- of achtergrondpatroon toewijzen dat het
beste past bij de gewenste muziekstijl voor de performance.
1 Druk vanuit de display Voice Play op de knop [F4]
om de display Arpeggio op te roepen.
2 Selecteer het gewenste Arpeggio door op een van
de knoppen [SF1]–[SF5] te drukken.
Het onderste gedeelte van de display verandert afhankelijk
van de knop waarop u hebt gedrukt. Het bovenste gedeelte
van de display (Common Switch, Sync Quantize Value en
Tempo) is gelijk voor alle Sub Function-knoppen.
3 Selecteer Category, Sub Category en Type voor
de arpeggio voor elk van de partijen 1-4.
Category bepaalt het type instrument, Sub Category bepaalt
het ritmetype en Type bepaalt het Arpeggio-type. Als u een
preset Arpeggio-type gebruikt, stelt u BANK in op 'PRE'.
De parameter Arpeggio Hold is handig, evenals de
Arpeggio-typeselectie. Als deze parameter is ingesteld
op 'on' blijft het afspelen van de arpeggio doorgaan, zelfs
wanneer u de toetsen loslaat. Stel deze parameter in op 'on'
als de Drum-voice is toegewezen aan de partij en u wilt dat
het afspelen van de arpeggio (het ritmepatroon) blijft
doorgaan, ongeacht of u de noot ingedrukt houdt.
OPMERKING
U kunt gemakkelijk categorieën en subcategorieën
selecteren door de desbetreffende lijsten op te
roepen in de display. Als u bijvoorbeeld de cursor
verplaatst naar Category en op de knop [SF6]
drukt, wordt de Category List weergegeven op de
locatie van de cursor. U kunt de gewenste optie
selecteren met de datadraaiknop en de knoppen
[INC/YES] en [DEC/NO]. Na de selectie kunt u het
geselecteerde arpeggiotype oproepen door op de
knop [ENTER] te drukken. Deze bewerking is erg
nuttig en handig bij het maken van een keuze uit
de grote hoeveelheid beschikbare arpeggio's.
Wijs op dezelfde manier de gewenste arpeggiotypen toe
aan de andere [SF]-knoppen.
De performance opslaan
Sla na het bewerken de gemaakte performance op in het
interne geheugen door op de knop [STORE] te drukken om
het venster Performance Store op te roepen. De bewerking
Store werkt hetzelfde als Voice Store (pagina 27).
LET OP
Als u tijdens het bewerken van een performance een andere
performance selecteert zonder de performance die wordt bewerkt op
te slaan, worden alle aangebrachte bewerkingen gewist.
LET OP
De presetdata van de performance worden opgeslagen in het
gebruikersbankgeheugen. Als u de door u gemaakte
performancedata opslaat, worden de presetperformancedata gewist.
Als u de presetdata van de performance wilt terugzetten, voert u
Factory Set Job uit in de modus Utility. Uw eigen data worden dan
gewist. Zorg er daarom voor dat u belangrijke data op een extern
USB-opslagapparaat hebt opgeslagen om te voorkomen dat u
belangrijke data kwijtraakt.
Zie voor gedetailleerde informatie over performances het
hoofdstuk over de modus Performance in de Naslaggids.
Part 1: Pianovoice
Part 2: Andere voice
Instellingen
voor Part 1
Instellingen
voor Part 2
Instellingen
voor Part 3
Instellingen
voor Part 4
Gemeenschappelijke instellingen voor de knoppen [SF1]–[SF5]
Stap 2
De parameter Arpeggio Hold