Operation Manual

MOTIF XF Gebruikershandleiding
49
De samplingfunctie gebruiken
11 Druk op de knop [F6] Stop om het samplen
te stoppen.
Als u in stap 8 hierboven Confirm hebt ingesteld op 'on',
wordt de display Sampling Finished weergegeven.
Druk op de knop [SF1] Audition om het gesamplede
geluid te beluisteren. Als u tevreden bent met het
resultaat, drukt u op de knop [ENTER] om het gesample
geluid op te slaan als een 'Sample' en terug te keren
naar de display Setup. Als u niet tevreden bent met het
resultaat en u het nogmaals wilt proberen, drukt u op de
knop [EXIT] om terug te keren naar de display Standby
en voert u de sampleprocedure nogmaals uit vanaf
stap 5.
Als u in stap 8 hierboven Confirm hebt ingsteld op 'off',
wordt het gesamplede geluid automatisch opgeslagen
als een 'Sample'.
12 Sla de waveform op.
Als de optionele uitbreidingsmodule voor Flash-geheugen
(FL512M/FL1024M) is geïnstalleerd op de MOTIF XF,
gebruikt u Copy Job (pagina 53) om de waveform op
te slaan. Als dit niet het geval is, slaat u de waveform op
naar het USB-opslagapparaat (pagina 64).
LET OP
De opgenomen (bewerkte) sampledata gaan verloren als het
instrument wordt uitgeschakeld. Kopieer voordat u het instrument
uitschakelt altijd de sampledata naar de optionele
uitbreidingsmodule voor flashgeheugen (pagina 53) of sla de
sampledata op naar een USB-opslagapparaat (pagina 64).
Werkwijze bij samples bewerken
1 Druk op de knop [INTEGRATED SAMPLING] om
de modus Sampling te activeren. (De indicator
licht op.)
De display Sampling Main wordt weergegeven.
2 Selecteer een waveform en keybank waaraan de
te bewerken sample moet worden toegewezen.
3 Druk op de knop [EDIT] om de modus Sampling
Edit te activeren.
4 Druk op de knop [F1] Trim en stel vervolgens
de gewenste parameter in.
In deze display kunt u verschillende parameters instellen.
Verwijder hier de overbodige gedeelten van de sample.
U bepaalt het benodigde gedeelte van de sample door Start
Point en End Point in te stellen. U kunt het resultaat van de
instellingen controleren door op de knop [SF1] Audition te
drukken. Als u tevreden bent over het resultaat, drukt u op
de knop [ENTER] om de overbodige gedeelten
daadwerkelijk uit de sampledata te verwijderen.
Stel vervolgens Key Range in op het toetsenbereik
waarbinnen u het samplegeluid kunt spelen. Stel Key Range
bijvoorbeeld in op 'C2-B3'. U kunt het resultaat van de
instellingen controleren door het keyboard te bespelen.
De sample klinkt op een toonhoogte die geschikt is voor de
desbetreffende noot.
5 Sla de waveform op.
Als de optionele uitbreidingsmodule voor Flash-geheugen is
geïnstalleerd op de MOTIF XF, gebruikt u Copy Job
(pagina 53) om de waveform op te slaan. Als dit niet het
geval is, slaat u de waveform op naar een USB-
opslagapparaat (pagina 64).