Operation Manual

MOTIF XF Gebruikershandleiding
37
Nu u enkele basisfuncties van de MOTIF XF hebt leren kennen—waaronder hoe u voices en performances selecteert, hoe u met
de arpeggio's speelt en hoe u uw spel en afgespeelde arpeggio's kunt opnemen naar een song of patroon—bent u klaar om uw
eigen song te maken.
De MOTIF XF is voorzien van een ingebouwde multitrack sequencer waarmee u uw keyboardspel kunt opnemen als MIDI-data.
Deze functie is op zichzelf genoeg om volle, complexe arrangementen met meerdere instrumenten en volledige songs te maken.
Terminologie
Hieronder volgen enkele algemene termen die bij het
opnemen van songs worden gebruikt en waarvan het handig
is als u ze kent voordat u begint.
Song
Songs en patronen zijn MIDI-sequencedata die bestaan
uit maximaal 16 tracks. Een song op deze synthesizer is in
wezen hetzelfde als een song op een MIDI-sequencer en
het afspelen ervan stopt automatisch bij het einde van de
opgenomen data.
Track
Dit is een geheugenlocatie op de sequencer waarin uw
muziekspel (bestaande uit MIDI-gebeurtenissen) wordt
opgeslagen. De MOTIF XF beschikt over 16 tracks, die
overeenkomen met de 16 partijen bij het mengen.
Mix
Dit is een programma waarin meerdere voices worden
toegewezen aan partijen voor multitimbraal bespelen in de
modi Song en Pattern. Elke mix kan maximaal 16 partijen
bevatten en voor elke song kan een afzonderlijke mix
worden gemaakt.
Realtime opnemen
Bij realtime opnemen werkt het instrument op dezelfde
manier als een MD-recorder, waarbij de performancedata
tijdens het spelen worden opgenomen. Op deze manier kunt
u alle nuances van een performance vastleggen. Realtime
opnemen omvat drie beschikbare methoden: Replace,
Overdub en Punch In/Out. Met Replace kunt u een reeds
opgenomen track in realtime overschrijven met nieuwe data.
Met Overdub kunt u meer data toevoegen aan een track die
al data bevat. Met Punch In/Out kunt u over alleen een
specifiek gedeelte van de track opnieuw opnemen.
Song afspelen
Voordat u leert hoe u een song maakt, moet u iets weten over
de mute/solo-functies en hoe u de schuifregelaars gebruikt
tijdens het afspelen van songs. Roep een demosong op
(pagina 17) en probeer vervolgens de volgende
bewerkingen uit terwijl u de demosong afspeelt.
Track dempen
U kunt een of meer specifieke tracks van de song dempen.
1 Druk op de knop [MUTE] zodat het lampje van
de knop oplicht.
De lampjes van de nummerknoppen lichten op.
2 Druk op een van de nummerknoppen [1]–[16]
zodat het lampje wordt uitgeschakeld en de
overeenkomstige track wordt gedempt.
U kunt meerdere tracks tegelijk dempen.
3 Druk op de knop die is uitgeschakeld zodat het
lampje oplicht en de overeenkomstige track klinkt.
Zorg ervoor dat voor toekomstige opnames de Mute-
instellingen van alle tracks zijn uitgeschakeld.
Track solo
U kunt een specifieke track van de song solo afspelen.
1 Druk op de knop [SOLO] zodat het lampje van
de knop oplicht.
2 Druk op een van de nummerknoppen [1]–[16]
zodat het lampje knippert om de overeenkomstige
track solo af te spelen.
Druk op een andere nummerknop om de solo afgespeelde
track te wijzigen.
3 Druk op de knop [TRACK] of [MUTE] om terug
te keren naar de oorspronkelijke status.
Uw eigen songs maken
Nummerknoppen [1]–[16] Knop [MUTE]
Nummerknoppen [1]–[16] [SOLO], knop